NieuwsVoorstelling Jumbo-Visma
In Van Aerts schaduw hoopt Benoot nog op klassieke zege
Tiesj Benoot in een trui van Jumbo-Visma, dat is even wennen. Zijn bondgenootschap met Wout van Aert zou weleens de rode draad doorheen het klassieke voorjaar kunnen worden. ‘Ik rij liever met hem dan tegen hem.’
Botsende visies dreven Ilan Van Wilder weg bij Team DSM. Tiesj Benoot (27) verwoordde het in de congreszaal in Bonalba, nabij Alicante, gelijkaardig. “Toen het over 2022 en de verdere toekomst ging merkten we dat we niet langer op dezelfde golflengte zaten. Zij waren daar strikt in, ik ook. Dan stopt het natuurlijk en is het goed om er als volwassen mensen over te praten en voor de korte pijn te kiezen.”
Na de Ronde van Lombardije ontsponnen zich gesprekken op twee sporen. “Enerzijds moest mijn contract bij DSM worden afgesloten, maar dat kun je niet als je geen alternatief hebt. Diverse teams toonden interesse (onder meer Lotto-Soudal, JDK). Ik heb even nagedacht en uiteindelijk gekozen voor Jumbo-Visma, waar ik in een toffe omgeving terechtkwam. Eén en één is drie hier.”
Met dat ongewone rekensommetje doelde Benoot vooral op Wout van Aert, met wie hij op het WK 2020 in Imola de kiem legde voor een sterke vriendschapsband. “Dat was ons eerste echte contact. Op de Olympische Spelen in Tokio vorig jaar werden we kamergenoten. Nadien trokken we samen op hoogtestage naar Livigno en Diavolezza, 3.000 meter hoog. We zijn geen kopieën van elkaar, maar het klikt wel enorm goed. Ook buiten de koers.”
Zo goed dat één verkennend telefoontje naar Van Aert Benoot prompt over de streep trok. “Hij bevestigde wat Laurens De Plus en Maarten Wynants me hadden verteld over de professionele werking bij Jumbo-Visma. Vraag me niet om te vergelijken met DSM. Het is niet beter, het is gewoon anders. Ik heb het gevoel dat dit het meest geschikte team is voor mij. In essentie omdat het de ploeg is met de beste begeleiding, die het beste uit mij kan halen als renner.”
Kansen opofferen
Dat hij in eerste instantie uitkijkt naar de klassieke lente aan de zijde van Van Aert, klonk het enthousiast. “Het is wat ik de voorbije jaren heb gemist: een topfavoriet of snelle man in de ploeg. Twee jaar terug was die er bij DSM met Michael Matthews. Maar toen legde corona plots alles stil. Van Aert heeft nog wel een streepje voor op Matthews”, meende Benoot.
“Oké, er komen veel koersen aan waarin ik mijn eigen kansen zal moeten opofferen. Maar waar ik ze wél krijg zullen ze groter zijn dan ooit. Slaag ik er dan in om bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen te winnen, dan zal mijn carrière geslaagd zijn. Van Aert start weliswaar altijd en overal als kopman. Maar het is niet zo dat we van bij de start zullen beslissen: we rijden met zeven man op kop voor hem. Het doel is om een sterker blok te vormen waarin ook jongens als Mike Teunissen, Christophe Laporte en ik zo ver mogelijk proberen te komen. Dan kunnen we spelen in de finale. In die zin rijd ik dus beter mét Van Aert samen in de ploeg dan tegen hem.”
Rondewerk
Vraag is hoe het dan nog zit met Benoots uitgesproken ambitie om zich ook als ronderenner te ontwikkelen. Blijft dat verenigbaar met zijn rol in het klassieke eendagswerk? “Het seizoen stopt niet na Parijs-Roubaix, hé. De tijden zijn wat dat betreft ook veranderd", beweerde de Gentenaar. “Wereldtoppers doen tegenwoordig alles. Tadej Pogacar rijdt ook de Ronde en wint Luik-Bastenaken-Luik en Lombardije. Van Aert speelde het ei zo na klaar in Tirreno-Adriatico. Vroeger werden renners in vakjes geduwd, nu gaan ze over de disciplines heen. Met de huidige trainingsleer en wetenschappelijke aanpak is er veel mogelijk.”
Benoot haalt er net energie uit om na de klassiekers nog andere grote doelen te stellen, vertelde hij. “Als ik in orde ben, sluit ik niet uit dat ik in de Giro, Tour of Vuelta een belangrijke rol kan spelen. Dienend, in eerste instantie. Dat is de logica zelf als je met Primoz Roglic of Jonas Vingegaard aan de start komt.”
Zijn seizoen begint Benoot eind februari met het Vlaamse openingsweekend, gevolgd door Strade Bianche en Tirreno-Adriatico.