Basketbal
Groter dan Michael Jordan bestaat gewoon niet: Netflix maakt 10-delige documentaire
Hij kwam in 1984 en tot zijn afscheid in 2003 keek het publiek ademloos toe. Michael Jordan tilde het basketbal naar een andere dimensie, zeker als speler van de Chicago Bulls. Zeventien jaar na zijn laatste speelminuten zendt Netflix een tiendelige documentaire uit over de Amerikaan.
Wie wilde niet zijn zoals Michael Jordan? ‘Be like Mike’, klonk de slogan in een sportdrankcommercial uit de jaren negentig waarin de iconische basketballer figureerde. Voor hetzelfde geld had het zinnetje gediend als lijfspreuk voor een complete generatie, opgroeiend binnen en buiten de landsgrenzen van de Verenigde Staten.
Sam Jones, een Nederlands-Amerikaanse assistent-coach van NBA-team Cleveland Cavaliers, wilde zijn zoals Mike. Zijn vriendjes wilden zijn zoals Mike. Broertjes, neven, ooms. Op de basketbalpleintjes van Chicago, de stad waar hij in de jaren negentig opgroeide in de schaduw van Jordans onverslaanbare Bulls, zag hij hoe kinderen al dribbelend naar de basket hun tong uit hun mondhoek lieten bungelen. Zelf deed Jones het ook. Omdat Jordan het deed.
Wie geen Nike's had met het kenmerkende silhouet van de basketbalgod hoorde er niet bij. “De culturele waarde van Jordan was onmeetbaar”, zegt Jones over de hoofdrolspeler in de tiendelige documentaireserie die vanaf maandag te zien is op Netflix. “Hij oversteeg het basketbal.”
In zijn herinnering was het stil in de straten van Chicago wanneer Jordan en de Bulls speelden. Mensen zaten thuis voor de televisie of keken in de kroeg. In 1993 ging Jones voor het eerst voor een wedstrijd naar het oude Chicago Stadium, inmiddels vervangen door het United Center. Een familielid van een vriendje had seizoenskaarten via diens bouwbedrijf. Rij 1, stoelen 7 en 8. Voor hem, aan de vloer, keken Oprah Winfrey en Steven Spielberg op sommige avonden naar de verrichtingen van Jordan. Ook zij waren onder de indruk.
Bij zijn eerste wedstrijd zag Jones hoe de basketballer, op de toppen van zijn kunnen en op weg naar zijn derde van zes kampioenschappen met de Bulls, 36 punten noteerde. “Hij deed het allemaal zo eenvoudig lijken”, zegt Jones, voormalig international en assistent-coach bij het Nederlandse team. “Als we even aan het kletsen waren en we keken omhoog naar het scorebord, had hij er alweer 28 punten in liggen. Hij scoorde ontzettend soepel.”
De fadeaway
De invloed van Michael Jordan op de NBA was immens, zowel commercieel als sportief. De rivaliteit tussen Magic Johnson (Los Angeles Lakers) en Larry Bird (Boston Celtics) had de basketbalcompetitie in de jaren tachtig uit de periferie van het Amerikaanse medialandschap getrokken, de spectaculaire en charismatische Jordan stuwde vanaf zijn debuut in 1984 de populariteit naar nieuwe hoogten.
De jonge Jordan speelde boven de ring, zoals het heet, leunend op zijn sprongkracht en atletisch vermogen. Vóór hem hadden anderen het luchtruim gekozen, maar Jordan deed het met een unieke, achteloze elegantie. “Hij was de beste”, zegt Rik Smits, die in zijn twaalf seizoenen voor de Indiana Pacers vaak tegen Jordan speelde. Vooral de eerste ontmoeting is hem bijgebleven, het jaar was 1988. “Hij sprong de lucht in, richting de basket. Ik ging omhoog om hem te blokkeren. Toen ik weer op de grond stond, hing hij nog altijd in de lucht. Echt, zoiets had ik nog nooit gezien.”
In de tweede helft van zijn carrière, toen zijn vleugels begonnen te slijten, renoveerde Jordan zijn aanvalsstijl. “Hij bedacht een actie die niet te stoppen was”, zegt Jones. “Zoals Kareem Abdul-Jabbar bekend stond om zijn hookshot, had hij de fadeaway.” De 1,98 meter lange Jordan perfectioneerde de beweging waarbij hij de bal op enkele meters van de basket met zijn rug naar de tegenstander ontving. Wat volgde was voorspelbaar en dodelijk. Wegdraaien, ruimte creëren met een stap en een sprong, beide achterwaarts, en afvuren. Vaak deed hij het met twee verdedigers in zijn nabijheid of een hand in zijn gezicht. Het maakte niet uit. Jordan. Fadeaway. Raak.
De erfenis van Jordan, die in 2003 stopte na een kortstondige comeback bij de Washington Wizards, hing jaren als een molensteen om de nek van een volgende generatie. De zoektocht naar een nieuwe Jordan, die niet bleek te bestaan, zadelde talenten op met onrealistische verwachtingen. Veel van hen speelden zoals Jordan, maar niemand naderde het origineel.
De onlangs overleden Kobe Bryant, een verlengstuk van de oude meester, kwam het dichtst in de buurt. “Ik kopieerde 100 procent van zijn techniek”, zei de ster van de Los Angeles Lakers in 2017. Anderen probeerden het ook, totdat spelen zoals Jordan ergens gaandeweg de jaren nul niet meer als het hoogste ideaal werd gezien. Het spelletje was veranderd. De zoektocht werd gestaakt.
