Voetbal
Lelijk winnen mag ook: Club op zucht van Champions League-groepsfase na 0-1 in Linz
Met Champions League-voetbal had het allemaal weinig te maken. LASK Linz en Club Brugge voerden een soort spel op waarbij Guardiola en Zidane hun ogen zouden uitwrijven. Maar in het aanschijn van 30 miljoen euro doet het er allemaal weinig toe. Club is voldoende efficiënt.
Het is een belevenis, LASK Linz. Het fenomeen moet vrij uniek zijn – wij kennen alvast in geen van de toplanden een kleine ploeg die zó gejaagd door de wind voetbalt, alsof de ghostbusters hen op de hielen zitten. Elf hyperkinetische mannetjesputters.
Als je het nooit eerder hebt meegemaakt, weet je als tegenstander waarschijnlijk niet wat je overkomt. In zo een wedstrijd ben je voor een stuk overgeleverd aan het toeval, want er zijn zoveel duels, zoveel ballen vliegen door het luchtruim, zoveel scrimmages en caramboles, dat de rede soms elke controle verliest. Het is trachten een verklaring te vinden voor het abominabele voetbal van Club Brugge in grote delen van de wedstrijd, vooral vóór de rust.
Na twintig seconden had Ranftl al kunnen scoren, drie minuten nadien kopte er eentje na een hoekschop de bal in het zijnet en nog wat later krulde hun diepe spits het leer voorbij de verste paal. De avond beloofde op die manier héél lang te worden voor Club Brugge.
Kwispel grijpen
Maar dan gebeurde wat eigenlijk al het hele seizoen gebeurt met Club: zij slagen erin om telkens de sleutelmomenten in een wedstrijd te grijpen. Rondjes draaien op de molen en plots de kwispel grijpen.
LASK-aanvoerder Trauner vergiste zich in de snelheid van Loïs Openda, tikte hem aan in de zestienmeter en Hans Vanaken zette de strafschop feilloos om (0-1). De VAR had geen buitenspel gezien, het was té nipt. Goed gezien van Philippe Clement om Openda te verkiezen boven Diatta om de geschorste Tau te vervangen. Vanaken scoorde gisteren trouwens de twaalfde penalty uit zijn carrière op een totaal van dertien stuks, een omzettingspercentage van 92,3 procent.
Daarna ging het vreemdsoortige balspel lustig voort. Linz: rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Club: n’importe quoi. Veel lange ballen bij blauw-zwart, maar dat was deels opgedragen om zo de hoge pressing van Linz te omzeilen. Alleen bereikte geen enkele van die langeafstandsraketten een Brugse medemaat. Hoeft het verbazing te wekken dat David Okereke bij de rust de meeste kilometers van alle 22 spelers telde?
Dan nóg zo’n sleutelmoment dat Club omarmde. Nadat Sobol zich in de rug had laten pakken, devieerde Deli een voorzet tegen zijn eigen doelpaal. Het geluk waarmee Linz zich in de vorige ronde langs Basel wurmde, was blijkbaar op.
Uitblinkertje Vormer
Na de rust meer van hetzelfde. Alleen gebeurde het dit keer allemaal in aanhoudende plensbuien. Het voetbal haalde in de verste verte geen Champions League-niveau, maar je had de indruk dat Club meer controle had over wat zich afspeelde. Het is natuurlijk allemaal vrij eendimensioneel wat Linz doet. Hartstocht en passie genoeg, maar het blijft beperkt bij één standje. Veel originaliteit en creativiteit in het spel zit er niet.
Achterin verdedigde Deli alweer soeverein, kapitein Vormer zouden we gerust een uitblinkertje kunnen noemen, hij bleef als een van de weinigen rustig aan de bal. Okereke tilde zijn niveau uit Kiev een tikkeltje omhoog en Openda was verdienstelijk.
Het grote probleem van Club zijn de backs. Sobol zou niet mistaan bij Linz, Mata is bezig aan zeer bedenkelijke weken. In deze vorm zijn beide jongens an accident waiting to happen in de Champions League.
Het buskruit van de thuisploeg was inmiddels nat geworden, schijnbaar. Club kwam niet echt meer in de problemen. Mignolet pakte een schotje van Klauss en Müller trapte bij een goede kans een gat in de lucht.
Je kunt niet stellen dat Club Brugge de jongste week goed voetbal brengt. Maar het is genoeg efficiënt – Rezai liet weliswaar de 0-2 onbenut – en het wint. Winning ugly. Club is ijskoud.