Zondag 02/04/2023

InterviewFrank Raes

‘Kompany zit op een goeroeachtige wolk waar wij niet met hem kunnen praten’

‘Als ik hoestte, dacht ik weleens: ik heb corona! Maar dat heb ik snel achterwege gelaten.’ Beeld Marco Mertens
‘Als ik hoestte, dacht ik weleens: ik heb corona! Maar dat heb ik snel achterwege gelaten.’Beeld Marco Mertens

Op de Kalmthoutse Heide kon hij zich tijdens urenlange wandelingen overleveren aan zijn passie voor fotografie. En ook Netflix had aan hem een goede klant. Maar nu de coronamoeheid ook bij hem is ingetreden, is Frank Raes (66), het gezicht van Extra Time, maar wat blij dat de bal weer rolt in de Jupiler Pro League. Hij blikt vooruit op het nieuwe seizoen en laat zijn licht schijnen over het spitsenprobleem van Club Brugge, de goeroewolk van Vincent Kompany en de twijfels over Eden Hazard. ‘Hij wíl niet de beste zijn. Het is toch onvoorstelbaar dat hij met overgewicht aankwam bij Real Madrid, de grootste club ter wereld?’

Jan Hauspie

Frank Raes: “Er wordt nu elke week op maandagavond gevoetbald. De samenvatting van die wedstrijd zit in het contract met de VRT en wordt op het einde van de avond in Extra Time getoond. Een leuk cadeau, zeker, maar wij zijn een talkshow en het ritme van het programma verandert er wel door. Verder blijft alles bij het oude. Alleen Franky Van der Elst zal iets vaker zijn opwachting bij ons maken nu hij weer vrij is.”

Eleven Sports wil de wedstrijden maximaal spreiden: ze worden niet meer op hetzelfde moment gespeeld. Ook nieuw is dat er op zaterdagmiddag wordt gevoetbald.

Raes: “Ik kom nog uit de tijd dat álle wedstrijden op zondagmiddag om drie uur – en ’s winters om halfdrie – werden gespeeld. Nu voetballen ze in Engeland soms al om elf uur ’s ochtends. Ik krijg het er niet warm van, maar ik ga er ook niet tegen vechten. De wereld verandert en de rechtenhouders betalen zoveel geld dat zíj bepalen wat er gebeurt. Mij hoor je dus niet klagen dat het vroeger beter was, anders maken ze me zéker uit voor ouwe zak (lacht).

“Tegenwoordig kun je elke dag van ’s morgens tot ’s avonds naar voetbal kijken. Ik vraag me weleens af wie dat doet. Doordat we veel meer online kijken – zelfs de KBC biedt nu samenvattingen aan via zijn mobiele app – is voetbal een ander product geworden. ‘Heb je die goal van Aubameyang gezien?’ vroeg mijn zoon van 12 me onlangs. Zelf heeft hij dat dan gezien op sporza.be, YouTube of waar dan ook. Ik hou niet zo van die versnippering, maar goed, je houdt het niet tegen.

“Trouwens, zo nieuw is het allemaal niet. In 1994 werd de finale van het WK in de Verenigde Staten om 12 uur ’s middags gespeeld. Het stadion in Los Angeles had geen dak, iedereen smolt weg in de brandende zon. Ook wij in de perstribune. Door het felle zonlicht zag ik niets van de herhalingen op mijn monitor. Ik heb er een kartonnen doos over gezet, maar zelfs dat hielp niet. En dat allemaal omdat die finale in Europa in primetime uitgezonden moest worden.”

Ben je blij dat er weer wordt gevoetbald?

Raes: “Toch wel, ja. Met Sporza Retro zijn we in de archieven gedoken, wat ik heel plezant vond, maar het blijft ersatz voor the real thing: livevoetbal. Daarom ook zat ik op het puntje van mijn stoel voor Wout van Aert in de Strade Bianche: ik snakte naar sport die ertoe deed in plaats van een Greg Van Avermaet die in zijn washok op rollen zit te fietsen. Want waarom is livesport zo populair? Omdat je niet weet wat er zal gebeuren. Bijna alle programma’s zijn tegenwoordig op voorhand opgenomen, behalve Terzake, De afspraak en de sport. Daardoor krijgen ze extra waarde.”

