NieuwsChampions League
Kevin De Bruyne, Manchesters koning van de kwartfinales
Zijn cijfers verbleken naast die van monsters als Cristiano Ronaldo, Robert Lewandowski of Lionel Messi. Toch weet Manchester City dat het in de knock-outfase van de Champions League altijd kan rekenen op Kevin De Bruyne.
Dinsdag tegen Atlético Madrid speelde De Bruyne (30) zijn vijftigste match in de Champions League voor Manchester City. Een frustrerende avond in de loopgraven bekroonde hij met de winnende treffer en de UEFA-trofee voor man van de match.
De Bruyne debuteerde op 15 september 2015 voor Man City in de Champions League. Zijn doelpunt tegen Atlético was zijn elfde in de competitie. Daarmee staat hij sinds zijn entree bij City op plaats 35 van alle schutters. Geen uitzonderlijk aantal, maar op de lijst is hij wel de best scorende centrale middenvelder.
Toch is hij, ook met zijn achttien assists erbij, over die periode niet de meest beslissende speler bij zijn club. Die eer moet hij laten aan winger Raheem Sterling, goed voor 24 doelpunten en 20 assists. Qua doelpunten doen ook de ondertussen gestopte Sergio Agüero en Gabriel Jesus beter.
Beter in knock-outfase
Pas als we de opsplitsing maken tussen de groepsduels en de beslissende fase van de Champions League kantelen de cijfers in het voordeel van De Bruyne. Vijftig procent van zijn doelpunten en assists levert hij in de knock-outwedstrijden, 30 procent zelfs in de kwartfinales.
In zijn eerste seizoen sleurde hij Man City met twee goals voorbij PSG. In een spektakelmatch tegen Tottenham, waarin City toch werd uitgeschakeld, bracht hij drie van de vier goals aan. Twee jaar geleden scoorde hij tegen Lyon, vorig jaar tegen Dortmund en dinsdag dus tegen Atlético. In de kwartfinale kan City op zijn koning rekenen.
De Bruyne mag dan bepalend zijn voor City in de Champions League, toch verdwijnen zijn cijfers in het niets bij die van de topperformers. Cristiano Ronaldo (63 goals, 18 assists), Robert Lewandowski (62 goals, 13 assists), Lionel Messi (48 goals, 14 assists), Kylian Mbappé (33 goals, 23 assists) en Neymar (27 goals, 28 assists) hebben sinds 2015 duidelijk andere standaarden gezet.