Enkele van de beste aanvallers in de huidige NBA – denk aan LeBron James, Kevin Durant of Kawhi Leonard – trekken de fadeaway nog weleens uit de kast, als ware het een eerbetoon, maar de gemiddelde speler die het in zijn hoofd haalt wordt tegenwoordig gewisseld. Jones: “De schoten die Jordan nam, kunnen nu niet meer.”
De driepunter
De datarevolutie in de sportwereld openbaarde zich de afgelopen jaren nergens zo duidelijk als in het Amerikaanse basketbal. Gekeken wordt vooral naar efficiëntie: de locatie van een schot en de waarschijnlijkheid van succes. “Bij de Cavaliers werken goedbetaalde analisten die ons vertellen wat goede en slechte schoten zijn”, zegt Jones. “Zij haten verre tweepunters. Doe een stap naar achteren over de driepuntslijn en de waarde schiet omhoog.”
Het duurde lang voor NBA-teams de potentie van de driepunter leerden te waarderen. In de finale van 1980, het eerste jaar na invoering van de nieuwe lijn, maakten de Lakers en de Philadelphia 76ers in zes wedstrijden gezamenlijk één keer gebruik van de nieuwe optie. In het laatste seizoen van Jordan namen teams gemiddeld dertien driepunters per wedstrijd. In het huidige, onderbroken seizoen, worden 34 pogingen gewaagd.
Drijvende kracht achter de driepuntsrevolutie is Daryl Morey, technisch directeur van de Houston Rockets. De voormalige IT-student bedacht een speelwijze waarin alleen driepunters, lay-ups of vrije worpen worden genomen. 'Moreyball', bedachten journalisten.
Gemiddeld schiet Houston de afgelopen seizoenen als enige ploeg meer driepunters dan tweepunters. Sterspeler James Harden neemt 13 van de 44 pogingen van zijn club voor zijn rekening. Afgelopen jaar lanceerde hij 1.028 schoten van achter de driepuntslijn, waar Jordan in vijftien seizoenen op dezelfde positie in totaal niet verder kwam dan 1.778 pogingen.
Lange mannen als Smits (2,24 meter), die vroeger uitsluitend onder de ring verbleven, zijn uitgestorven in het huidige basketballandschap. “In deze tijd had ik ook driepunters moeten schieten”, zegt hij. “Op trainingen deed ik het vaker, maar in wedstrijden heb ik er in mijn hele carrière maar drie gemaakt.” Spelers als Joel Embiid (76ers), Kristaps Porzingis (Dallas Mavericks) en Anthony Davis (Lakers), mannen die Smits' positie bespelen, nemen tegenwoordig ruim honderd driepunters per seizoen.
De erfenis
Wie wil er nog zijn als Michael Jordan? De nalatenschap van de heerser van weleer is terug te zien in de vele talenten die de sneakers van zijn merk aantrekken. In de spelers die zijn rugnummer 23 dragen, zoals LeBron James, de basketbalkoning van het afgelopen decennium die zo uniek is dat niemand hem ook maar probeert te imiteren.
Sterren manifesteren zichzelf als vleesgeworden merken, zoals Jordan het hen voordeed. Maar kinderen op de pleintjes houden hun tong binnenboord. Ze willen zijn zoals Stephen Curry, de vlammenwerper van de Golden State Warriors die de driepuntsrevolutie een gezicht gaf. Schieten is het nieuwe zweven, het afstandsschot de nieuwe fadeaway.
In de dagelijkse sportprogramma's op de Amerikaanse televisie wordt Jordan nog altijd besproken als een toonbeeld van excellentie. Wie uitblinkt in zijn of haar sport, wordt aangeduid als de Michael Jordan van de betreffende sport. Of hij nog altijd de beste zou zijn in het huidige tijdperk? Ja, bezweren veel kenners.
In 2004 veranderde de NBA de regels ten faveure van aanvallers, die vrijwel niet meer aangeraakt mogen worden. Jordan zou met die vrijheid gemiddeld 40 punten kunnen scoren, dacht Mark Cuban, eigenaar van de Dallas Mavericks. Wie weet wel 60, dagdroomde zijn voormalige zaakwaarnemer David Falk, wellicht niet geheel objectief.
“Michael Jordan? Nu?” zegt Jones, die een lach niet kan onderdrukken. “Hij zou aan zijn driepunter moeten werken, maar zelfs zonder zou hij gemiddeld 40 kunnen halen.” In Cleveland werkte Jones met James, de speler die volgens sommige volgers aan de stoelpoten van Jordan zaagt. “Hij komt in de buurt, maar voor mij, als jongen uit Chicago, zal er nooit iemand beter zijn dan Jordan.” Smits sluit zich daarbij aan. “Als hij in piekvorm was? Het maakt niet uit in welk tijdperk je hem neerzet, hij zou dan altijd de beste zijn.”
In de tiendelige documentaireserie 'The Last Dance’ wordt het laatste seizoen van Michael Jordan bij de Chicago Bulls gereconstrueerd: 1997-1998. De serie is vanaf maandag te zien op Netflix.
‘Air Jordan’
Speelde van 19984 tot 1998 voor Chicago Bulls (miste het seizoen 1994-1995 door een uitstapje naar het honkbal) en van 2001 tot 2003 voor Washington Wizards)
Zes keer NBA-kampioen (1991, 1992, 1993, 1996, 1997, 1998)
Vijfmaal verkozen tot MVP, de meest waardevolle speler van de NBA (1988, 1991, 1992, 1996, 1998)
Tien keer topscorer van de NBA, een record
Veertien selecties voor de jaarlijkse All Star-wedstrijd
Eén olympische titel in 1992, Barcelona