AchtergrondSport
Een vader of moeder als tenniscoach: is dat echt zo'n voordeel?
Liefst zes van de tien beste tennissers ter wereld hebben of hadden een vader of moeder als tenniscoach. De kans op succes met zo’n ouder is dus groot, maar wel ‘zolang die ook openstaat voor expertise van buitenaf’.
Elke keer als de Stefanos Tsitsipas en Casper Ruud dinsdag op het Centre Court een belangrijk punt maken, gaat hun blik naar de spelersbox. Daar zitten de vaders van beide tennissers. Ze zijn niet alleen aanwezig op Roland Garros om hun zoon aan te moedigen. Ze zijn in functie als hun coach.
Het fenomeen van een vader of moeder als tenniscoach is al zo oud als de sport zelf. Het beroemdste voorbeeld is Richard Williams. De vader van Venus en Serena schreef al een gedetailleerd plan hoe zijn dochters de top moesten halen nog voordat zij waren geboren. Onlangs verscheen de film King Richard over het verhaal van de familie Williams.
Dat een vader of moeder als tenniscoach een goede basis kan zijn voor een succesvolle carrière, blijkt uit de huidige top tien op de wereldranglijst bij de mannen. Zes van de tien spelers hebben een ouder als tennisleraar (gehad). De vader van Tsitsipas nam ontslag op zijn werk om zich volledig op de carrière van zijn zoon te kunnen richten. En aan de hand van de tips van vader Christian loste Casper Ruud hem twee jaar geleden af als beste tennisser uit de Noorse geschiedenis.
Hetzelfde bloed
“Hij is mijn coach sinds ik kan lopen”, zegt Ruud, de nummer acht van de wereld, na zijn overwinning in de eerste ronde op de Fransman Jo-Wilfried Tsonga (6-7, 7-6, 6-2, 7-6). “Mijn vader heeft mij gebracht waar ik nu ben en helpt mij om mijn doelen te bereiken. Voor mijn gevoel heeft hij als coach altijd een beetje extra om mij gegeven omdat we familie zijn. We hebben hetzelfde bloed.”
De laatste Nederlander die tot de beste tien tennissers van de wereld behoorde was Richard Krajicek, in 1999. Ook hij werd gecoacht door zijn vader. Sinds dit seizoen traint de Wimbledon-kampioen zijn 22-jarige zoon Alec Deckers. Het roept de vraag op of de Nederlandse tennisbond zich in hun zoektocht naar toekomstige topspelers meer moet gaan focussen op de kinderen van tennisleraren en -coaches. “Het is geen gekke gedachte”, zegt Jacco Eltingh.
Volgens de technisch directeur van de tennisbond is de kans groter dat kinderen gaan tennissen als minimaal een van de ouders de sport heeft beoefend of nog actief is. Hij voegt daar wel aan toe dat meer onderzoek nodig is om te bepalen wat de rol van de ouders is geweest. “Het gaat erom dat de ontwikkeling van het kind centraal staat.”
Grote meerwaarde
Eltingh is van mening dat een vader of moeder als tenniscoach van grote meerwaarde kan zijn, zolang die ook openstaat voor expertise van buitenaf. “Ouders moeten altijd beseffen wat hun rol in het grotere geheel is. Anders kan het ook zo zijn dat de kennis van een ouder eerder als een handrem dan als een versnelling werkt.”
De inmiddels 23-jarige Ruud trainde als kind veelal in de weekenden met zijn vader, die gewoon een baan had. Dan oefenden ze op specifieke vaardigheden of vertelde zijn vader, voormalig nummer 39 van de wereld, wat er nodig was om door te breken. Doordeweeks kreeg hij les van een andere coach. Tegen Tsonga zoekt hij regelmatig contact met zijn vader Christian, die zijn zoon samen met Pedro Clar Rosselló begeleidt.
Vader Apostolos Tsitsipas liet het toe dat de Franse tenniscoach Patrick Mouratoglou werd toegevoegd aan het team van zijn zoon Stefanos. En ook Alexander Zverev, die van jongs af aan wordt gecoacht door zijn vader Alexander Zverev senior, haalde door de jaren heen verschillende trainers en coaches bij zijn begeleidingsstaf om nieuwe impulsen te krijgen. Op Roland Garros wordt hij bijgestaan door tweevoudig winnaar Sergi Bruguera.
Als de balans goed is
“De tennissers in de top tien die een vader of moeder als tenniscoach hebben, bewijzen dat het een voordeel kan zijn als de balans goed is”, zegt Eltingh. “Deze spelers zijn altijd in aanraking gekomen met andere trainers en experts en hebben hun rugzak ook op een andere manier kunnen vullen.”
Volgens de technisch directeur is het veel te simpel gesteld dat het ene naar het andere talent van de lopende band af zal rollen als vanaf nu de focus wordt gelegd op kinderen van tenniscoach of -trainers. Hij wijst onder meer op de cultuurverschillen per land. “In Oost- en Zuid-Europa gaan kinderen op een heel andere manier om met ouders en leraren. Hier heb je veel meer de ja-maar-cultuur.”
De tennisbond scout talentvolle tennissers op basis van hun vaardigheden en kijkt niet naar de achtergrond van de ouders. “Mocht de vader of moeder wel een tennisleraar zijn en openstaan voor expertise van buitenaf, dan heb je een fantastische combinatie”, aldus Eltingh. “Dat zien we nu terug bij de beste tien tennissers ter wereld.”