NieuwsGiro d'Italia
Evenepoel beperkt schade in kletsnatte etappe door Apennijnen
Elf seconden gaf Remco Evenepoel toe op enkele klassementstenoren in de eerste lastige Giro-etappe. Geen drama. ‘Die korte, intense inspanningen bergop heb ik al lang niet meer gevoeld’, verklaarde hij. Morgen volgt een nieuwe test.
Landa, Vlasov, Carthy, Ciccone, Bernal… Eén voor één ontglipten ze hem op de Colle Passerino, nijdige klim diep in de finale van de vierde etappe. Hij paste, keek roerloos toe met starre blik. Sommigen bespeurden er somberheid in, zelf houden we het op focus. Versnellen en volgen was duidelijk geen optie, maar ‘door het ijs zakken’ wordt in het Grote Wielerwoordenboek toch wel anders gedefinieerd. Wat we zagen was de perfecte weerspiegeling van Remco Evenepoels prestatie zaterdag in de openingstijdrit in Turijn: goed, zeer goed zelfs, maar nog niet super.
Mag het even, na 266 dagen zonder competitie? Een keuze die hij in grondig overleg met de ploeg heeft gemaakt en onvermijdelijk gepaard gaat met neveneffecten. Evenepoel is bereid om ze te trotseren. De tocht door het noordelijke deel van de Apennijnen was in die zin een realitycheck voor hem. “Het was een zware dag en een zware finale”, gaf Evenepoel toe. “Ik voelde dat ik iets deed wat ik in koers al heel lang niet meer had gedaan: korte, zeer intense inspanningen bergop.”
Het slechte weer maakte het er allemaal niet eenvoudiger op. Evenepoel had het koud met zijn afgetrainde lichaam van 60,5 kilogram, boven in Sestola. Hij snelde, doorweekt als hij was, meteen na zijn aankomst richting teambus. “Mijn lichaam heeft aanpassing nodig aan die omstandigheden over langere afstand. Maar ik ben tevreden. Dit was zeker niet slecht.”
Grenzen verleggen
Finishen deed hij als zestiende, in het gezelschap van Bardet, Yates, Martin, Formolo, Bettiol en Caruso. Lang niet kwaad. Ook met het uiteindelijke kloofje op Bernal en co. kon de 21-jarige Evenepoel best leven. “Ik kon en wilde hen niet volgen. Liever hield ik mijn eigen tempo aan, zonder mezelf op te blazen, om de schade te beperken en zo weinig mogelijk tijd te verliezen.”
Elf seconden was het verdict. Klein tikje. Maar in de derde week zal in de Dolomieten niet met seconden maar met minuten worden gegoocheld. Evenepoel hield de hoop levendig dat hij in deze Giro kan groeien. Dat hij rit na rit zijn grenzen wat kan verleggen, om finaal tot iets moois te komen.
Voor ploegmaat João Almeida was het verdicht veel zwaarder: bijna zes minuten verloor de Portugees op ritwinnaar Joe Dombrowski en 4:10 op Evenepoel, die het kopmanschap alvast op papier lijkt over te nemen. “Almeida had een slechte dag”, kon ploegleider Klaas Lodewyck van Deceuninck-QuickStep alleen maar vaststellen. “Het doel was om geen tijd te verliezen. Hij is daar jammer genoeg niet in geslaagd. Met Remco spelen we nog steeds mee in het klassement, dat is het goede. Nu is het van groot belang om goed te recupereren van deze zware rit. Daarna zien we wel.” Evenepoel staat achtste in het algemene klassement, op 1:28 van leider Alessandro De Marchi.
Vandaag aan Merlier
De vijfde etappe van Modena naar Cattolica vandaag is op maat van de sprinters. 177 kilometer krijgt het peloton voor de wielen geschoven en daarbij niet één helling. Het moet dus al heel raar lopen wil deze rit niet uitmonden in een sprint tussen Merlier, Ewan, Viviani, Nizzolo en andere Sagans. De aankomst ligt op een boogscheut van de Adriatische Zee. In de laatste anderhalve kilometer is het uitkijken voor twee haakse bochten in het parcours. Wie zich te ver laat wegdrummen heeft dus een probleem. Wint Tim Merlier, dan wordt hij de eerste Belg sinds Philippe Gilbert in 2015 die twee keer mag vieren in één en dezelfde Ronde van Italië.
De etappe van Grotte di Frasassi naar San Giacomo op donderdag is de eerste echte bergrit in deze Giro. Over 160 kilometer moeten de renners 3.400 hoogtemeters overwinnen. De kans dat de roze trui van schouders verandert is bijzonder groot. Onderweg moeten de Forca di Gualdo (10,4 kilometer aan 7,4 procent) en de Forca di Presta (6,2 kilometer aan 3,7 procent) voor slijtage zorgen. Het slotakkoord naar San Giacomo is 15,5 kilometer lang aan gemiddeld 6,1 procent. Roger De Vlaeminck won er in 1977 in Tirreno-Adriatico.