Interview
Een jaar lang in het wiel van Remco Evenepoel en The Wolfpack: ‘In het begin voelde ik me heel klein’
Vlak voor het einde van het wielerseizoen staat de teller van het team Deceuninck-QuickStep op 66 overwinningen. Zeven minder dan het record van vorig seizoen, maar toch was het opnieuw een grand cru-jaar, waarin de ontbolstering van Remco Evenepoel voor extra sprankels zorgde. Fotograaf Sigfrid Eggers volgde ‘The Wolfpack’ en zijn rotgetalenteerde puppy een jaar lang, en zijn fotoboek ligt vanaf volgende week in de winkel.
Vorig jaar leverde je al een blik achter de schermen van Deceuninck-QuickStep. Waarom dit tweede boek?
Eggers: “Omdat er nog meer in zat. Het toeval wil dat de ploeg dit jaar de grote koersen heeft gewonnen die ze in 2018 had laten liggen, zoals Parijs-Roubaix en Milaan-San Remo. Als je beide boeken naast elkaar legt, kom je aan overwinningen in alle grote monumenten behalve de Ronde van Lombardije, alle semiklassiekers behalve Gent-Wevelgem, en ritzeges, gele en roze truien in de drie grote rondes. Daarnaast was ik benieuwd naar dat buitengewone jonge talent dat erbij was gekomen: Remco Evenepoel.”
Evenepoel: “In mijn eerste dagen bij de ploeg voelde ik me heel klein. Wat ik bij de jeugd had gepresteerd, telde niet meer. Als je plots tussen kampioenen als Philippe Gilbert, Julian Alaphilippe, Zdenek Stybar en Elia Viviani staat, vraag je je af of je goed genoeg bent om met hen te mogen rijden. Maar ze hebben me direct onder hun vleugels genomen.”
Op de eerste foto hierboven zien we je lachen op een bankje, samen met Iljo Keisse en Julian Alaphilippe, in je eerste koers van het seizoen, de Ronde van Argentinië. Je was blijkbaar snel one of the guys?
Evenepoel: “Omdat ik niet moest onderdoen in de wedstrijdjes op trainingskamp. Om onze strijdlust aan te scherpen, hielden we die geregeld in groepjes van drie of vijf man. Mijn ploegmaats vonden het straf dat ik daar als jongen van 18 jaar al meteen meedeed voor de overwinning. Dan hoor je er snel bij.”
Eggers: “Die wedstrijdjes zijn een van de redenen waarom het team zo vaak wint. Niemand wil afgaan, het is vaak rijden op leven en dood.
“In Calpe reed Julian Alaphilippe op een klim alle berggeiten van de ploeg uit het wiel, inclusief Enric Mas. Maar Remco peddelde rustig naast Alaphilippe naar boven.”
Evenepoel: “Julian had me gevraagd om hem te volgen, zodat hij onze waarden eens kon vergelijken. Ik lette erop dat ik voortdurend een half wiel achter hem bleef. Ik wilde hem niet uitdagen, daarvoor had ik te veel respect.”
Eggers: “Dat typeert de bescheiden en intelligente manier waarop Remco in de ploeg is gekomen.”
De ploegleiding wilde je in Argentinië in de luwte laten debuteren, maar de Vlaamse pers dacht daar anders over. Een week lang ging het alleen maar over jou.
Evenepoel: “De media spraken zichzelf voortdurend tegen. Ze schreven dat de druk niet te hoog mocht zijn en dat de vergelijkingen met Eddy Merckx misplaatst waren, maar ze deden zelf niets anders. Toen ik voor het eerst won, in de Ronde van België, schreef een krant: ‘We moeten rustig blijven.’ Een paar dagen later won ik het eindklassement en had diezelfde krant het over ‘een toekomstige Tour-winnaar’. Beetje belachelijk, hè?
“Gelukkig bezorgt al die aandacht me geen extra stress. Ik heb mijn eigen verwachtingen en doe gewoon mijn ding. In Argentinië werd ik negende in het eindklassement en eindigde ik als beste jongere. Dat was geen slechte start.”
