ReportageGenk
KRC Genk lanceert prikkelarme tribune voor kinderen met autisme of hoogsensitiviteit: ‘Normaal houden ze dit geen kwartier vol’
Een stadion vol joelende supporters is geen aanlokkelijke plek voor wie autisme heeft. KRC Genk lanceerde een prikkelarme tribune waar hoogsensitieve kinderen en jongeren de wedstrijd kunnen bijwonen. ‘Nu kan ik morgen op school vertellen dat ik naar het voetbal ben geweest.’
“Maar wat betekent dat eigenlijk papa, 1-1?”, vraagt Bently (7) als verdediger Carlos Cuesta in de vijfentwintigste minuut voor Genk de gelijkmaker binnentrapt. “Dat we weer in de wedstrijd zitten, jongen”, zegt zijn vader die na het doelpunt enthousiast was recht gesprongen, maar nu zijn arm om de schouders van zijn zoon legt.
Bently heeft autisme, en verblijft tijdens de week bij Kids vzw in Hasselt. “In het weekend proberen we zoveel mogelijk qualitytime te hebben samen”, zegt Bjorn Renders uit Tessenderlo. “Bently is in september gestart met voetbal in zijn leefgroep. Zelf ben ik een trouwe Genk-supporter, maar het is de eerste keer dat ik met mijn zoon naar het voetbal ga. Dit is voor ons allebei echt genieten.”
KRC Genk lanceerde zondag voor de komst van landskampioen Club Brugge een prikkelarme tribune in hun arena waar 31 supporters met autisme of hoogsensitiviteit de wedstrijd konden bijwonen in een afgezonderde tribune achter glas. Voor wie het gejoel van de supporters toch nog te luid was, werden er ook geluidsdempende hoofdtelefoons uitgedeeld.
De volgende vijf wedstrijden worden er via organisaties hoogsensitieve jongeren uitgenodigd. De club zoekt nog naar een formule om de prikkelarme tribune daarna structureel te maken. “Genk is een ploeg van het volk. We willen iedereen de kans geven om naar onze wedstrijden te komen kijken om zo het meest inclusieve stadion van België te worden”, zegt algemeen directeur Eric Gerits.
KRC Genk haalde de mosterd voor tribune G in Engeland, waar clubs als Manchester City en Arsenal al speciale ruimtes hebben voor kinderen met hoogsensitiviteit.
Slingers op het veld
Op vlak van inclusieve voetbalbeleving is de Limburgse club niet aan zijn proefstuk toe. Het stadion beschikt al vele jaren over faciliteiten om thuis- en uitsupporters in een rolstoel de wedstrijd te laten beleven. In 2012 startte de club met aangepaste live-wedstrijdverslaggeving voor blinden en slechtzienden die met behulp van een hoofdtelefoon toch de wedstrijd kunnen beleven.
“Het is heel moeilijk voor ons om naar gewone evenementen te gaan”, zegt Bjorn Renders die in een beschutte werkplaats fietsen assembleert. “Als Bently het te druk vindt, kan hij erg luid worden. Dan fladdert hij ook veel. Daar hebben omstaanders het vaak moeilijk mee. Het afgelopen jaar zijn we al eens buitengezet uit een frituur, maar ook uit een speeltuin. Dat maakt me boos, maar het doet ook pijn als ik zie hoe mijn kind uitgelachen wordt. Zo krijg je dus angst om samen iets te ondernemen.”
Sociaal verpleegster Evi Hansen (46) uit Hasselt is met haar zoons Juul (11) en Louie (7) naar de match tegen Brugge gekomen. “Mijn kinderen zijn gek van voetbal. De jongste speelt mee in de reguliere jeugdcompetitie, bij RC Hades, maar voor de oudste lukt dat niet. We hebben geprobeerd, maar dan moest ik bij wijze van spreken naast de coach gaan staan om hem rustig te houden.”
Juul en Louie zijn net als de meeste kinderen in tribune G nog nooit naar een eersteklassewedstrijd geweest. Er was vooraf heel wat spanning bij de jongens. Als ze vlak voor de wedstrijd slingers op het veld zien liggen die de supporters hebben gegooid, is Juul ongerust. “Ze moeten die linten weghalen!”, roept hij. “Straks kan de wedstrijd niet doorgaan, omdat de spelers zullen vallen.”
Stralende gezichtjes
Maar negentig minuten duren lang, ook als een wedstrijd spannend is. De kinderen veren vooral recht als hun ouders dat doen. Het gaat vooral om de ervaring: de eerste keer in het stadion, het zwaaien met de vlaggetjes en de sjaals die ze op hun stoel gevonden hebben. “Ze genieten, maar op hun manier”, zegt Hansen.
Ook zij probeert haar kinderen zoveel mogelijk mee te nemen naar ‘gewone’ evenementen. “Het is niet omdat ze autisme hebben dat ik ze in een glazen kooi moet stoppen. Maar simpel is dat niet. In de gewone tribune zouden ze het geen kwartier volhouden. Louie wordt boos als mensen hem aanstaren. Juul doet er dan nog een schepje bovenop: hij begint met een raar stemmetje te spreken, of met zijn armen te zwaaien omdat hij denkt dat dat sociaal wenselijk gedrag is.”
De jongens gaan allebei naar het regulier onderwijs. “Dat lukt, maar voor de leraars is het zwaar. Daarom hebben ze ons ook gevraagd om niet meer naar de naschoolse opvang te komen. Als de jongens overprikkeld raken, zijn ze heel druk en soms onhandelbaar. Als mama van twee jongens met autisme ben ik voorstander van een inclusieve samenleving, maar soms moet je durven erkennen dat een eigen plekje beter is voor hen.”
Tijdens de tweede helft zijn de kinderen meer op hun gemak. Ook Bently, die tijdens de eerste 45 minuten nog dicht bij zijn papa bleef, staat in de tweede helft met zijn neus tegen het raam gedrukt. “Het was prachtig papa”, zegt hij na afloop. “En de twee laatste goals heb ik wel gezien!”
De stralende kindergezichtjes hebben niet alleen met de overwinning van Genk te maken. “Nu kan ik morgen op school ook eens vertellen dat ik naar het voetbal ben geweest”, zegt Louie.