WedstrijdverslagJaarmarktcross
Iserbyt spoelt EK-kater door met winst in Niel
Strijd tot op de meet. Letterlijk. Eli Iserbyt kreeg Toon Aerts pas in de ultieme rechte lijn op de knieën. De Jaarmarktcross in Niel was de spannendste van het seizoen tot nu toe. En zoals dat gaat bij een thriller zat het scenario vol plotwendingen. Ook aan polemiek geen gebrek.
Het nieuwe parcours in Niel leverde spektakel op, maar dat werd niet door iedereen gesmaakt. Op een van de loopzones zakten de deelnemers tot aan hun knieën in het slijk. Daar werd niemand vrolijk van, maar wat ons betreft, hoort het bij de cross. Ook het bobbelveld, een variant op het wasbord, zorgde voor commentaar. De strook zag er vooral gek uit, maar was ongevaarlijk. Verder was er nog een bijzonder steile afdaling aan het begin van de ronde.
“Te kort na de start”, oordeelde Toon Aerts. “Er is ook erg weinig plaats om van de fiets te springen wat het onnodig gevaarlijk maakt. Dit is niet het parcours dat je verwacht bij een klassementscross, maar met een paar wijzigingen kan dit iets heel moois worden.”
De vlam zat meteen in de pan. Diesel Lars van der Haar kwam het best uit de startblokken en zorgde meteen voor de schifting. Na één ronde zaten ze nog met vier vooraan: Van der Haar, Iserbyt, Aerts en Hermans. Laurens Sweeck had nummer vijf kunnen zijn, maar zijn derailleur brak af. “Ik had dit niet verwacht”, zei Van der Haar. “Ik heb deze week stevig getraind en diepe modder is niet echt mijn ding, maar het ging verrassend goed.”
Door het wegvallen van Sweeck had Pauwels Sauzen-Bingoal voor een keer geen numeriek overwicht. Iserbyt zat voor het eerst zelf in de tang bij Aerts en Van der Haar. “Ik vond dat leuk”, zei hij laconiek. “Dan moest ik zelf een keer niet de koers maken.” Iserbyt speelde het slim: hij kwam zelden op kop en controleerde vanuit positie drie of vier. Energiezuinig, heet dat.
In de laatste rondes veranderde de wedstrijdsituatie slag om slinger. Er werd gedemarreerd, er werd geaarzeld, er werd gevallen, gestruikeld en gebotst. Elk van de vier tenoren kwam zo wel een keer alleen op kop te zitten. Niemand kon een definitieve kloof slaan. Na een slopende wedstrijd liep de tank bij Hermans en Van der Haar het eerst leeg. “Maar ik denk dat iedereen op zijn limiet zat”, zei Aerts. “Het was een zware wedstrijd en we maakten allemaal fouten.”
In de voorlaatste ronde leek Iserbyt de pijp uit na een gezamenlijke schuiver van de twee Baloise Trek Lions. Aerts: “Maar toen draaide het geluk weer en reed Eli lek.”
“Ik had even de neiging om mijn fiets weg te gooien uit frustratie”, zei Iserbyt. “Maar dat doe je natuurlijk niet.”
De beslissing viel in de laatste zandbak. “Daar had ik dan weer geluk”, zei Iserbyt. “Ik reed er mijn minste passage van de dag, maar Toon was nog een stuk slechter. Ik had het bijna opgegeven, maar toen hij de zandbak opdraaide, zag ik hem even opzij kijken naar mij. ‘Dat is mijn kans’, dacht ik. ‘Zoiets doe je niet als je echt gefocust bent.’”
Aerts zat al de hele wedstrijd te knoeien in het zand en viel deze keer helemaal stil: zo verspeelde hij in extremis een voorsprong die comfortabel leek.
Met zijn tweeën gingen ze sprinten voor winst. Iserbyt glipte handig naar de eerste plaats en zette vol aan op het asfalt. Aerts plooide niet en probeerde langs rechts te passeren. De foute keuze: Iserbyt deed de deur professioneel dicht. “Ik denk niet dat ik daar iets fouts doe”, zei de kleine West-Vlaming. “Klopt”, zei Aerts die nochtans een soort protestgebaar met de arm leek te maken. “Dat was uit ontgoocheling. Het was een fair duel met Eli, ik heb niets om over te klagen.”
Wie in de finale kan terugkeren en winnen na een lekke band, is de verdiende winnaar. Iserbyt spoelde in Niel de kater van het EK door. “We hebben mijn waarden van het EK onderzocht: ik kreeg mijn hartslag nooit boven het omslagpunt. Een offday. Fysiek is er geen probleem, dus zal het misschien toch stress geweest zijn. Ik heb die niet bewust gevoeld, maar wellicht heeft het toch energie gekost. Dat is ook een deel van de sport. Daarom doet het deugd dat ik hier opnieuw kon winnen.”