Hoe klop je ‘superman’ Mathieu van der Poel? Drie sluwe crossers van vroeger ontvouwen hun plan

In 24 crossen gestart, 23 keer gewonnen en één keer derde. Iedereen met een greintje gezond verstand weet: tegen deze Mathieu van der Poel valt op het WK niets te beginnen. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat een underdog een kampioenschap wint.

Dus: hoe kunnen de mannen van bondscoach Sven Vantourenhout op het wereldkampioenschap Dame Fortuna hardhandig een duw in de rug geven? Paul Herygers haalt de schouders op: "Iedereen mag iets proberen, maar het heeft geen zin.” Ook Mario De Clercq zucht: "Ik kan niets bedenken. Van der Poel is veel te sterk." Klaas Vantornout: "Er valt niets tegen te beginnen.”

Misschien zijn de drie simpelweg vergeten hoe zij het vroeger deden. Werd Vantornout vijf jaar geleden geen Belgisch kampioen nadat hij zijn fiets iets breder had neergeplant dan nodig? Hij herinnert zich dat wel degelijk, zegt hij. Maar dat is geen oplossing tegen het fenomeen Van der Poel. "Vallen en het pad van Van der Poel versperren, je zou dat een truc van de foor kunnen noemen zoals ze vroeger weleens te zien waren in de cross. Maar er kan moeilijk vijf man zijn fiets voor Van der Poel gooien. En zelfs als dat gebeurt, is er geen enkele garantie op succes. In Loenhout viel hij in de eerste ronde en was hij op een gegeven moment zelfs allerlaatste. We hebben allemaal gezien wat er daar gebeurd is.”

Misschien dat De Clercq, dé man van de snode plannen, wel een idee heeft. In 2001 versperde hij in volle WK-finale subtiel de weg voor de Tsjech Petr Dlask, waardoor landgenoot Erwin Vervecken wereldkampioen kon worden. Nee, de leeftijd heeft zijn herinneringen niet vervaagd, zegt De Clercq. "Je breed maken kán werken.”

Dan toch, een straaltje hoop? De Clercq lacht verontschuldigend. "Alleen als je dat in het slot van de race kunt doen. Dat is volgens mij de enige kans, hoe klein ook, voor de Belgen. Zeker niet demarreren, maar aanklampen, aanklampen, aanklampen. En bidden dat er iets uit de kast valt.”

Daar wringt het schoentje. Wie van de Belgen heeft het dit seizoen al gedaan, een hele cross lang voorkomen dat de Nederlandse alleskunner gaat vliegen? Alleen Toon Aerts deed het in Ronse, nota bene een cross waarvan De Clercq het parcours heeft uitgetekend. "Die omstandigheden waren totaal anders dan wat we op het WK zullen zien", zegt die. "Het was een extreem parcours met zware modder en heel veel loopwerk. Naar wat ik heb vernomen, zal het in Zwitserland vlak en warm zijn.”

Dan maar een tuinslang kopen en het parcours ’s nachts omtoveren in een modderpoel? De Clercq: "In de jaren zestig zou dat misschien gebeurd zijn. Sorry, ik vrees dat die tijden al lang voorbij zijn.”

Psychologische oorlogsvoering

Fysieke hinderlagen blijken ouderwets te zijn. Wat met psychologische oorlogsvoering? Herygers, de man van het ironische schouderklopje toen hij in 1994 Richard Groenendaal remonteerde en vervolgens de regenboogtrui pakte, kan daar vast wel gouden raad over geven.

Herygers: "Van der Poel wint altijd en overal. In die omstandigheden kun je als tegenstander niets zeggen om hem van de wijs te brengen. En wat moet een coach of mecanicien doen? Speciale tubes geven en zeggen dat de Belgen daarmee voorbij Van der Poel gaan vliegen? Sorry, dat gáát gewoon niet."

Over twee zaken zijn de niet-meer-zo-lepe-vossen het eens. "Alleen als Van der Poel opnieuw vier keer lek rijdt, of zwaar valt, kan er een Belg winnen.” En vooral: Van der Poel zou de enige verdiende kampioen zijn. Herygers: "Hij heeft de concurrentie doen afzien. Gemarteld zelfs. Nooit gezien.”

De Clercq: "Neem de lichamen van de vier beste Belgen, foefel ze samen en dan nog kom je nog niet tot de atleet die Van der Poel is.”

Vantornout: "Op een WK is Van der Poel altijd 5 procent minder. Dat heeft geen invloed: hij is toch 10 procent beter dan de rest.”

WK veldrijden
Elite (m) zondag om 14.30 uur op Eén