InterviewAimé Anthuenis
‘Ik kon niet meer spreken en stappen. Vreselijk’: Aimé Anthuenis na zijn zware coronastrijd
Aimé Anthuenis heeft nog steeds hetzelfde loopje: bovenlichaam lichtjes voorovergebogen, de knieën naar buiten, het hoofd schuin. Deze ex-bondscoach is nu aan het revalideren van Covid-19. ‘Ik kon niet meer spreken.’
“Na een strijd van maanden, inclusief zes weken coma, heb ik corona overwonnen, al weet je dat nooit zeker. Ik zit nu nog midden in de revalidatie. Verwacht van mij geen dramatisch exposé. Daarvoor was de ziekte te heftig. En ik denk ook aan de mensen die nu nog voor hun leven vechten. Die zijn niet gediend met dramatische effecten.”
Terwijl hij de bezwering uitspreekt, ontstaat er in zijn gelaat het begin van een rilling, alsof hij getroffen is door een inherente kou. Alles aan Aimé Anthuenis (77) is naturel. Voor toneelstukjes leent hij zich niet. Ook daarom krassen ze in de ziel. De gang naar een ziekenhuisbed heeft van eind oktober tot 16 april geduurd. Nog steeds is de revalidatie aan de gang. Het kost Anthuenis weinig moeite om de duisternis van Covid-19 weer op te roepen.
“Het was een lijdensweg. De herinnering blijft een nachtmerrie. Het was een aanslag die alles ontregelt”, zegt hij. Stel je toch eens voor: jarenlang gestoeid, met jonge jongens die vol testosteron zitten. Zakdoekje leggen op het laatste vrije plekje. Spelenderwijs het lichaam uitgeput tot de roes. De humor die daarbij hoort. En dan ineens moeten overschakelen op een spreekknop die alle spontaniteit wegneemt. Wat zou je dan nog te zeggen hebben?
Fysiek geconditioneerd
“Ik heb weken een spreekknop gehad. Ze hadden die aangebracht onder het strottenhoofd. Ik kon niet meer spreken. Je wordt met huid en haar in het isolement gestort. De communicatielijnen zijn doorgeknipt. Op den duur wil je de moeite niet meer doen voor die paar woorden. Het wordt stil in je hoofd.”
Voor een man die de stem van het volk in zich draagt, is mechanisch spreken een immens verdriet. Je bent blij dat je de ogen weer mag sluiten na een nietszeggend weerpraatje. “Stappen kon ik ook niet meer. Ook dat was een vreselijke amputatie. Ik ben toch altijd door het voetbal fysiek geconditioneerd geweest. Het verlangen om af en toe buiten adem te zijn hebben wel meer sportmannen.”
Hij is 20 kilo lichter. “Het enige voordeel, maar ik zat er natuurlijk niet op te wachten. Irritant waren de problemen met het slikken. Mijn slijmproductie bleek niet te temmen. Zwelgen lukte niet. Ik heb mijn keelspieren opnieuw moeten trainen. De klassieke klachten over kleur- en geurloosheid zijn misschien nog het minste. Al ben ik heel erg bang geweest dat genieten van een goede maaltijd en een lekker glas wijn voorbij zou zijn. Ik ben altijd een bourgondiër geweest en was niet van plan deze levensstijl te veranderen.”
Zijn gezicht klaart op. Er rimpelt een lach voorbij. “Ik heb veel goede herinneringen aan mijn tijd bij Anderlecht. Maar wat ik niet zal vergeten, is mijn diner met Constant Vanden Stock. De president had me uitgenodigd in zijn favoriete restaurant. We aten caviar au chou, een absolute delicatesse. Ik heb er op zijn ziekbed aan teruggedacht. Ik heb altijd aandacht besteed aan een goede maaltijd. De internationals trouwens ook. Na een interland werd er kreeft gegeten op de Vismarkt. Voetballers zijn zich bewust van de sociale dimensie van samen tafelen.”
Stijve harken
Anthuenis was van jongs af aan helemaal gefocust op koers en voetbal. “Ik ken alle namen en posities van eersteklassespelers uit mijn hoofd. En je mag er nog een aantal buitenlanders bij doen. Passieve kennis hoort bij voetbal. Je moet in het weekend willen weten wie gescoord heeft. Ik ben geen man van data en statistieken, maar trainers moeten wel met hun vak bezig zijn, en niet alleen op het veld.”
Anthuenis heeft al vroeg in Lokeren gewerkt met buitenlandse voetballers. Plechtig zegt hij nu: “Mijn rijkdom is dat ik met zoveel karakters en culturen heb mogen werken. Het leidt tot zelfkennis. Kijk, wij stijve harken, we moeten natuurlijk niet willen dansen, dat kunnen we beter overlaten aan de donkere jongens. Zij hebben mechaniekjes in hun lichaam die wij niet hebben. Ik zal ook nooit grapjes maken over de ramadan. Iedereen heeft het recht om zijn God te zoeken. Er zijn natuurlijk racistische incidenten geweest, maar ik heb niet het gevoel dat die toenemen.”
Omkoping
Het voetbalschandaal in België (het onderzoek naar onder meer matchfixing in het seizoen 2017-2018) stemt hem een beetje lacherig, zegt hij: “Hoor jij er nog iets van? Het is van alle tijden. Ik verloor met 4-1 tegen Deinze. Natuurlijk was de centrale middenvelder omgekocht. De mens heeft niets anders te bieden dan de mens.”
Als ex-bondscoach gaan de Rode Duivels hem nog steeds na aan het hart. Maar niet in blinde bewondering. “Er zijn een paar probleempjes. De defensie is een dagje ouder en dat kan zomaar worden afgestraft. En hoe zit het met de lengteas? Halen Courtois, De Bruyne en Lukaku hun niveau? Vergeet ook niet dat in het buitenland vernieuwing en verjonging hebben plaatsgevonden.”
De maestro blijft sceptisch. Heeft voetbal nog dezelfde plaats in zijn leven na het coronadrama? “Niets heeft nog dezelfde plaats. Ik weet dat ik een overlever ben. Ik heb op een dunne draad de toekomst tegemoet gewankeld.”