VoorbeschouwingRonde van Vlaanderen
Hoe breekt het wielerpeloton de almacht van Van der Poel en Van Aert?
Mathieu van der Poel en Wout van Aert zijn de mannen van het voorseizoen. Zondag zal het peloton in de Ronde van Vlaanderen opnieuw naar deze twee renners kijken. Of profiteert Julian Alaphilippe van de tweestrijd?
Met de ritzeges van Jasper Stuyven in Milaan-San Remo en Kasper Asgreen in de E3 Harelbeke leek het profpeloton een antwoord te hebben gevonden om de twee huidige heersers in het wielrennen te verslaan. Ze wonnen eens niet, Mathieu van der Poel en Wout van Aert, en dat is met hun staat van dienst tegenwoordig al opmerkelijk genoeg.
Maar wie aan de vooravond van de Ronde van Vlaanderen had gehoopt op nog meer houvast in een succesvolle strategie van de concurrentie de twee – samen of afzonderlijk – onschadelijk te maken, kwam bedrogen uit. Van Aert was vorige week zondag in Gent-Wevelgem gewoon weer de sterkste sprinter in een kopgroep, waarvan de gelederen met hulp van zijn ploeggenoot bij Jumbo-Visma Nathan van Hooydonck al waren uitgedund. De tegenstanders lieten zich door het resultaat niet ontmoedigen: Gent-Wevelgem is niet te vergelijken met de Ronde.
Van der Poel kampte woensdag in Dwars door Vlaanderen met een complete offday. Misschien was het de plotse overgang naar de zomerse warmte geweest. Hij haalde er zijn schouders over op. Ook hier werd het resultaat van gewicht ontdaan: Dwars door Vlaanderen is veel korter dan de Ronde, 184 tegen 254 kilometer en minder zware hellingen. Zegt weinig over zondag.
Dominant
Van der Poel en Van Aert weten dat zij in de klassiekers zo dominant koersen dat overal waar zij aan de start verschijnen, de koers op hen zal worden afgestemd. Alleen wereldkampioen Julian Alaphilippe kan bogen op eenzelfde status. Stuyven profiteerde er in de Primavera slim van door in de windstilte na de afdaling van de Poggio uit een kopgroep van een kleine twintig renners de benen te nemen. Iedereen keek naar de drie favorieten, maar die durfden niet voluit in de achtervolging te gaan, met topsprinter Caleb Ewan in het kielzog. De anderen pasten ook. Als zij niet rijden, dan wij zeker niet.
Mocht die zege nog in de categorie vechtende honden om één been worden gerangschikt, in de E3 Harelbeke schreef de ploeg van Deceuninck-Quickstep het recept voor de ontmanteling van het duo. Het voltrok zich in fasen. De blauwe brigade van Patrick Lefevere stoof vrijwel voltallig de Taaienberg op. Van Aert en Van der Poel konden mee in het geweld, maar toen het stof was neergedaald ontdekten ze dat ze geïsoleerd zaten tussen een overmacht aan Quick-Steppers. Van der Poel kreeg vervolgens een koekje van eigen deeg: Asgreen begon aan een lange solo, met nog 67 kilometer fietsen naar de finish. Het was geen toeval dat juist hij eraan begon. De Deen is een erkend hardrijder.
Van der Poel en Van Aert, die met assistentie van zijn ploeg na een lekke band was teruggekeerd, zagen zich genoodzaakt de handen ineen te slaan en het vuile werk in de achtervolging op te knappen. Quick-Step hoefde niet, de anderen waren al blij dat ze het tempo konden bijhouden. Nadat Van Aert zichzelf op de Tiegemberg overschatte en even stil viel, bleef Van der Poel alleen over als de motor van de jacht. Asgreen werd uiteindelijk achterhaald, nam de tijd voor herstel en ging er op 5 kilometer van Harelbeke weer vandoor; het had net zo goed een ploeggenoot kunnen zijn. Nu had de Nederlander weinig puf meer. Ziedaar, zo rij je de sterren kapot.
Inboeten
Het verloop moet de concurrentie voor de Ronde hoop hebben gegeven. Probeer de twee tijdig te beroven van hun manschappen, val aan en leg de verantwoordelijkheid voor de achtervolging op hun bordje. Ondanks hun aureool van onoverwinnelijkheid geraken ook zij wel eens aan het eind van hun krachten.
De manifestatiedrang in de koers begint ook wel een tol te eisen, gaf Van der Poel vrijdagmiddag in een online-ontmoeting met media toe. De Italiaanse koersen, waarin hij de Strade Bianche en twee etappes in de Tirreno-Adriatico won, hebben er ingehakt. “Ik ben vrij snel na de WK veldrijden weer begonnen zonder echt een brede basis te hebben. Als je dan een paar keer diep gaat, dan ga je conditioneel toch een beetje inboeten. Ik heb terug op Belgische bodem nog niet de benen gevonden die ik daarvoor wel had.” Van Aert is wel tevreden over zijn vormpeil. Hij voelt zich vooral ‘mentaal frisser’ dan vorig jaar oktober, toen hij na de Tour de France en het WK nog de Ronde voor de kiezen kreeg.
De vraag is welke selectie in staat is volgens bovenstaand scenario de topfavorieten de voet dwars te zetten. Kan Citroën AG2R iets proberen, met Greg van Avermaet en Oliver Naesen? Ineos, met Dylan van Baarle en Tom Pidcock? Natuurlijk zal vooral naar Quick-Step worden gekeken, al is het wegvallen van Zdenek Stybar wegens hartritmestoornissen wel een domper. Er fietsen meer vooruit geschoven pionnen en afmakers verenigd in één. Alaphilippe hoeft dan niet veel meer te doen dan aanhaken bij zijn grootste rivalen. Allez, het is aan u! Hij weet ook: ze rijden altijd, Van Aert en Van der Poel.
Laatstgenoemde waarschuwde vrijdag dat dit niet zo vanzelfsprekend is. “Het is niet altijd alleen aan ons de gaten dicht te rijden.” Sluit zeker niet uit dat ze een verrassing uit de benen schudden. Als geen ander zijn zij in staat niet alleen renners maar ook tactiek te kloppen.