InterviewKirsten Flipkens
Flipkens neemt na twintig jaar afscheid: ‘Op internaat stak Kim Clijsters mij in de vuilbak’
In Wimbledon zwaait Kirsten Flipkens af: haar vijftigste grandslamtoernooi na twintig jaar toptennis. In haar afscheidsinterview vertelt ze over haar ups en downs, haar geaardheid en haar plannen voor later. ‘Ik ben al gevraagd als coach.’
Wat gaf de doorslag om te stoppen? Willen de benen op je 36ste niet meer mee?
Flipkens: “Nee, ik hoor nog bij de snelsten op het circuit. Het is meer omdat ik geen 100 procent bezieling meer kon tonen op training. Het moment dat ik merkte dat ik er al ’s morgens vroeg tegenop zag, en om de tien minuten op mijn klok keek: hoelang duurt de training nog?
“Kijk, toen Ana Ivanovic stopte, een heel goede vriendin, was ze nog maar 29. ‘Hoe weet je nu dat je er klaar mee bent?’, vroeg ik. Ik weende in haar plaats, zo erg vond ik het dat ze zo jong kapte. ‘Ik ben op’, zei ze. ‘En je voelt het als het zover is.’”
Ben je verbaasd dat het vuur bijna twintig jaar heeft gebrand?
“Zeker. Bij de junioren was ik wereldkampioen, won ik de US Open en Wimbledon. Ik was de hoop van België. Maar met mijn rugprobleem zegden de dokters al bij de start dat ik fin de carrière was. Ik had op mijn achttiende een rug van iemand van 65 jaar. Mijn tussenwervelschijven stonden haaks. Via dokter Hermans uit Bonheiden kwam ik terecht bij een Duitse specialist en die hielp me met drie injecties. Ik heb veel ups en downs gekend, maar vocht altijd terug. Ook toen ik als 26-jarige eens 260ste stond.”
Tennis Vlaanderen zette je toen buiten.
“Juist. Dat was het beste dat me kon overkomen. De sturing van de federatie lag me niet, daarna heb ik naar mijn eigen intuïtie en lichaam geluisterd. Eerst stond ik er wel alleen voor. Ik wist niet welke kant op. Kim Clijsters en mijn hoofdsponsor (Jean-Pierre Heynderick van Koddaert nv, red.) hielpen om een goed team rond mij te bouwen. En het doorzetten heb ik van papa. Hij is een Steenbok, ik ben een Steenbok. Als je tegen mij zegt dat ik iets niet kan, dan plooi ik me net driedubbel. Maar het blijft onwezenlijk dat ik twintig jaar aan topsport deed, met al mijn blessures, twee polsoperaties en die bloedklonters in mijn been in 2012.”
Was dat een kantelpunt in je leven?
“Als de chirurg zegt dat ik niet op het vliegtuig had mogen stappen (Flipkens moest naar Japan voor de Fed Cup, maar besliste twee dagen ervoor om de pijn in haar kuit te laten onderzoeken, red.) omdat de kans dat ik het niet zou overleven op 90 procent lag, dan komt dat wel binnen, ja. Ik heb toen ongelooflijk veel geluk gehad. Daarna relativeer je meer.”
Was het moeilijk om na Kim Clijsters en Justine Henin op de tennisscène te komen?
“Ja en nee. Ik stond goed in hun schaduw. Iedereen wist dat ik geen nieuwe Kim of Justine ging zijn. Ik kon mee surfen op die golf van populariteit.
“Zij zijn twee heel mooie figuren, elk op hun manier. Kim ken ik al dertig jaar, zoals een grote zus. Mijn Wimbledon-liefde kwam door haar. Ze speelde al de juniorenfinale en ik mocht met mijn mama, haar zus Elke en haar mama in Londen zien. Als ukkie proefde ik van het kampioenenbal. Mijn kleedje die avond droeg mijn mama zelf enkele jaren later toen ik de juniorenfinale won. Met Justine heb ik geen contact, maar het ontzag is groot.”
Clijsters of Henin, wie was de beste?
“Justine heeft meer grandslamtitels. Maar ik kan moeilijk zeggen: ik vind Justine beter dan Kim. Ze waren elk in hun speltype de beste. Beiden stonden nummer één. Justine zag ik wel supergraag spelen met die slice, die waanzinnig chique eenhandige backhand. Mocht ik mijn carrière overdoen, dan zou ik zelf een eenhandige backhand slaan. Kim had dan weer dat atletisch vermogen en power. Haar karakter ook.”
Jij hebt met Clijsters veel zotte streken uitgehaald, toch?
“Dat begon al vanaf mijn twaalfde op internaat in Wilrijk. Ik zat daar tegen mijn zin, Kim maakte het altijd luchtig. Ze stak mij met kleren aan onder de douche of in de vuilbak.”
Wat was het slechtste toernooi ooit?
“Qua organisatie? Een ITF-toernooi in Craiova, Roemenië. Het was veertig graden in een hotel zonder airco, met bruin water uit de kraan. Ik deed geen oog dicht. De ITF’s zijn een jungle, met soms kakkerlakken die uit de kast komen.”
Je draaide jarenlang in de subtop mee. Wat zijn je mooiste tenniszeges?
“Op drie zet ik die Fed Cup-match tegen Kazachstan, in februari 2020 in Kortrijk. Ik pakte het beslissende punt. Ik genoot van een vol huis. Ik besefte dat het misschien de laatste keer voor eigen publiek was, en ik gaf me altijd 100 procent voor België.
