InterviewIljo Keisse
Iljo Keisse maakt zich op voor Zesdaagse van Gent: ‘Heb me voorgenomen niet meer te briesen tegen Mark Cavendish’
Iljo Keisse (38) begint dinsdag aan zijn voorlaatste Gentse Zesdaagse. Volgend jaar neemt hij, ook in Gent, afscheid van de koers. Snel en explosief vindt hij zichzelf niet meer. ‘Het is de leeftijd.’ En als zijn ploegmaat Mark Cavendish na zijn vakantie in Abu Dhabi ook een beetje uit vorm is, dan zal Keisse daar ook kunnen mee leven. ‘Ik heb me voorgenomen om niet meer tegen hem te briesen.’
Ben je nog een beetje in wintermodus of ben je toch volop aan het trainen?
Iljo Keisse: “Na het wegseizoen ben ik niet gestopt met trainen. Stoppen is een nadeel voor mij. Ik weet, uit ervaring, dat het dan ongelooflijk moeilijk is om weer op gang te komen. Zonder Zesdaagse had ik wel een winterstop ingelast. Maar ook dan is drie weken rust niks voor mij. Gewoon: verder doen.”
Met welke ambitie start je?
“Ik weet ook wel dat het moeilijker wordt om te winnen. Het is de leeftijd. De inspanningen op de piste zijn kort, hevig en intensief. De laatste keer dat ik in Gent stond was twee jaar geleden en toen heb ik gemerkt dat dat niet meer ging. Zo’n renner ben ik niet meer. Dat was mentaal moeilijk. En een beetje frustrerend.
“Of misschien had ik twee jaar geleden gewoon een mindere week. Daarom train ik weer volop met de bedoeling om mee te doen voor winst. Dan moet ik opnieuw los door de pijngrens en ook dat is vandaag iets moeilijker dan vroeger.
“Zelfs mijn techniek is niet meer wat hij geweest is. Andere, jongere pisterenners rijden nu spelenderwijs op de baan zoals ik dat vroeger deed. Nu denk ik: hier kom ik beter niet te dicht. Helemaal bovenaan de piste de bocht nemen, dat ga ik toch niet meer proberen.
“Wielrennen op de piste is ongelooflijk veranderd. Alles gaat nu om de grote versnelling en de pure kracht. Zo bekeken is de korte piste van Gent in mijn voordeel. Daar kom je in het Kuipke niet mee weg. Iedereen moet terug naar de kleine versnelling. Het is dus ook voor de echte pistiers aanpassen.”
Jouw ploegmaat Mark Cavendish is maandag al in Gent gearriveerd.
“Ja, en zijn fietsen heeft hij ook bij. Ze zijn redelijk in orde, maar nog niet helemaal. Cav verandert van fiets zoals van onderbroek. Hij heeft nu beslist om met andere frames te rijden. Die worden nu op de service course in Wevelgem in orde gezet. Hij heeft maandag op de piste in de Blaarmeersen getraind en daar was hij gisteren weer. Vandaag reizen we samen naar Kopenhagen voor een driedaagse daar.”
Je wond je twee jaar geleden nog op over de gebrekkige conditie waarmee hij naar Gent kwam. Toen werden jullie vierde. Is hij nu beter in vorm?
“Hij komt terug uit vakantie in Abu Dhabi. Hij zegt dat hij zijn fiets bij zich had en dat hij elke dag drie uren heeft gereden op de piste daar in de woestijn. Ik was er niet bij. Maar we hebben maandag samen getraind en er zat wel wat snelheid op. Dat leek wel oké.
“Toen hij maandag na vijftien ronden stopte dacht ik: daar gaan we weer. Uiteindelijk is hij maar vijf minuten van de fiets geweest en heeft hij de rest van de training afgewerkt. De zesdaagse is voor hem natuurlijk veel minder belangrijk dan voor mij. Hij bereidt zich niet voor zoals ik mij heb voorbereid.”
Hij komt toch omdat hij dat graag wil?
“Natuurlijk. Er is veel publiek, het is iets nostalgisch, hij koerst graag en hij kickt hier wel op.”
Had je niet liever met Michael Morkov gereden, die net als Cavendish ook jouw ploegmaat is in het dagelijkse leven en een kandidaat-winnaar in Gent bovendien?
“Morkov is absoluut top in dit wereldje, de beste van het moment. Maar ik ben ook blij dat ik met Cav kan rijden. Al is dat geen cadeau. We worden aangekondigd als een koningskoppel. Dat maakt me wel trots, maar dan heb ik ook wel mijn bedenkingen.”
Stuur je Cavendish nog whatsappberichten om een beetje druk op hem te zetten?
“Ook daar ben ik een beetje te oud voor geworden. Ik heb dat vroeger wel gedaan, om hem te pushen. Cav is Cav. Hij heeft een palmares dat in de raadzaal van het Gentse stadhuis niet binnen kan. Wie ben ik dan om te zeggen: zou je niet dit of dat doen? Ik heb me ook voorgenomen om niet meer tegen Cav te briesen in de zesdaagse. Dan zegt hij: ‘Don’t scream at me.’ Dat ga ik dus niet meer doen. We starten, we doen alle twee ons best en we zien wel waar we eindigen. Misschien moet ik wat meer genieten dan de vorige jaren. Het wordt tijd. Het wordt mijn voorlaatste zesdaagse in Gent, volgend jaar neem ik er afscheid van de koers.”