InterviewAbdi Nageeye
Marathonheld Abdi Nageeye: ‘Ze denken dat ik bergen met goud heb ontvangen’
Niet iedere olympische medaille is hetzelfde. Die van marathonloper Abdi Nageeye ging de wereld over, vanwege zijn steun aan Bashir Abdi. Het was een zilveren bekroning voor veel meer dan alleen die 42 kilometer in Japan.
Het was deze zomer een hartverwarmend gebaar in de doorgaans zo harde topsportwereld. In de laatste kilometers van de olympische marathon coachte Abdi Nageeye zijn concurrent en vriend Bashir Abdi naar de derde plek. Zelf pakte de Nederlandse atleet zilver. Zijn bemoedigende armbewegingen aan het slot van de slopende wedstrijd gingen de hele wereld over.
Nageeye (32) heeft daarmee ook zichzelf verbaasd, vertelt hij vanuit Kenia. Inmiddels is hij terug in de realiteit van alledag. Op de achtergrond klinkt een klein kind. De geboren Somaliër woont met zijn gezin in Oost-Afrika, omdat hij daar op hoogte kan trainen. Vijf dagen per week verblijft Nageeye alleen in Iten, een dorp in de Riftvallei dat bekendstaat als het ‘thuis der kampioenen’. De vele onverharde paden en het glooiende landschap zijn ideaal om veel kilometers af te leggen. Hij huurt er een haas om goed op tempo te kunnen lopen. De andere twee dagen voegt Nageeye zich bij zijn echtgenote en drie zoontjes in de nabijgelegen stad Eldoret.
“Mijn vrouw is hoogzwanger”, luidt een van zijn eerste zinnen. Het is de aftrap voor een persoonlijk relaas. Over zijn jeugd, waarin hij als asielzoeker zonder ouders in Nederland belandde. Over zijn geradicaliseerde halfbroer die hem meenam naar Syrië. Over zijn verbondenheid met Somaliërs ook. Wie zijn verhaal hoort begrijpt waarom hij zo geliefd is in de atletiekwereld en ook waarom zijn olympische medaille niet alleen een bekroning is voor die 42 kilometer in Sapporo, de plaats waar de marathon van Tokio 2021 werd gelopen.
Somalië versus Kenia
“Dit wordt de eerste keer dat ik de geboorte ga meemaken”, zegt hij blij. Eerdere bevallingen vonden noodgedwongen plaats in Mogadishu, waar zijn vrouw bij haar familie verbleef. De zorg voor zijn zwangere partner was niet te combineren met de intensieve trainingsarbeid die zijn sport vereist. Nu heeft hij een schoonzus laten overkomen en wonen ze in een appartementencomplex met veel andere Somaliërs. “Die helpen elkaar.”
Ook de bronzen Belg Bashir Abdi had oorspronkelijk die nationaliteit. In de 39ste kilometer van de olympische race begon Nageeye hem aan te moedigen. Ver voor hen lag de Keniaanse wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, maar vlakbij liep diens landgenoot Lawrence Cherono. Drie mannen voor twee podiumplekken.
“Bashir was kapot. De pijnlijkste kilometers van een marathon zijn 38 en 39. Ik ging zwaaien. Nog steeds weet ik niet waar ik de energie vandaan haalde. Hij was moe en had nog maar weinig zuurstof in zijn hoofd. In mijn geest hoorde ik alles wat we de maanden daarvoor tegen elkaar hadden gezegd. Hoe we tijdens al die trainingen het geloof bij elkaar levend hadden gehouden dat we meekunnen met de Kenianen en Ethiopiërs. ‘Kom op Bashir’, riep ik, ‘we gaan geschiedenis schrijven.’”
Vooraf had Nageeye nog gezegd dat de vriendschap tijdelijk in de koelkast wordt gezet als het startschot klinkt. En zo is het ook vaak. “Maar op de een of andere manier heb ik gedaan wat ik deed. Ik zat in een flow. Alles leek vanzelf te gaan. Niet één seconde heb ik gedacht: daar loopt Cherono, dat is een grote jongen, Abdi. Ik was niet onder de indruk van de winnaar van Boston en Chicago. Zoveel zelfvertrouwen had ik. Dat vind ik ook bijzonder.”
Kinderen inspireren
Tokio heeft zijn leven veranderd. Iedereen kent hem nu. Daarom gaat hij tegenwoordig zo min mogelijk de stad in. Vroeger genoot hij daarvan: sandalen aan, kopje koffie drinken. “Ze denken dat ik bergen met goud heb ontvangen. Hier willen ze dan ook iets van je.”
