WedstrijdverslagRonde van de Algarve
Evenepoel zet vijf stappen voorwaarts tegelijk
Remco Evenepoel begon in de Algarve als topfavoriet en klaarde de klus. Knap, maar euforie hoeft niet. Belangrijker dan zijn verfraaide erelijst, zijn de vijf grote stappen voorwaarts die hij heeft gezet. ‘Ik heb hier veel geleerd over hoe je een koers moet aanpakken. Mijn volgende afspraak is de Tirreno: mijn eerste rittenkoers tegen Pogacar.’
1) Pax media
Twintig minuten voor de start van de slotrit gaat de deur van de bus QuickStep - Alpha Vinyl open. “Willen jullie stoppen met vragen stellen aan Tom? Onze ploegleider staat zo al genoeg onder druk”, grapt een jongeman met brede smile in bloot bovenlijf door het deurgat. Zijn voornaam: Remco.
Na een mislukt experiment in de Giro van vorig jaar stond de relatie tussen Evenepoel en de pers wat op losse schroeven. “Zijn hoofd werd zot gemaakt. Ofwel werd hij opgehemeld, ofwel volledig afgebroken. Er was geen tussenweg”, duidt ploegmaat Yves Lampaert.
Zowel in Valencia als de Algarve stellen we vast dat Evenepoel het voorval heeft kunnen plaatsen. Gekke bekken trekken naar de fotografen, een extra vraag beantwoorden ondanks een njet van de woordvoerder. Hij voelt zich goed in zijn vel. Aandacht mag, maar zot moet het niet worden. Toen zijn overgevlogen superfan Wim Willaert iets te enthousiast werd met spandoeken, kreeg die van Evenepoel te horen dat hij niet moest overdrijven. De jongeman uit Schepdaal houdt voortaan graag de voeten op de grond.
2) Kalmte kan hem redden
Ook in de ploeg is hij bedaard. In de Algarve was Bert Van Lerberghe de kamergenoot van Evenepoel. “Wanneer we na de rit in bed op de kamer lagen, praatten we eerst een uurtje over koetjes en kalfjes. Nadien keken we elk naar een verschillende Netflix-serie. Remco is nog steeds ambitieus, maar veel rustiger geworden.”
Volgens zijn trainer Koen Pelgrim een logisch proces. “Bij de junioren reed Remco altijd voor zichzelf. Het was hij tegen de rest. Hij heeft moeten leren hoe je met ploegmaats omgaat. Hij weet nu hoe je een ploeg moet leiden.”
3) Peloton niet meer bon ton
Een ploeg leiden doe je door te geven en te nemen. In de twee vlakke ritten was hij een van de sterkste pionnen in de sprinttrein van Fabio Jakobsen. “Remco stuurt beter in het peloton. Hij kan alleen van achter naar voor komen zonder in de wind te rijden. Vroeger kon hij dat niet. Of hij kon het wel, maar miste vertrouwen”, zegt Van Lerberghe.
Ploegleider Tom Steels noemt het een logische evolutie. “Een renner die in de jeugdcategorieën mee doet aan massasprints, is het gewend om in een peloton te rijden. Remco heeft in die twee jaar bij de jeugd vaker niet in het peloton gereden dan wel.”
Intussen staat zijn feeling in het peloton op punt. “Toen het vorig jaar in de Giro hectisch werd, zat hij vaak te ver of geïsoleerd van zijn ploegmaats”, zegt Pelgrim. “Nu zit Remco altijd waar hij moet zitten. Zo spaar je energie.”
4) Aanval niet langer beste verdediging
De tactiek van Evenepoel was de jongste jaren simpel: de beuk erin. Wie kon volgen, moest zelfs niet overnemen. Passé composé. Op de slotdag werd hij al op de voorlaatste klim onder druk gezet door Ineos-Grenadiers. Vorig jaar zou hij meteen reageren al was hij door een wesp gestoken. Nu bleef hij rustig. “Mijn manier van koersen is veranderd”, beaamt Evenepoel. “Energie sparen wanneer het kan om op de cruciale momenten beslissend te zijn. Ik heb hier veel geleerd over hoe je een koers moet aanpakken.”
De aanval is niet langer de beste verdediging. In de eerste bergrit was het door de tegenwind zinloos om aan te vallen. “Ik heb mij toen bewust afzijdig gehouden met de tijdrit in het achterhoofd. Als ik in de tijdrit het verschil kan maken, hoef ik bergop niet nodig aan te vallen.”
5) Chrono gaat crescendo
Wanneer we Steels vragen wat hij aan het eind van dit seizoen zal onthouden van de Ronde van de Algarve, twijfelt hij niet: “De tijdrit. Het waren geen sukkelaars, die Remco versloeg.” Europees kampioen Stefan Küng kreeg 58 seconden seconden aan zijn broek in een tijdrit van 32,2 kilometer.
In de onderlinge duels tussen Evenepoel en Küng in het tijdrijden staat het nu 5-5. Enkel tegen Wout van Aert (3-0), Filippo Ganna (5-3), Rohan Dennis (2-1) en Primoz Roglic (2-1) moet Evenepoel nog het onderspit delven. Het zal nog even duren vooraleer hij tegen dat kwartet aan zijn achterstand kan knabbelen.
Zijn volgende koers is de Tirreno-Adriatico, Van Aert, Ganna, Dennis en Roglic verkiezen Parijs-Nice. Allicht is het volgende treffen pas voor het WK. Evenepoel eindigde al tweede en derde op een WK, maar maakte nog nooit aanspraak op de wereldtitel. In 2019 was Rohan Dennis een klasse te sterk. Vorig jaar reed hij één seconde per kilometer trager dan Van Aert en Ganna.
Die kloof is verkleind. Dankzij een nieuw stuur en kortere craks, wordt Evenepoel op zijn tijdritfiets met minder luchtweerstand geconfronteerd. “Het gaat om 3 à 4 Watt verschil”, zegt Steels.
Vorig jaar sukkelde Evenepoel op de tijdritfiets met zijn rug. “In de winter heb ik mijn tijd genomen om een optimale positie te vinden. Ik heb ook extra spiermassa gekweekt, waardoor ik beter ben in langere tijdritten.”
Hoewel Evenepoel achteraf sprak van zijn beste tijdrit ooit, kon hij nog sneller. “In de eerste vijf minuten vond ik niet de juiste cadans en in de afdalingen nam ik geen risico door de gevaarlijke tegenwind.” Bovendien moest hij als leider van het jongerenklassement in een truitje van de organisatie rijden. Trager dan het Castelli-pak van zijn ploeg. Het moet al raar lopen als de tijdrit van de Algarve in oktober nog zijn beste tijdrit ooit zal zijn. “Een mooie generale repetitie voor wat dit jaar nog volgt.”
Om te beginnen in de Tirreno-Adriatico, een koers van WorldTour-niveau en de eerste grote test van dit seizoen. “Mijn eerste rittenkoers tegen Pogacar. Ik bewonder hem enorm. Ik beschouw hem als een voorbeeld om mijn eigen dromen waar te maken. In de eerste plaats ga ik naar de Tirreno om de tijdrit te winnen. Lukt dat, probeer ik het klassement, maar dan moet ik in de tijdrit genoeg bonus nemen op Pogacar, want de tijdrit is misschien het enige onderdeel waar ik een streepje voorsprong op hem heb.”