NieuwsWielrennen
Laurens De Plus adviseert jonge renners: ‘Leef niet altijd aan 110 procent’
Laurens De Plus kruipt na twee moeilijke jaren stilaan uit het dal. ‘In Rio maakte ik grote sier in de winnende ploeg, dit jaar lag ik uitgeput in mijn bed naar de Spelen in Tokio te kijken. Dat kwam hard aan’, zegt de renner van Ineos Grenadiers. Nu voelt hij zich opnieuw goed, maar aan resultaten denkt hij nog niet.
Laurens De Plus was een toptalent bij de jeugd en kwam binnen langs de grote poort bij de profs. Hij mocht meteen een contract tekenen bij het toenmalige Etixx-QuickStep. Na drie jaar transfereerde hij naar Jumbo-Visma, waar hij een verdere stap in zijn carrière zette. Hij groeide uit tot een meesterknecht en hielp in de Tour de France van 2019 ploegmaat Steven Kruijswijk aan een podiumstek in Parijs.
Een paar weken later pakte hij met de BinckBank Tour zijn eerste en voorlopig enige profzege. In 2020 wilde De Plus voortgaan op dat elan, maar maagproblemen en een heupontsteking tijdens de lange corona-competitiestop hielden hem aan de kant. Met vijf koersdagen kwam hij amper aan competitie toe in 2020.
Virale vermoeidheid
Intussen had hij wel al een contract getekend bij Ineos Grenadiers en keek hij uit naar 2021. Na een uitstekende winter begon het nieuwe seizoen veelbelovend. Toch liep het mis. In april moest hij aan de kant in de Ronde van het Baskenland. De teller bleef in 2021 op negentien koersdagen. “Ik was helemaal leeg”, vertelt hij intussen herboren vanop trainingsstage op Mallorca. “Ik begreep niet wat er aan de hand was. Ik had allemaal vage klachten en was zeer moe.”
Overtraind was de eerste conclusie, maar na heel wat onderzoeken viel maanden later een ander verdict: virale vermoeidheid. Een ietwat aparte diagnose. “Weken gingen voorbij na die stop in het Baskenland, ik hervatte de training, voelde me nooit echt goed en modderde maar wat aan. Uiteindelijk, als je veel knappe koppen samen zet, kom je wel tot de juiste conclusie”, licht de renner toe. “Mijn lichaam was gewoon op. Ik herstelde niet meer na een training, ik was supermoe en op sommige dagen bij wijze van spreken aan mijn bed gekluisterd.”
Er was slechts één remedie: De Plus moest voor onbepaalde duur aan de kant, van competitie was geen sprake. “Ik moest volledig resetten, rust nemen, iets wat ik daarvoor gewoon te weinig had gedaan. Ik wilde te graag, maar kwam mezelf telkens weer tegen.”
Stil op sociale media
De Plus zonderde zich af van de buitenwereld. Op sociale media bleef het stil, op berichten reageerde hij niet. “Ik ben terug bij mijn ouders gaan wonen, zocht een warm nest op, back to basics. Het is niet dat ik de uren van de dag lag te tellen, maar veel scheelde het niet. Ik hield enkel nog contact met de ploeg, mijn ouders en een klein groepje vrienden. De winkel (zijn ouders hebben een Aveve-winkel, red.) hield me recht. Ik vertoefde er elke dag. Van helpen was geen sprake, ik rustte uit, daar begon mijn relance. Ik bouwde een stop in, antwoordde niet op berichten. Wat had ik te vertellen? Niets”, haalt hij de schouders op. “Ik hoop dat mensen daar niet kwaad om zijn. Normaal zit ik zo niet in elkaar, maar ik hield de boot af. Ik was even alleen op mezelf, soms moet je egoïstisch kunnen zijn.”
Een jonge gast van 26, veroordeeld tot rust, het zet aan het denken. “Het was zeker en vast confronterend”, geeft hij toe. “In Rio maakte ik nog grote sier, vijf jaar later lag ik kapot in mijn bed. Shit zeg, dat wens ik niemand toe. Het is frusterend om er zo bij te zitten. Niet alleen tijdens de Olympische Spelen maar ook in andere wedstrijden. Alle koersen gaan voorbij, bij mij stond de tijd stil. Dat was hard. Tegelijkertijd kwam wel het besef dat ik heel graag koers. Als het nu regent klaag of zaag ik niet. Als ik één raad mag geven aan jonge gasten, dan is het dit: leef niet altijd aan 110 procent. Uiteraard mag je er als topsporter de kantjes niet aflopen, maar je kunt ook te veel vragen van jezelf. Zoek naar een goede balans.”
Bolle kaken
Overigens heeft De Plus niets dan lof voor zijn team Ineos Grenadiers. “Ze hebben me op geen enkele manier onder druk gezet. Ze gaven me de tijd. Zelfs de grote baas (Dave Brailsford, red.) stuurde me berichtjes en gaf aan dat ik me geen zorgen moest maken. De ploeg bekeek het op lange termijn. Uiteindelijk, een carrière duurt langer dan één seizoen. Het had geen zin om verder te sukkelen en daarom trokken we er de stekker volledig uit. Waarom iets overhaasten wanneer alleen rust en tijd heilzaam zijn? Het blijkt de juiste strategie.” Want sinds 1 september traint de Ninovieter opnieuw en voelt hij zich goed.
Opvallend: De Plus loopt rond met vrolijke bolle kaken en lijkt in niets meer op de graatmagere renner van vroeger. “Het is niet slecht om eens wat reserve te hebben. Ik weet niet exact hoeveel kilo’s erbij zijn, maar het zijn er zeker genoeg”, lacht hij. “Ik stond ervoor bekend om altijd goed op mijn eten te letten, altijd mager te zijn, maar dat is een dunne lijn natuurlijk. Vandaar dat ik nu wat reserve heb. Misschien heb ik de voorbije jaren wat te veel in mijn reserves getast. Wat extra kan nu zeker geen kwaad.”
En wat brengt de toekomst? “Ik hervat rustig, stap voor stap, en heb nog wel wat stages nodig om op niveau te komen. Ik rijd een klein programma, niet meteen de grote koersen”, eindigt hij. “Ik schik me in de rol van de ploeg, stel me flexibel op. Tegen de zomer ben ik hopelijk op mijn pootjes terechtgekomen. Ik wil gewoon opnieuw constant presteren, dat is het allerbelangrijkste. Maar ik ga zeker niet té ambitieus zijn, in die val mag ik niet trappen.”