Heeft het die waarde ook in lege stadions, met kartonnen fans op de stoeltjes en een geluidsband tijdens de radio- en tv-uitzendingen?

Raes: “Zonder publiek devalueert de live-ervaring, dat is zo. Maar zo’n geluidsband helpt het wel te vergeten. Volgens mij is het nog het ergst voor de voetballers: publieksspelers bestáán. Ook in Extra Time voelen wij het. De sfeer in de studio is anders zonder publiek: er weerklinkt geen applaus en er wordt niet gelachen met al die fantastische moppen. Nu, in Frankrijk hebben ze de bekerfinale wél met – een weliswaar beperkt – publiek gespeeld. Het kan dus, maar of we dit kalenderjaar weer in volle stadions naar een voetbalwedstrijd kunnen gaan kijken? Ik denk het niet. En voor wie zijn hoop op een vaccin heeft gesteld: ook dat zal niet alles oplossen. Dat virus gaat niet meer weg, en daar kunnen we maar beter aan wennen. Alles wordt anders, maar dat maakt het ook boeiend.”

Heb je het virus verwenst?

Raes: “Hoe kun je nu kwaad zijn op een virus? Ik vond de lockdown in het begin wel iets hebben, tot de economische gevolgen ervan zichtbaar begonnen te worden. Ondertussen is er een coronamoeheid ingetreden, waaraan ook ik niet ontsnap. Het begint lang te duren en bovendien kloppen de maatregelen niet altijd: zowat elke fietser in Antwerpen draagt een mondmasker, maar joggers moeten dat niet, terwijl zij nog méér spuwen. Op zulke momenten worden wij een volk dat zaagt.”

Heb jij je, als man op leeftijd met een openhartoperatie achter de rug, scrupuleus aan de maatregelen gehouden?

Raes: “Ja, zeker in het begin. Nu, al bij al ben ik er niet te erg mee bezig geweest. Als ik hoestte, dacht ik weleens: ik heb het! Maar dat heb ik snel achterwege gelaten.

“Ik heb veel gewandeld, vooral op de Kalmthoutse Heide. Daar staat een bord dat je een mondmasker moet dragen, terwijl er 500 meter in de omtrek geen levende ziel te bespeuren is. Dan zet ik het ook af, hoor (lachje). De maatregelen zijn soms strikter dan nodig, maar goed: de virologen zijn de nieuwe vedetten geworden. Vroeger waren het de filmsterren en de voetballers, maar nu weten we alles over Marc Van Ranst – dat hij op zijn 4de al een halve Einstein was – en Steven Van Gucht – dat zijn buurvrouw zijn broeken strijkt.”

Wat heb je de voorbije maanden nog gedaan?

Raes: “Boeken gelezen en naar documentaires gekeken, over Quincy Jones, Frank Sinatra, Donald Trump en – hoe heet hij ook alweer? – Jeffrey Epstein. Netflix is tóp. Ik ben ook naar 24 beginnen te kijken, met Kiefer Sutherland. Daar was ik nooit eerder aan toegekomen.”

Toen ik je vorig jaar naar aanleiding van je 65ste verjaardag interviewde, vond je het stilaan tijd voor een fototentoonstelling.

Raes: “Ik ben ermee bezig. Toch met een website, een expo heeft voorlopig geen zin. Het mag me ook geen stress bezorgen: ik heb nog mijn werk én ik moet een kind opvoeden. Nu, de foto’s van mijn eerste corona walks – zoals Stephan Vanfleteren zijn lockdownwandelingen heeft genoemd – hebben wel op de eerste bladzijde van Gazet van Antwerpen gestaan. Kijk, toevallig heb ik die krant hier liggen.

“De meeste foto’s heb ik genomen tijdens mijn urenlange wandelingen op de Kalmthoutse Heide: een prachtig, een beetje miskend natuurgebied. Maar ook de Hobokense polder heeft geen geheimen meer, en zelfs naar Zeeland ben ik vaak gereden. Ik heb het eens nagekeken: gemiddeld zit ik aan drieduizend stappen méér per dag dan een jaar geleden. Ik zie het ook aan mijn beenspieren. Vóór corona ging ik geregeld fitnessen, maar daar moet je nu een mondmasker opzetten om van het ene toestel naar het andere te gaan. Daar bedank ik voor. Voetballen doe ik ook niet meer: het gaat nog wel, maar de volgende dag betaalt mijn rug de prijs.”

