Dinsdag 06/06/2023

AchtergrondJakob Ingebrigtsen

Kaneelbroodjes bakken of hardlopen, voor Ingebrigtsen is alles een wedstrijd

Jakob Ingebrigtsen op het WK indooratletiek in Belgrado, afgelopen weekend. Beeld Photo News
Jakob Ingebrigtsen op het WK indooratletiek in Belgrado, afgelopen weekend.Beeld Photo News

De Noor Jakob Ingebrigtsen is de vijfde zoon in een gezin met zeven kinderen, bijna allemaal atleten, getraind door vader Gjert. Die drilt zijn jongens op het maniakale af. ‘Je moet een dikke huid hebben om te overleven.’ Zondag pakte Ingebrigtsen zilver op het WK indoor.

Eline van Suchtelen

Jakob Ingebrigtsen was een jaar of vijftien toen hij op een wedstrijd in Stavanger plotseling de 100 meter horden moest lopen. Had hij nog nooit gedaan. Het leek zijn vader en coach Gjert een goed idee om zijn zoon wat hardheid bij te brengen.

“Jakob had daar nog nooit voor getraind”, vertelt Honoré Hoedt, de voormalige trainer van Sifan Hassan. Hoedt was een tijd bondscoach in Noorwegen en zag die bewuste wedstrijd in Stavanger. “Hij was toen nog een klein mannetje. Die horden waren veel te hoog voor hem. Bij de vijfde horde ging hij op zijn bek. Daarna moest hij als soort van straf nog een 1.500 meter doen. Dat laat wel zien wat voor methodes die vader hanteert.”

De 21-jarige Noor was het voorbije weekeinde een van de grootste sterren op het WK indooratletiek in Belgrado. Op de Spelen in Tokio werd hij olympisch kampioen op de 1.500 meter, de afstand die voorheen altijd gedomineerd werd door de Afrikanen. In februari scherpte hij het indoorwereldrecord op die afstand aan tot 3:30.60 seconden. Zondag hoopte Ingebrigtsen in Servië zijn eerste wereldtitel te behalen, maar de Ethiopiër Samuel Tefera liep een zucht sneller in de finale. Een dag later zou Ingebrigtsen wel positief testen op covid.

Eigen realityserie

Het loopwonder uit Noorwegen is de vijfde zoon in een bijzonder gezin met zeven kinderen, die bijna allemaal hardlopen. Vader Gjert heeft er zijn levenswerk van gemaakt om zijn kroost naar de wereldtop te brengen.

Vijf jaar werd de familie, waar 25 jaar leeftijdsverschil zit tussen de oudste en de jongste zoon, gevolgd op de Noorse televisie in de realityserie Team Ingebrigtsen. Thuis is alles een wedstrijd. In de eerste aflevering is te zien hoe de kinderen met hun moeder Tone kaneelbroodjes bakken. Vader Gjert houdt met een stopwatch bij hoelang ze erover doen. Als de tijd ingaat, beginnen de kinderen wild te slaan op het deeg. Hilariteit alom.

Bij de ochtendtrainingen wordt minder gelachen. Pa laat zijn zoons voor school om zeven uur ’s ochtends langlaufen op skates in de parkeergarage. “Ik was acht of negen toen ik moest rolschaatsen in de garage. Ik wist wel dat het niet normaal was. Mensen dachten dat we gek waren. Dat dacht ik zelf ook weleens”, zegt de 28-jarige Filip, een van de broers die topatleet werd.

Vader Gjert is streng. Geen training wordt overgeslagen. Als één van de zoons op reis wil met zijn vriendin ontstaat er ruzie omdat het niet strookt met het trainingsschema. “Mag ik ook wat zeggen, of is dit een dictatuur?”, wordt er gebriest in de keuken.

Vader wijkt niet van zijn methode af. Zijn zoons moeten sterk worden, zegt hij daarover op televisie. “Dit is geen wereld voor emotioneel labiele mensen. Je moet een dikke huid hebben om te overleven en te winnen. Ik wil een vader zijn. Maar als ik een boze man moet zijn om hun dromen waar te maken, ben ik liever een boze man en accepteer ik wat ik mis.”

Weinig blessures

Jakob is het grootste talent van de familie. Hij beschikt over een enorm uithoudingsvermogen en is relatief weinig geblesseerd. Door alle experimenten in trainingen hebben zijn broers het nodige blessureleed geleden.

In 2018 wordt Jakob als zeventienjarige voor het eerst Europees kampioen op de 1.500 meter. Hij is de derde broer in zes jaar die dat doet. Henrik en Filip gaan hem voor in 2012 en 2016.

De Noor kijkt naar zijn concurrent Samuel Tefera in de finale van de 1.500 meter. Beeld REUTERS
De Noor kijkt naar zijn concurrent Samuel Tefera in de finale van de 1.500 meter.Beeld REUTERS

De talenten brengen uren in het lab door om hun fysieke eigenschappen te testen. Gjert Ingebrigtsen, die werkte als logistiek planner zonder achtergrond in de atletiek, haalt zijn kennis overal en nergens vandaan. “Hij was in het begin heel onzeker”, zegt trainer Hoedt. “Ik maakte hem mee tijdens de Spelen van Londen in 2012 waar hij met Henrik was. Gjert was daar heel zenuwachtig. Hij vroeg je de oren van het hoofd in die tijd. Over de omvang van training en wanneer dat moest afnemen.”

Veel van zijn ideeën zijn geïnspireerd op de theorieën van Marius Bakken. De voormalige atleet, die honderden mailtjes van de familie gekregen zou hebben, maakte veelvuldig gebruik van lactaatmetingen om zijn fysieke staat te analyseren. Na elke training prikken de Ingebrigtsens daarom met een naald in hun vinger voor een druppel bloed om te zien hoeveel melkzuur, de graadmeter voor spiervermoeidheid, het lichaam heeft aangemaakt.

Door onder vier millimol per liter te blijven in trainingen zorgen ze dat er niet te veel afvalstoffen in hun lichaam komen. Als dat wel gebeurt, geeft dat afbreuk in plaats van opbouw. Daarnaast doen ze op meerdere momenten in de week twee keer per dag een intervaltraining. In de ochtend worden er bijvoorbeeld setjes van vijf keer zes minuten op tempo gelopen, gevolgd door een avondsessie van 25 keer 400 meter.

Er zijn bijna geen sporters die daar heelhuids uitkomen, omdat er geen tijd is om te herstellen van de ochtendsessie. De meesten maken hun lichaam zo kapot. Omdat de broers op het maniakale af hun lactaat bijhouden blijven ze net onder de veilige grens. Ze volgen ook elk jaar hetzelfde schema, zodat ze goed zien wat wel en niet werkt.

Meer overschot

Jakob Ingebrigtsen had als jong talent al een enorme longinhoud. Naast goede genen hield hij dat over aan de lange trainingsweken die hij als kind al maakte. Daarom heeft hij in de laatste meters net wat meer over dan de rest.

En dat terwijl hij zegt niet echt van hardlopen te houden. Vlak voor de Spelen van Tokio wordt een gesprek met zijn oudere broer Filip gefilmd. “Het is gewoon toeval dat ik loop”, zegt Ingebrigtsen. “Ik vind het niet eens echt leuk. Als ik ergens anders was geboren, had ik iets totaal anders gedaan.” Zijn broer gelooft het niet, maar hij denkt het echt. “Ik wilde gewoon mijn broers verslaan.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234