Interview
Kenneth Staelens, de beste vriend van Kevin De Bruyne: ‘Soms moeten wij als bodyguards ingrijpen’
De helft van hun leven zijn ze al bevriend. Kenneth Staelens (30) kan in Porto niet ontbreken. De beste kameraad van Kevin De Bruyne vertelt over zijn band met de beste middenvelder ter wereld, zijn vrijgevigheid en zijn sms-verkeer. “Toen ik hem eens vroeg of hij beseft hoe goed hij wel is, antwoordde hij droog: ‘Ja, dat weet ik’.”
Kenneth Staelens: “Mijn monoloog begin ik met een geestig verhaal dat Kevins je-m’en-foutisme typeert. In de zomer van 2013, hij speelde toen nog bij Werder Bremen, waren we op vakantie in Las Vegas. Dortmund had interesse. Chelsea wilde hem terug. Op een avond waren wij met onze bende op stap. En Kevin zat constant op zijn telefoon. Eén van ons vroeg hem: ‘Met wie ben je aan het sms’en?’ Kevin: ‘Met Mourinho.’ Wij waren al wat aangeschoten, maar hij vertelde ons wat erin stond: ‘Kom naar Chelsea, ik wil je er graag bij’, of zoiets. Even later tuurde hij weer naar zijn gsm. Waarop ik zeg: ‘Met wie ben je nu weer aan het sms’en?’ En hij dan laconiek: ‘Da’s Jurgen Klopp. Die wil mij naar Dortmund halen.’ Terwijl wij aan het feesten waren, kreeg hij doodleuk berichten van twee toptrainers. Onvergetelijk.”
• • •
“Kevin en ik kennen mekaar van bij de U14 in Genk. Eigenlijk al van ervoor, maar toen niet persoonlijk. Hij was die beruchte speler van Gent die op zijn veertiende naar onze ploeg zou komen. In die tijd was het nog niet zo de gewoonte van Genk dat het een speler zo ver ging halen. Ik herinner me nog dat wij met onze school tegen de zijne moesten spelen. Bij ons waren het quasi allemaal spelers van Genk. Je voelde wel lichte afgunst tegenover die gast die volgend seizoen bij ons zou komen spelen. Niet bij mij – ik zit zo niet in mekaar. (lachje) Er is in die match toen wel wat afgeschopt.”
“Door die lichte jaloezie was het voor hem niet makkelijk om zich in de groep te integreren. Hij kwam als buitenstaander in een ploeg die eigenlijk al gevormd was. Kevin was verlegen en niet de gast die uit zichzelf met jou kwam praten. Op het veld was hij wel een hele andere. Explosiever. Die tijd kon hij nogal gefrustreerd rondlopen. Dat hielp hem niet.”
“Onze vriendschap is pas later ontstaan, niet in dat eerste jaar. Hij zat niet bij mij in de klas. En na een match bij Genk hadden wij de gewoonte om bij ploegmaats thuis te gaan. Die band tussen spelers werd vooral gesmeed door buiten het voetbal af te spreken. Kevin kon dan zelden mee. Hij moest met zijn ouders terug naar Gent.”
Enorm vrijgevig
“Toch zijn wij altijd contact blijven houden, ook al waren we toen nog geen echte vrienden. We zijn pas echt close geworden toen we beiden ons rijbewijs haalden. Ik ben op mijn zeventiende naar Roda JC getrokken, Kevin bleef bij Genk. Als profvoetballers hadden wij allebei hetzelfde schema. Terwijl al onze jeugdvrienden op school zaten, hadden wij de namiddagen vrij. Zo zijn wij dingen samen beginnen doen. Golfen onder andere.”
“Waarom het klikte, is moeilijk onder woorden te brengen. Maar ik merk wel dat hoe ouder we worden, hoe meer we dezelfde dingen leuk vinden: golf, NBA, de muziek, zelfs wat we graag eten – Asian fusion, dingen om te sharen.”
“Kevin is enorm vrijgevig. Ik heb vrienden in de VS. Kevin heeft sowieso een select groepje kameraden, maar juist omdat ik al langer bevriend ben met anderen, gaat hij mijn vrienden ook vertrouwen. En verwennen. Zonder dat ik er iets mee te maken had, regelde hij tickets voor mijn Amerikaanse vrienden voor een match tijdens een tournee van City daar bijvoorbeeld. ’t Zit in die kleine dingen. ’t Is zelfs zover gekomen dat er tussen hem en mijn vrienden ook een band is ontstaan. Ze werden uitgenodigd op zijn trouw. We gaan elk jaar samen op vakantie. Hij beschouwt mijn vrienden nu als zijn beste vrienden. Chic.”
• • •
“Ik zou liegen als ik zeg dat ik altijd heb geweten dat Kevin de wereldtop zou bereiken. Toen hij bij de eerste ploeg van Genk debuteerde, in 2009, heb ik gedacht: het kan nog beter. Daarna ging hij naar Chelsea. Elk seizoen dat volgde, dacht ik: het zal nu wel oké zijn geweest, hij zit aan zijn plafond. ’t Is ongelooflijk straf hoe hij zijn limieten telkens weer heeft verlegd. Soms kijk ik naar Kevin en denk ik ‘wow’. Ongelooflijk wat hij doet. Ik vergeet soms dat hij nu die wereldster is, maar ik steek mijn bewondering ook niet weg. Na elke match stuur ik hem een bericht. Ik doe zijn sociale media, dus mij antwoordt hij vrij snel. Nooit lange antwoorden – zo is hij niet. En nooit emoji’s – die gebruikt hij niet.”
