NieuwsWielrennen
‘En nu: het bos in en crossen’: Europees kampioen Thibau Nys (6de) sluit ook aan bij wereldtop op de weg
Europees kampioen. En zesde op het WK. Leuk intermezzo was het voor Thibau Nys (18). Er wacht hem een mooie toekomst op de weg. Maar nu eerst: tijd voor het grote donkere bos. Stoempen in het slijk. Volgende zondag al. ‘Gieten zal pijn doen, vrees ik.’
Filippo Baroncini. Aha, eindelijk eens een naam die Nys jr. bekend in de oren klonk in dat U23-peloton. Op het EK in Trento, twee weken geleden, gaf hij de drie jaar oudere Italiaan er nog van langs in de eindspurt. Gisteren soleerde diezelfde Baroncini in Leuven indrukwekkend naar de wereldtitel. “Ja, tof”, vond Nys dat. “Sympathieke gast. Hij was écht de sterkste vandaag.” Dat het zijn Europese titel alleen maar extra kleur geeft, zei Nys. Voorts knaagde het niet.
“’t Is niet dat ik nu zoiets heb van: ‘verdorie, ik had hier zelf kunnen winnen’. Helemaal niet.” Daarvoor zaten hij én de Belgische ploeg iets te krap in de finale. Kwalitatief en kwantitatief. “Zesde was in deze situatie het hoogst haalbare. Onderweg speelden we twee, drie belangrijke pionnen kwijt door valpartijen. Die hadden we goed kunnen gebruiken in de finale. Nu raakten we in numerieke minderheid. En konden we de wedstrijd niet meer naar onze hand zetten.”
Oprechte dank ging uit naar Stan Van Tricht. Die, ondanks zijn dubbele crash, nog op halve kracht terugkeerde in de groep en de boel zoveel mogelijk samen trachtte te houden. En naar Florian Vermeersch, uiteraard, die zijn eigen kansen opofferde om een vlucht van elf te neutraliseren. De spurt zelf reed Nys als een stervende zwaan. “Eigenlijk was het meer kruipen”, omschreef hij het eerlijk. “Maar goed, ik hing er op het einde nog aan en kon top tien rijden. Wat toch wel aangeeft dat ik geen slechte dag had. En dat ik me als eerstejaars toch verder manifesteer. Ik kan alleen maar tevreden zijn.”
Welke lessen hij trok uit dit WK? “Dat ik de koers op dit niveau goed kan inschatten, denk ik. Ik kwam ook alle klimmetjes zeer goed over. Maar op die uitlopers kom ik nog wat tekort om mijn inspanning volle bak te kunnen doortrekken. Dat heeft tijd nodig. Ik weet nu: als ik rustig blijf, is er veel mogelijk.”
Het vizier kan nu weer volledig op het veldrijden. En dat moet behoorlijk snel en gericht gaan, want volgende week zondag is er al de openingsmanche van de Superprestige in Gieten. “Morgen (vandaag) plan ik al een ‘toerke’ in het bos, om dat crossgevoel wat terug te winnen. Want dat is de voorbije weken helemaal zoek geraakt. De progressie die ik op de weg heb gemaakt, zal ook zijn vruchten afwerpen in het veld. Daar ben ik van overtuigd.
“Maar Gieten zal nog pijn doen, vrees ik. Zeker omdat ik opnieuw helemaal achteraan moet starten. (grijnst) Ik zat tot dusver ook nog maar vier keer op mijn crossfiets en zal er dus even moeten inkomen. Zo’n veldrittraining is in de gegeven omstandigheden een cultuurschok. Ik vermoed dat dat de komende weken alleen maar beter zal gaan en ik op den duur wel zal aanknopen met mijn vertrouwde niveau.
Na Gieten reist Nys af naar de VS voor de wereldbekermanches in Waterloo (10/10), Fayetteville (13/10) en Iowa (17/10). “In dat regelmatigheidscriterium zal ik de prof- en U23-wedstrijden nog afwisselen. De Superprestige rijd ik volledig bij de elite, de X2O Badkamers Trofee bij de beloften. Aangevuld met wat losse crossen kom ik zo aan een veldrit of 32 à 34, komende winter.”