Veel concurrenten waren jaloers op de aandacht die je kreeg. Ze dachten: ‘We gaan ons niet belachelijk laten maken door die snotneus.’ Heb je dat gevoeld?
Evenepoel: “Natuurlijk. Maar ik had niet de bedoeling om iemand belachelijk of jaloers te maken. Mijn zege in de Clásica San Sebastián was het keerpunt. Toen zag je zelfs de grote kleppers denken: ‘Tiens, het is tóch waar, wat ze allemaal over die gast schrijven.’”
Heb je zelf getwijfeld of je het niveau wel aankon?
Evenepoel: “In de Ronde van Romandië. Daar was ik fysiek en mentaal niet klaar. De eerste vijf dagen hing ik binnenstebuiten gedraaid tussen mijn kader. Ik heb nog altijd geen verklaring voor die slechte week.”
De tweede foto is genomen tijdens je opwarming voor het EK tijdrijden in Alkmaar, waar je goud hebt gepakt.
Evenepoel: “Op die foto zit ik al in mijn cocon. Hij is van een afstand genomen, omdat ik op dat moment geen cameralenzen in mijn gezicht verdraag. De dag vóór een tijdrit probeer ik zo ontspannen mogelijk te zijn, maar de dag zelf moet alles tot in de puntjes verlopen. Ook mijn gsm gaat in vliegtuigmodus.”
Eggers: “Remco houdt van de camera, maar niet op zulke momenten. Hij had een motivatiespreuk op zijn fietskader geplakt, maar ik durfde niet dichterbij te komen om die te fotograferen.”
Nadat je goud had gepakt, barstte je in tranen uit. Was dat je emotioneelste dag van het seizoen?
Evenepoel: “Die hele wéék was een emotionele roetsjbaan: eerst won ik onverwacht in San Sebastián, een paar dagen later overleed Bjorg Lambrecht. Dat drama deed me terugdenken aan de dodelijke val van mijn ex-ploegmaat Stef Loos. Ik wilde absoluut die Europese sterrentrui pakken, voor de sterren in de hemel.”
Eggers: “En zeggen dat ik nog heb getwijfeld of ik wel naar het EK zou gaan. Remco had me enkele dagen eerder overtuigd: ‘Kom maar af, je zult het je niet beklagen!’”
Het derde en laatste beeld is genomen vlak na de WK-tijdrit, waarin je tweede bent geworden. Het lijkt alsof de stoom uit je oren komt.
Evenepoel: “Ik zat nog vol adrenaline en wilde zo snel mogelijk weten wat de situatie was. Rohan Dennis was op komst, maar ik wist niet hoeveel hij voorlag.”
Eggers: “Na de afloop was hij ontgoocheld. Zijn leeftijd vindt hij irrelevant, voor hem telt maar één plaats. En als Rohan Dennis niet met een verwarde kop en een hoop revanchegevoelens uit de Tour was gestapt, was Remco nu al wereldkampioen geweest.”
Evenepoel: “Toch schat ik die zilveren medaille nog iets hoger in dan mijn Europese titel. Op het Belgisch kampioenschap tijdrijden was ik al derde geworden: een mooie verzameling medailles die bewijst dat ik sterker ben geworden.”
Patrick Lefevere gaf je een 8 op 10 voor je debuutseizoen. Wat vind je zelf?
Evenepoel: “Patrick Lefevere spreek je niet tegen, hè. (lacht) Het was een mooi seizoen, maar ik heb een paar zeges laten liggen. In de Ronde van België had ik de Ardennenrit moeten winnen: ik verloor in de sprint omdat ik in de slotkilometer te lang bleef doorrijden met Victor Campenaerts en Andreas Kron in mijn wiel. Ook de tijdrit had ik moeten winnen, maar ik duwde een te groot verzet. Sindsdien ben ik een tandje kleiner gaan rijden, met het bekende resultaat.”
The Wolfpack: 365 Days at the Wheel komt vandaag uit bij Uitgeverij Kannibaal.
© Humo