'Dat virus gaat niet meer weg, maar dat maakt het ook boeiend.’ Beeld Marco Mertens
'Dat virus gaat niet meer weg, maar dat maakt het ook boeiend.’Beeld Marco Mertens

NATUURFENOMEEN

Naar voetbal kijken gaat wel nog. Heb jij je al een beeld kunnen vormen van de krachtsverhoudingen in de nieuwe Jupiler Pro League?

Raes: “Er zijn weinig transfers gebeurd, behalve dan bij AA Gent en Antwerp. Die hebben hun best gedaan. Club Brugge voorlopig niet, wat sommigen na de verloren bekerfinale al deed besluiten dat ze het moeilijk zullen krijgen om hun titel te verlengen. Nu, Club hééft een probleem: Ruud Vormer wordt een dagje ouder en Hans Vanaken zal niet elk seizoen vijftien goals maken. Het liep al minder in de tweede helft van vorig seizoen, maar Vanaken heeft dat toen nog kunnen maskeren met zijn doelpunten. Diatta is een topper, maar Okereke heb ik nooit super gevonden. Moeilijke jongens als Lamkel Zé of Diagne hebben een onwrikbaar zelfvertrouwen, zoals ook Cristiano Ronaldo dat heeft. Die vragen zich niet af: zal ik vandaag een goal maken? Nee, die zeggen: ‘Vandaag máák ik een goal!’ Dat heeft Okereke niet.

“Ook voor Anderlecht en Standard geldt dat ze een offensief probleem hebben. Zelfs bij Antwerp gaapt de grote leegte achter Dieumerci Mbokani. Anderlecht heeft een Sierra Leoner in Denemarken opgehaald (Mustapha Bundu, red.), maar is hij de nieuwe Pelé? Percy Tau vind ik dan weer wel een fijne aanwinst: echt een speler die past in het systeem van Kompany. Maar ook hij zal nooit een doelpuntenmachine worden. En bij Standard is Obbi Oularé alweer geblesseerd – er zijn dus nog zekerheden (lacht). Gent heeft wel drie spitsen, en Racing Genk heeft Cyriel Dessers gekocht: een mooie, mondige jongen die topschutter is geworden in Nederland en boeken van Tom Lanoye leest. Een cadeau voor ons, intellectuelen onder elkaar. Franky Van der Elst vonden we vroeger ook een verademing omdat hij gitaar speelde (lacht).”

Club Brugge gold als de uitgesproken titelfavoriet. Ben jij gaan twijfelen?

Raes: “Nee, want dan loop je de waan van de dag achterna. Je zag wel dat Club al kampioen was en niet zo nodig ook nog eens die beker móést pakken. Nu, Club heeft de financiële middelen om de markt nog op te gaan. Hun budget is ongeveer even groot als dat van Anderlecht en AA Gent samen. Indrukwekkend.

“Gent en Antwerp beschouw ik als serieuze concurrenten. Botaka en vooral Núrio Fortuna zijn heel goede aanwinsten op de Gentse flanken. Voorwaarde is wel dat Jonathan David blijft, anders blijven ze toch meer een challenger dan een concurrent (Intussen ruilde Jonathan David AA Gent in voor Lille, red.). En wat Antwerp betreft: die kwamen niet verzwakt aan de aftrap in de bekerfinale. Wie Miyoshi en Rodrigues op de bank kan houden, heeft meer in zijn mars. Marc Degryse mag Birger Verstraete dan geen speler vinden die een ploeg kampioen maakt, in België is hij veel meer dan een meeloper. Er moet alleen nog een goede spits bij naast Mbokani.”

Is de contractverlenging van Mbokani niet de strafste transfer geweest?

Raes: “Mbokani is een fenomeen en zonder twijfel de beste spits in België. Dat Vercauteren hem als jonge speler nog halvelings heeft doorgestuurd bij Anderlecht, kun je je nu haast niet meer voorstellen. Brandon Mechele, toch niet de slechtste verdediger, kon hem niet de baas in de bekerfinale. Alle ballen waren voor Mbokani. Héél straf, hoor. Zeker voor een 34-jarige. Struis kun je hem niet noemen: hij is geen Lukaku of Wesley Moraes. Maar zijn natuurkracht is enorm. Trouwens, van Wesley gesproken: die hebben ze bij Club nog altijd niet vervangen. Was hij gebleven, dan werd Club de volgende vijf jaar nog een keer of drie kampioen.”