Als atleet is hij nog meer gefocust. Hij wil laten zien dat het niet ‘een gelukje’ was. Ergens anoniem meedoen is verleden tijd. Voorheen herkende buiten Nederland niemand de nationale recordhouder. “Iedereen kijkt nu anders naar je. Gelukkig ben ik nuchter. En laat het duidelijk zijn: ik heb vooral genoten van mijn prestatie. Ook bracht die opluchting. Ik wist dat ik goed genoeg was om met de wereldtoppers mee te kunnen, maar de afgelopen drie jaar heb ik het mede door blessures laten liggen.”
Misschien wel het mooiste van alles is de inspiratiebron die zijn zilver voor Somalische kinderen kan zijn. Daarom werd hij deze zomer boos bij een huldiging in de stad Nijmegen door de Somalische gemeenschap in Nederland. “Ik zag alleen maar ouderen. ‘Waar zijn de jongeren?’, vroeg ik meteen. Wat moet ik jullie vertellen met jullie dikke buiken? Kinderen hebben voorbeelden nodig. Iemand die op hen lijkt en hun moedertaal spreekt. Ze moeten voelen dat ook zij iets van hun leven kunnen maken in dit land. Dat lukt niet met alleen Max Verstappen of Dirk Kuijt.”
Ga voetballen, schaatsen of atletiek doen. Die velden en banen liggen er niet alleen voor de hoge klassen. Met die boodschap probeert Nageeye de jeugd hier te bereiken. In Somalië creëert hij met zijn stichting trainingsplekken. Een dubbele missie. “Daar hebben ze niks, in Amerika en Europa gebruikt de Somalische diaspora de spullen niet.”
Op de vlucht voor geweld
Zelf heeft hij kansen gekregen door het Nederlandse gezin dat hem opving. Zonder hen had hij misschien ook wel genoegen genomen met een makkelijk baantje, waarbij de storting van het salaris het hoogtepunt van de maand is. Van zijn vijftiende tot achttiende woonde hij bij dat gezin in Oldebroek, een gemeente in de provincie Gelderland. Daar begon hij ook met hardlopen. “Zij gaven mij een kans zonder er iets voor terug te verwachten. Dat probeer ik nu zelf ook in alles.”
Samen met twee broertjes kwam Nageeye als zevenjarige naar Nederland, op de vlucht voor het geweld in zijn land. Ze woonden een periode bij zijn halfbroer in Den Helder, maar die besloot op een dag dat dit geen goede plek was om op te groeien voor islamitische kinderen. “Mijn halfbroer was geradicaliseerd. Hij nam ons mee naar Syrië. Daar heb ik een relaxte tijd gehad, hoewel ik Nederland miste. We leerden de Koran uit ons hoofd. Die basis hadden we, toch bracht mijn halfbroer ons na drie jaar niet terug naar Nederland maar dumpte hij ons bij mijn ouders. Als boeren hadden die niet veel.”
Nageeye, een tiener inmiddels, bedacht dat er een Nederlandse ambassade in Ethiopië was. Als hij daar zou komen, moest hij wel geholpen worden. Zo belandde hij uiteindelijk in Oldebroek.
Nadat hij zijn middelbaar diploma op zak had, pakte hij twee koffers in. Hij was inmiddels Nederlands kampioen in de cross, maar bij wegwedstrijden werd hij eruit gelopen door de Kenianen en Ethiopiërs. Hij wist: als ik verder wil komen, moet ik daarheen.
Steun van NN Running Team
“Veel mensen denken: oh, een donkere jongen, licht gebouwd, logisch dat die goed is. Maar met mijn holle rug en kromme benen ben ik niet een toptalent. Ik heb veel blessures gehad. Pas de laatste tijd kan ik redelijk pijnvrij trainen.” Daarvoor is het NN Running Team belangrijk geweest, stelt Nageeye. Dat professionele hardloopteam is opgericht door Jos Hermens en zijn managementbureau Global Sports Communication, waar ook Nageeye onder contract staat. Als hij last heeft van een spier of pees, dan kan hij naar de beste fysiotherapeuten en artsen in Europa.
“Ik heb er hard voor moeten werken. Ik loop nu veertien jaar en nooit eerder heb ik een internationale medaille gewonnen. Niet op het EK onder 20 jaar, niet onder 23 jaar of bij de senioren, laat staan op WK’s. Maar ik bleef erin geloven, ik bleef mezelf verbeteren.”
Een vetpot was het niet. Hij heeft weleens vergeefs bij pinautomaten gestaan. Nu is de tijd van slechte contracten voorbij. Nageeye kan bij iedere wedstrijd terecht met, zoals hij het omschrijft, goede uitnodigingen. Zijn eerstvolgende marathon is New York, op 7 november.
Zijn toon is bescheiden gebleven. Grote dromen heeft hij niet. “Ik heb geleerd dat je de toekomst niet in handen hebt. De komende vijf jaar wil ik nog lopen. Natuurlijk is het wereldkampioenschap van volgend jaar belangrijk, net als Parijs 2024. Maar het is al een hele opgave om heel te blijven, om überhaupt aan de start te kunnen staan. Daar doe ik alles voor.”