Japan
Japan blijft blind voor lijfstraffen in de sport
Japan moet iets doen aan de sportcultuur waarin gewelddadige straffen geaccepteerd zijn, vindt Human Rights Watch. De mensenrechtenorganisatie sprak honderden jonge Japanse sporters en schetst een schrikbarend beeld.
Een softballer uit Japan maakte mee dat zijn coach hem tot bloedens toe in zijn gezicht sloeg terwijl de hele groep toekeek. Een waterpolospeler werd in zijn jeugdteam weleens onder water geduwd tot hij bijna stikte als de coach niet tevreden was. Het was normaal, het gebeurde bij al zijn teamgenoten.
De verhalen van de softballer en waterpolospeler zijn twee voorbeelden uit een rapport van Human Rights Watch waarin het mishandelen van jonge topsporters in Japan aan de kaak wordt gesteld. Fysiek, verbaal en seksueel geweld heeft in sommige gevallen zelfs geleid tot zelfdoding, concludeert de mensenrechtenorganisatie. “Japan komt niet eens in de buurt van de internationale standaarden op het gebied van een veilig sportklimaat voor kinderen”, zegt Minky Worden, de mondiale directeur van de mensenrechtenorganisatie.
In de aanloop naar de Olympische Spelen van Tokio, die vrijdag zouden beginnen maar een jaar zijn uitgesteld naar de zomer van 2021, sprak Human Rights Watch met Japanse talenten uit meer dan vijftig verschillende sporten. De ervaringen van ruim achthonderd minderjarige sporters geven een schrikbarend beeld van de Japanse sportcultuur.
Taibatsu
Coaches deelden lijfstraffen, taibatsu genoemd, uit als hun pupillen niet goed luisterden. Als daar een klacht over kwam, werd er zelden iets mee gedaan. Van de geïnterviewde kinderen gaf er slechts één aan dat er sancties volgden voor de coach.
De mensenrechtenorganisatie wil dat de Japanse overheid elke vorm van mishandeling in de sportcentra bij wet gaat verbieden. Er moet volgens Human Rights Watch een onafhankelijk instituut worden opgericht dat zich gaat bemoeien met veiligheid in de sport. Crimineel gedrag moet worden aangegeven bij de politie.
In Japan was het tot voor kort legaal voor ouders om kinderen te slaan om ze ergens voor te straffen. De corrigerende tik werd in de meeste Europese landen verboden. Japan is vorig jaar pas begonnen met het opstellen van wetgeving op dit gebied, nadat twee kinderen waren overleden omdat ze te zwaar waren toegetakeld door een ouder.
Japan haalde de afgelopen jaren geregeld het nieuws op het gebied van mishandeling in de sportscholen. Vlak nadat de Spelen van 2020 waren toegewezen aan Tokio, in 2013, kwam er een video online waarin een volleyballer dertien klappen in zijn gezicht krijgt van zijn coach. De jongen onderging de lijfstraf roerloos, terwijl de hele groep toekeek en één aanwezige het tafereel stiekem filmde. In hetzelfde jaar trad een Japanse judocoach af, omdat hij de gewoonte had de judoka's uit de olympische ploeg van Londen 2012 met stokken te slaan.
Geen emotie
Na een storm van publieke verontwaardiging kwamen er initiatieven op gang om de situatie te verbeteren, zoals verschillende meldlijnen. Maar er veranderde amper iets, zegt Worden. “Bij sommige bonden kon je alleen een melding maken per fax, wat niemand gebruikt in Japan. Of de melding kwam meteen in de mail bij de directeur terecht, die misschien wel het beste vriendje van de betreffende coach was. Soms was een telefoonnummer niet eens bereikbaar.”
Voormalig Japans volleybalinternational Naomi Masuko werd ook zo grootgebracht op het veld. Ze mocht tijdens haar carrière alleen 'ja' of 'nee' zeggen tegen haar coach en leerde daarom elke emotie te onderdrukken. “Toen ik ouder was, praatte ik met mijn vroegere coach over dit onderwerp. Hij zei dat het voor zijn generatie nog veel erger was”, aldus Masuko.
Het is een herkenbaar verhaal, zegt Worden. “Mishandeling in de sport zit zo in de Japanse cultuur ingebakken dat helaas niemand zal opkijken van dit rapport. Misbruik wordt getolereerd, omdat niemand zijn mond open durft te trekken door de schaamtecultuur.”