Antwerp-trainer Ivan Leko wentelt zich in de rol van underdog. ‘Club is de beste ploeg van België, wij staan nog maar aan het begin van iets moois’, zei hij in Extra Time.

Raes: “De bekerwinst heeft hem wat gemoedsrust bezorgd, maar haast alle trainers willen de verwachtingen van zich af duwen. José Mourinho is de enige die altijd en overal van zichzelf zegt dat hij de beste is. Zelfs Jürgen Klopp verwijst altijd naar Manchester City. Maar Leko is geboren voor het trainersvak, die indruk heb ik wel. Als je een monument als Michel Preud’homme opvolgt, zoals hij bij Club Brugge heeft gedaan, en direct kampioen wordt: dat ís iets.”

Neemt Antwerp een risico met Leko? Er hangt hem mogelijk nog een vervolging in Operatie Propere Handen boven het hoofd.

Raes: “Dat zie je aan hem, vind ik. De lach komt moeilijker en de joie de vivre die hem anders zo kenmerkt, is weg. Ik zag het toen hij bij ons in Extra Time aan tafel zat. De vraag lag op mijn lippen, maar ik was bang dat hij zou dichtklappen tijdens de rest van de uitzending. Dat risico wilde ik niet lopen. Maar dat er iets op hem weegt, daar twijfel ik niet aan.”

Wat moeten we van Standard denken? Het raakte met moeite aan zijn licentie, voorzitter Bruno Venanzi kwam in opspraak en oud-spelers als Axel Witsel en Marouane Fellaini sprongen financieel bij.

Raes: “Hun kern is nog altijd degelijk. Kampioen worden ze niet, maar Standard kan wel play-off 1 halen.”

Die wordt maar met vier ploegen meer gespeeld, Frank, geen zes.

Raes: “O, juist (lachje). Dan is play-off 1 toch iets te hoog gegrepen voor dit Standard.”

En voor Anderlecht? Hendrik Van Crombrugge zei in Humo, toen de competitie werd stilgelegd: ‘Ik weet zeker dat veel clubs nu al bang zijn voor het Anderlecht van volgend seizoen.’

Raes: “Dat móét hij natuurlijk zeggen (lachje). Nu, het klopt wel dat Anderlecht net beter was beginnen te spelen toen de crisis uitbrak. Ik verwacht dat ze mee zullen strijden voor de eerste vier plaatsen. Verder is het toch vooral een raadsel. Neem nu Adrien Trebel: al drie jaar proberen ze hem van de hand te doen. Maar omdat ze ook nog eens veel geld willen vangen, lukt het niet. Mogi Bayat moet het dan oplossen, maar dat ligt moeilijk door zijn reputatie. En kijk eens naar de spelers die op voorspraak van Kompany zijn gekomen: Nasri, Sandler, Roofe. Zo succesvol waren die ook niet. Zelfs Nacer Chadli heeft niet veel gespeeld: goede voetballer, maar duur en om de haverklap geblesseerd. Blijft over: Michel Vlap. Is dat de man die hen kampioen zal maken? En wat met Kompany zelf?”

Hij is wéér geblesseerd. De tol van de vele petten die hij draagt bij Anderlecht?

Raes: “Bij City was hij op het einde ook vooral geblesseerd, maar daar moest hij alleen maar voetballen. Je kunt niet bestuurder, coach, opleider, visiebewaker én speler tegelijk zijn. Ik verwacht dat hij veel zal rusten en vooral op het einde meer spelen, want hij wil natuurlijk nog naar dat EK. Daarna stopt hij met voetballen – dénk ik. Wouter (Vandenhaute, de voorzitter van Anderlecht, red.) zal hem wel bij de les houden. Daar is hij slim genoeg voor.”

‘Vorig jaar werd ons veel afgenomen, dit jaar nemen we alles terug’, sprak Kompany de Anderlechtspelers toe op de eerste training. Wat is hen afgenomen?