Gouden Bal? Het zal wel
“Ik zie Kevin nu nog zelden slecht spelen. Hij is altijd in controle. Zelfs op een mindere dag doet hij nog de juiste dingen of loopt hij juist. Ook daarin is hij gegroeid. Vroeger stond hij met gezonde tegenzin op links of rechts. Nu speelt hij in de spits, niet zijn favoriete positie, maar doet hij dat toch met volle overgave. Omdat hij weet: zo gaan we naar die finale.”
“Over de Champions League winnen zal hij uit zichzelf niet snel iets zeggen. Tenzij je hem ernaar vraagt. Ooit heb ik hem wel eens gevraagd: ‘Besef jij wel hoe goed je bent? Dat je één van de besten ter wereld bent?’ Zijn antwoord was kurkdroog: ‘Ja, dat weet ik.’ Dat is zijn zelfzekerheid. Over individuele prijzen is hij onzekerder. Onlangs hadden we het over de Gouden Bal en toen antwoordde hij cynisch: ‘Ja, ’t zal wel zijn’.”
“Bijgelovig is hij niet, maar toen we het er onlangs over hadden, zei hij wel dat hij door de opeenvolging van matchen automatisch hetzelfde gaat doen: zelfde eten, zelfde opwarming… Als hij een vrijschop of corner trapt, doet hij onbewust nog altijd hetzelfde als bij de jeugd: broekje even naar beneden. (imiteert hem) En vervolgens veegt hij zijn voorhoofd af aan zijn arm.”
• • •
“De Kevin die ik vijftien jaar geleden heb leren kennen, is een andere dan diegene die nu naast me zit. En we zijn nog veel hechter geworden. Ik ben de peter van Rome, zijn tweede zoon. Mijn vrouw Zoë is de meter van Rome en de beste vriendin van zijn vrouw, Michèle.”
“Ik zeg dit zonder te slijmen, maar door Michèle is Kevin helemaal opengebloeid. Kevin is veel socialer geworden, toegankelijker en open-minded. In het begin van zijn carrière was hij – hoe ga ik het zeggen – een beetje wereldvreemd. Zo gefocust op het voetbal dat hij bij wijze van spreken niet wist hoe hij zich op een feestje moest gedragen. ’t Is net misschien door die oogkleppen dat hij staat waar hij nu staat, maar zijn interessepalet is verruimd.”
“Zijn gedachten staan niet enkel meer op het voetbal, maar hij blijft heel professioneel. Je weet dat Kevin amper idolen heeft. Maar als hij toch iemand mag kiezen naar wie hij opkijkt, dan is dat LeBron James. Wel nu, drie jaar geleden was Kevin geblesseerd aan de knie. Via zijn schoenensponsor Nike kreeg hij de mogelijkheid om LeBron te ontmoeten tijdens een shoot. In Barcelona. Kevin moest niet trainen of spelen, maar paste toch. ‘’k Ga dat niet doen, want twee uur op een vliegtuig is niet goed voor mijn knie.’ Het enige idool dat hij heeft, laat hij staan voor zijn lichaam. Ook dat is Kevin.”
• • •
“Kevin is altijd rustig geweest. De kalmste van allemaal. Nog meer door zijn gezin. Hij zegt dat ook altijd: ‘Ik kan het me niet inbeelden dat ik hier in Manchester alleen zou zitten’. Door het vaderschap zet hij zich makkelijker over een teleurstelling heen. Vroeger, als hij verloor, dan hoorde je hem een tijdje niet. Nu zijn de reacties gematigder. Als ik in Manchester ben, en de kids zijn er, dan valt dat allemaal wel mee. Hij is daar ook héél graag. Trekt binnen de spelersgroep vaak met de Engelsen op. Altijd dezelfde kliek. John Stones en Kyle Walker. En nu ook Nathan Aké. Met de faciliteitenmanager van City, Alex, is hij heel close. Dat is typisch Kevin. Het best bevriend met de normale werkmens op een club.”
“In Porto ben ik erbij. Samen met zijn neef Karel, de pa van Michèle, Michèle en haar zus, denk ik. Dit wilde ik niet missen. Kampioen van Engeland, die PFA Player of the Year, het is allemaal cool. Maar toen ze zich plaatsten voor de finale had ik wel zo’n ‘What the f***?’-moment. Dat is waar je het als kleine jongen voor doet. Die ultieme droom.”
“Dat Kevin van alle kanten wordt bekeken als we eens weggaan, zijn we gewoon. Tijdens het eten wil hij gerust gelaten worden, maar op andere momenten moeten wij soms ingrijpen. Wij als zijn bodyguards die mensen vertellen dat het nu even genoeg is geweest. Die aandacht blijft raar voor ons. Kevin is voor ons nog altijd Kevin. Een vriend, geen wereldster. Wanneer wij met onze vriendengroep samen zijn, halen wij vooral herinneringen op.”
• • •
“Beginnen deden we 1.400 woorden eerder in Vegas, eindigen dus ook. De eerste keer dat we met de boys op stap gingen, verzorgde hij ons goed. Hij betaalde lang niet alles, maar tijdens de nachten kon er wel wat af voor ons. Alleen: de eerste avond speelde hij meteen zijn VISA-kaart kwijt. Een stressmoment. De paniek sloeg wat toe: wat gaan we nu doen? Uiteindelijk hebben we toch een oplossing gevonden, maar ’t is wel zo’n moment dat wel eens passeert. ‘Weet je nog, Kev, toen met die VISA-kaart?’”