“Op twee zet ik Venus Williams op de Spelen in Rio, 7-6-winst in de derde set. Ik was na drie uur volledig choco. Bij de start juichte iedereen voor Venus, maar hoe langer hoe meer koos het publiek mijn kant, als David versus Goliath. Aan het net durfde ik Venus bijna niet aan te kijken. Ik zei bijna beschaamd ‘sorry’ omdat ik won (lacht).
“En op één mijn zege tegen Petra Kvitova voor de halve finale op Wimbledon in 2013. Bij mijn matchpunt sloeg ik een ace, maar ze deed nog een challenge. De langste tien seconden uit mijn leven.”
Je bent graag gezien op het circuit, of heb je toch een vijand?
“Ik denk dat ik voor 95 procent geliefd ben op het circuit. Ik kreeg bij het nieuws over mijn afscheid vele toffe berichtjes. Belinda Bencic vroeg me of ik haar mijn handigheid kon leren. Mijn persoonlijkheid valt in de smaak, ik vind dat net zo belangrijk als sportieve prestaties.”
Henin vond tennis soms een leeg bestaan, ze wilde zich als vrouw ontplooien. Hoe zie jij dat?
“Tennis is een eenzaam wereldje. De mensen onderschatten dat. Ze zien het centercourt van Wimbledon en het prijzengeld, maar niet als je bij regen de hele dag met je vingers zit te draaien, hoe je hotel in en uit koffers pakt, de kwetsuren en revalidaties…”
Over relaties was je altijd discreet.
“Ik ben nu vrijgezel. Stabiele relaties opbouwen is lastig als je dertig weken per jaar van huis bent. Eens thuis wil je op korte tijd ook vrienden en familie zien.”
Greet Minnen en Alison Van Uytvanck kwamen openlijk uit voor hun relatie, die intussen is afgesprongen. Jij hebt nooit veel over je liefdesleven gepraat.
“Ik hield dat gescheiden. Maar ik steek me ook niet weg. Ik denk dat iedereen wel weet wat hij moet weten (lacht). Vroeger zou ik misschien niet hand in hand over straat lopen, maar of je op mannen of vrouwen valt, dat zou anno 2022 niet meer mogen uitmaken.”
Heb je vaak liefdesverdriet gehad?
“Dat hoort bij het leven. Maar in tennis zie je alleen wat er op de baan gebeurt. Soms verliest de nummer 9 van nummer 100, maar kan het vriendje van nummer 9 het die week hebben uitgemaakt. Dat zien mensen niet. In die rollercoaster van 2013 liep mijn relatie ook stuk.”
Zoals menstruatie prestaties kan beïnvloeden zonder dat mensen het weten. Op Roland Garros ging het erover: moeten tennissters daar meer over praten?
“Dat is wat taboe. Ik heb geen probleem om daarover te praten, maar roep het niet graag in als excuus bij verlies. Terwijl ik zeker duels had met buikpijn. Vroeger nam ik de pil om mijn regels te plannen. Na die klonters niet meer, de pil kon negatief zijn. De laatste tien jaar hoopte ik elke maand mijn regels niet te krijgen bij een match. Anders nam ik pijnstillers.”
Je verdiende 5,5 miljoen euro aan prijzengeld. Wat ga je ermee doen?
“Ik heb niet al dat geld op de rekening staan, hoor. Onkosten en belastingen gaan eraf. Ik heb wel de luxe opgebouwd dat ik niets meer tegen mijn zin moet doen als ik stop. Dat geeft rust.”
Je kocht al een motorfiets.
“Ik ben gek van alles met een motor in. Ik rij graag met een mooie auto en heb een jetski om me uit te leven. Maar ik pak daar niet mee uit: ‘Kijk eens.’ In het leven is er veel jaloezie.”
In principe ben je wel ‘binnen’.
“Wanneer ben je ‘binnen’? Dat hangt van de levensstijl af. Als ik morgen vier Ferrari’s koop en drie maanden feest op Ibiza kan het rap op zijn. Mijn pa maakte dat ik niet te zot deed met geld. Ik ga graag eens eten, maar heb geen twintig sacochen. Ik besefte altijd dat wat ik op een dag soms verdiende niet normaal was, dat anderen daar twee maand voor werken.”
Weet je al wat je wilt doen?
“Niets moet, alles mag. Ik ben 36 jaar en heb vanaf mijn vijftigste ook een WTA-pensioen. Mijn toekomst is veilig, dat weet ik. Uiteraard wil ik nog werken. Na drie dagen thuis in de zetel met Netflix loop ik de muren op en voel me niet nuttig.”
Tenniscoach?
“Ik heb al verschillende aanbiedingen gehad van binnen- en buitenlandse speelsters om te coachen. Ik ken alle speelsters door en door, en kan met mijn passie en tactische kunde een meerwaarde zijn. Maar ik wil geen dertig weken meer reizen. En ik plan nog te dubbelen op het circuit, daarna komt het coachingverhaal.”
Zegt een rol als landenkapitein je iets?
“Johan Van Herck doet dat goed, dat is niet aan de orde. Ik moet nog veel vanaf de zijlijn opsteken. Maar ik geef wel toe dat ik een rol als kapitein vroeg of laat zal ambiëren.”
Heb je sportieve uitdagingen buiten het tennis? De marathon van New York?
“Die marathon zal niet lukken met mijn rug. Ik fiets wel graag, of ik ga wat zaalvoetballen in een ploegje. In Mol heb ik al tien of vijftien keer padel gespeeld.”
Tot slot: was Rafael Nadal nu als tiener verliefd op jou?
“Goh, toen we veertien jaar waren hebben we gewoon eens gekust op een juniortoernooi in Zuid-Afrika. Hij was een vakantieliefje.”
Maar hij sprak geen Engels?
“Nee, wel body language (giert).”