Raes: “Tja, dat weet ik niet. Kompany zit op een goeroeachtige wolk waar wij niet met hem kunnen praten. Dus kunnen we het hem niet vragen. Waarschijnlijk was het een verwijzing naar de kritiek op The Process. Nu, ik geloof in dat jeugdproject. Alleen hebben ze het te snel willen doorvoeren, met als gevolg dat ze nu geen Europees voetbal spelen. Waren ze wat pragmatischer te werk gegaan, dan deden ze dat nu wel. We weten ook nog niet hoe góéd al die jonge spelers echt zijn. Jérémy Doku kan iets worden, van Francis Amuzu moet ik het nog zien, en Sambi Lokonga is lang geblesseerd geweest. Het zijn nog geen Vanakens. Ook geen Mats Rits, die nooit in aanmerking zal komen voor de Rode Duivels, maar wel al vijf jaar zo goed als alle wedstrijden speelt. Het komt in orde, daar heb ik alle vertrouwen in, zeker met het nieuwe management. Maar nog niet direct.”

‘Een WK met 48 landen, de Nations League, de Champions League en het WK voor clubs: ooit moet het ontploffen. Ik vergelijk het met de dinosaurussen: hoe groter ze werden, hoe dichter ze bij de ondergang kwamen.’ Beeld Marco Mertens
‘Een WK met 48 landen, de Nations League, de Champions League en het WK voor clubs: ooit moet het ontploffen. Ik vergelijk het met de dinosaurussen: hoe groter ze werden, hoe dichter ze bij de ondergang kwamen.’Beeld Marco Mertens

BEERSCHOTHOND

Hoeveel vreugdesprongetjes heb je gemaakt bij de promotie van Beerschot?

Raes (lacht): “Ze hebben het verdiend, hè. De voorbije twee jaar hadden ze er telkens net naast gegrepen, waardoor er wat moedeloosheid begon in te sluipen. Daarom is het goed dat het nu gelukt is.

“Het doet me wel iets: mijn vader is in de Beerschotstraat geboren en ik ben opgegroeid in de buurt van het Kiel. Ik heb twee jaar in de A-kern gezeten – Juan Lozano was een leeftijdsgenoot – maar heb nooit in de eerste ploeg gespeeld. Wel bij de reserven, vaak zelfs in de spits naast de grote Manu Sanon. Die had voor Haïti op het WK gescoord tegen Italië en is daarna naar Beerschot gekomen. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Pas op, Beerschot speelde toen voor de Europese plaatsen. Dat was echt een topvijfploeg. Nu is de belangrijkste ambitie om erin te blijven en een stabiele eersteklasseclub te worden.

“Mijn hart klopt iets meer voor Beerschot, maar ook het oude Beveren – met Heinz Schönberger en Jean Janssens, die ik nog tegen Inter Milaan en Barcelona heb zien spelen – heb ik in mijn hart gedragen. Ik ging ook vaak naar Antwerp kijken. Dat gevoel van rivaliteit waar zoveel voetballiefhebbers op teren: ik ken dat niet. Ik vind het ook niet mooi. Hooguit is het een leuke spielerei. Een rolletje dat ik soms speel in Extra Time en dat sommige mensen ernstig nemen, terwijl het maar een spel is. Ik ben niet de Mark Uytterhoeven van den Beerschot. Bij hem is het diepgewortelde liefde voor KV Mechelen, de club die hij ook nog eens heeft gered. Dat zit niet in mij, zo fanatiek ben ik niet.”

Beerschot promoveert en Antwerp wint de beker: het Antwerpse voetbal floreert.

Raes: “Logisch, toch? Alles is hier aanwezig, met de haven en zijn vele bedrijven. En toch heeft deze stad jarenlang geen ploeg in de hoogste klasse gehad. Onvoorstelbaar. Antwerp is twee jaar geleden op een diefje gepromoveerd, maar heeft nu geld en knowhow te koop. Van Luciano D’Onofrio kun je denken wat je wilt – en terecht – maar hij weet wat hij doet. Wie anders dan hij had Mbokani naar Antwerp kunnen brengen? Ondertussen blijft Paul Gheysens geld in de club pompen, gebeten als hij is op Bart Verhaeghe en Club Brugge. Die weg zal Beerschot niet opgaan, het is een pak bescheidener. Na het faillissement uit 2013 heeft het zijn lesje geleerd.”

Word je nog belaagd op de Bosuil om je Beerschotstempel?

Raes: “Dat is altijd zo geweest, ook al kan ik het scheiden. Als je zo lang journalist bent, moet dat ook. In 1993 speelde Antwerp tegen Spartak Moskou: het won en plaatste zich voor de finale van de Europabeker voor bekerwinnaars op Wembley. Carl Huybrechts leverde het commentaar, ik deed de interviews op het veld. Toen de supporters na het laatste fluitsignaal het veld bestormden – toen kon dat nog – zag ik hen als een kudde buffels op mij afkomen. Ik stond daar met mijn microfoon. Eén van die gasten kreeg mij in de gaten en riep: ‘Wat doede gaaj hiêr? Voilen Beerschothond!’ Verder ging het niet. Ik ben nooit fysiek belaagd.”

Slechts vijf clubs hebben nog een Belgische trainer.

Raes: “Ach, daar maak ik me niet druk in. Van sommige buitenlanders kun je je afvragen: van onder welke steen komt die nu gekropen? Zijn voornaamste referentie blijkt dan een goede relatie met de nieuwe clubeigenaar te zijn. Raar, soms. Maar het is een trend die door al die buitenlandse overnames niet tegen te houden is. Zo onlogisch is het ook niet: vaak staan er maar één of twee Belgische spelers meer in een elftal. Een trainer hoeft dus geen Nederlands meer te kunnen om in België aan de slag te gaan. Ik weet haast zeker dat Ivan Leko Engels spreekt op de training: op Ritchie De Laet na spreekt niemand daar nog Antwerps.”

Met maar vier plaatsen in play-off 1 en de kans dat we die niet eens halen als een volgende coronagolf de competitie stillegt, zou het een nerveus kampioenschap kunnen worden.

Raes: “Ploegen zullen minder kunnen rekenen en van het begin af voluit moeten gaan. Pieken naar de play-offs zal risico’s inhouden. Stel dat de competitie na twintig speeldagen stopt en de stand van dat moment definitief wordt, dan kan een vroege dip je fataal zijn. Nu, laten we er voorlopig nog van uitgaan dat het niet zover komt. Het systeem met play-offs heeft veel tegenstanders, maar ik ben een fan.

“Mag ik nog iets zeggen over de uitbreiding van 1A naar achttien ploegen?”

Ga je gang.

Raes: “Jaren geleden al riepen sporteconomen dat er in België plaats is voor hooguit veertien profclubs. Nu hebben we weer een competitie met achttien ploegen. Ik vond het een legitieme strijd van de Pro League om te proberen die zestien ploegen te handhaven. Waasland-Beveren deed alsof hun het grootste onrecht van de wereld was aangedaan, maar ze stonden wel laatste. De kans dat ze zich nog zouden redden, was puur mathematisch. Ze hadden maar wat beter moeten spelen. En niet om de haverklap een nieuwe trainer aanstellen en spelers uit alle windstreken aantrekken.”

De kans dat Anderlecht play-off 1 had gehaald, was even klein. Maar zij hebben wel een stevige financiële compensatie gekregen. Voor Waasland-Beveren was er geen mededogen.

Raes: “In Frankrijk en Nederland zijn de competities ook stilgelegd en daar hebben de rechtbanken geoordeeld dat het aan de voetbalinstanties was om zelf beslissingen te nemen. Frankrijk heeft een kampioen uitgeroepen, Nederland niet. Bij ons blijven we bezig met eindeloze procedures. De cadeaus die de grote clubs elkaar hebben gegeven, hebben daar geen goed aan gedaan. De kleintjes worden klein gehouden en dat is onrechtvaardig. Maar het zijn de groten voor wie de tv-zenders veel geld neertellen. Ik ben absoluut een voorstander van minder clubs en minder wedstrijden, maar dat staat los van de oneerlijke verdeling van het geld. In dat opzicht kunnen wij veel leren van de solidariteit waarmee het Duitse voetbal, Bayern München op kop, deze crisis heeft aangepakt.”

Waarom heeft ons voetbal geen werk gemaakt van een globaal noodplan om de hele bedrijfstak door deze pandemie te sleuren?

Raes: “Omdat je daar een onafhankelijk geleide Pro League voor nodig hebt. Maar dan moeten de clubs eerst beslissen dat ze niets meer te zeggen hebben. Dat doen ze niet graag. Van hoog tot laag, van Club Brugge tot Waasland-Beveren, denkt iedereen aan zichzelf.”

Zullen clubs de boeken moeten sluiten, zoals in de horeca en de muziekwereld?

Raes: “Clubs die aan de rand van de afgrond stonden, zullen het nog moeilijker krijgen. Sommige economen hebben al gezegd dat deze gezondheidscrisis de sanering van ons voetbal in de hand zal werken. Voor de getroffen clubs zal het een drama zijn, voor ons voetbal misschien de noodzakelijke zuivering. Lokeren is al verdwenen: wel, over drie jaar zijn we dat vergeten. Nu, ik denk dat het nog zal meevallen. De mallemolen zal blijven draaien: dat Lierse Kempenzonen en de beloften van Club Brugge nu in 1B spelen, had ook niemand durven te denken. Maar buitenlandse voorbeelden hebben bewezen dat het niet werkt om beloftenploegen in het profvoetbal op te nemen.”

Het blijft bewonderenswaardig, de ijver waarmee ons voetbal zich keer op keer in de eigen voet schiet.

Raes: “Wij waren het eerste Europese land dat zijn competitie heeft stilgelegd. Daar hebben we met z’n allen voor staan applaudisseren. Tot ze overal elders in Europa de draad weer oppikten en we ons gingen afvragen: ‘Waarom hebben wij die 30ste speeldag niet meer afgewerkt?’ Het is makkelijk om op de Pro League te schieten: altijd raak! Ze maken het er ook naar, dat is waar. Maar de economische en maatschappelijke waarde van het voetbal is ondertussen voor iedereen duidelijk. Anders waren ze er nooit opnieuw aan begonnen in de Premier League en werden de Champions League en de Europa League nu niet op een drafje afgewerkt. In België worden de spelers twee keer per week getest, dan moet je ook hier perfect kunnen voetballen.”

Na dit seizoen volgt er nog een EK. Heb je daar al bij stilgestaan?

Raes: “De kalender zit overvol. Achttien ploegen en miniplay-offs: dat betekent veertig wedstrijden. Neem daar Europees voetbal en voor de internationals enkele interlands bij. En daarna nog een EK: waanzin! Spelers zullen overbelast raken. Wayne Rooney heeft zijn afschuw al uitgesproken: voetballers zijn marionetten geworden, zei hij. Altijd en overal moeten ze maar opdraven, alsof ze machines zijn. Dat is al langer zo, maar corona heeft dat nu scherp gesteld. Wij klagen over de Pro League, maar wat te denken van de UEFA en de FIFA? Het WK zal met 48 landen gespeeld worden, er is de Nations League, de Champions League en het WK voor clubs: het houdt maar niet op. Ooit moet het ontploffen. Ik vergelijk het met de dinosaurussen: hoe groter ze werden, hoe dichter ze bij de ondergang kwamen.”

Komt het nog goed met Eden Hazard?

Raes: “Onze kranten stellen het graag voor alsof Real Madrid Thibaut Courtois en Eden Hazard is. Dat is natuurlijk niet zo. Hazard was the king bij Chelsea, waar iedereen zich aan hem aanpaste. Maar bij Real heb je zovéél goede spelers: Kroos, Ramos, Modric, Marcelo, Benzema. Qua uitstraling doen die niet onder voor Hazard, waardoor hij bij Real niet de status heeft die hij bij Chelsea wel had. Dat heeft hem zijn natuurlijke flair gekost.

“Het liefst van al zien wij hem een koningskoppel vormen met Benzema – dat las ik toch toen hij twee matchen op rij speelde – maar ik weet niet of hij het bij Real zal maken, hoor. Het is toch onvoorstelbaar dat hij er een jaar geleden met overgewicht aankwam? Bij de grootste club van de wereld! Hazard mist iets wat Ronaldo, Messi en ook De Bruyne wél hebben: de beste willen zijn. Dat hij nu fit moet proberen te raken na een blessure die is veroorzaakt door een Belg – Thomas Meunier – maakt het extra pijnlijk. Dat ze hem maar zijn tijd laten nemen bij Real. Met het oog op het EK kan dat alleen maar in zijn voordeel zijn. Want dat hij bij de Rode Duivels op z’n beste niveau zal terugkeren, daar twijfel ik minder aan dan dat hij het bij Real zal maken. Nu, dat laatste hóóp ik wel, natuurlijk.”

Extra Time, Canvas, maandag, 22.25 uur

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234