AnalyseEK-elftal
Deze elf voetballers scoorden statistisch het best op het EK
Op basis van statistieken komt dit sterrenelftal van het EK voetbal naar voren. Van specialist in de lange passing tot dribbelkoning, van beste balafpakker tot passende middenveldmaestro.
Doelman: Yann Sommer (Zwitserland)
Op het eerste gezicht is het misschien vreemd dat Sommer dit elftal haalt. Alleen Georgiy Bushchan, de keeper van Oekraïne, incasseerde meer goals (10) dan Sommer (8).
Toch kan Sommer terugkijken op een ijzersterk EK. Zonder zijn vele acrobatische ingrepen zou Zwitserland simpelweg niet een van de verrassingsploegen zijn geweest.
Eenentwintig reddingen verrichte Sommer, het meest van alle doelmannen op het toernooi. Op weg naar de finale kregen Jordan Pickford (Engeland, 12) en Gianluigi Donnarumma (Italië, 11) gezamenlijk 23 schoten op doel te verwerken, Sommers doel lag 29 keer onder vuur.
Rechtsback: Denzel Dumfries (Nederland)
Hoewel ook Frenkie de Jong dicht in de buurt kwam van dit statistische sterrenteam, is Dumfries uiteindelijk de enige Nederlandse vertegenwoordiger.
Dumfries speelde in de aanloop naar de 1-0 en 2-0 tegen Oekraïne een hoofdrol met zijn gepatenteerde diepgang op de rechterflank, en kopte ook nog de verlossende 3-2 in de slotfase binnen. Door een versierde penalty en afronden op de counter tegen Oostenrijk was hij uiteindelijk betrokken bij de eerste vijf goals van Oranje op dit EK.
Dumfries eindigde het toernooi ook als de (wing)back die per wedstrijd gemiddeld de meeste luchtduels won (3).
Centrumverdediger: Leonardo Bonucci (Italië)
Waar zijn verdedigingsmaatje Giorgio Chiellini ruim tweeënhalve wedstrijd ontbrak, was Bonucci een van de drie Italianen die in elk EK-duel meespeelde.
De Italianen waren defensief solide als vanouds in dit toernooi. In elk van de drie groepsduels incasseerde Italië geen enkele tegentreffer, in de vier knock-outduels bleef de schade telkens beperkt tot één tegengoal. Dat terwijl Italië een volle negentig minuten extra moest spelen, vanwege de drie verlengingen.
34 & 71 - Leonardo Bonucci (34 years and 71 days) has become the oldest scorer in a EURO final, beating the previous record of Bernd Hölzenbein in 1976 (30 years and 103 days). Strike.#ItaliaInghilterra #Euro2020Final #EURO2020 #ITAENG pic.twitter.com/0VC6UhTJOZ
— OptaPaolo 🏆 (@OptaPaolo) 11 juli 2021
Maar het fundament voor de Italiaanse EK-titel was een veranderde aanpak in de aanval. De 34-jarige verdediger speelde hierbij een sleutelrol als koning van de lange pass: liefst 47 lange passes van Bonucci kwamen aan. Op het gehele toernooi waren er slechts twee andere spelers, Aymeric Laporte (37) en Toni Kroos (32), die meer dan dertig geslaagde lange passes lieten noteren.
Centrumverdediger: John Stones (Engeland)
Waar het Engelse spel qua vermaak flink tegenviel, gezien het aantal sterren in de selectie, was de defensie onder bondscoach Gareth Southgate nagenoeg feilloos.
De vrije trap van de Deense jongeling Mikkel Damsgaard in de halve finale en de frommelgoal van Bonucci uit een corner waren de enige doelpunten die Engeland op dit toernooi incasseerde.
Hierbij speelde Stones, stilletjes zoals altijd, een hoofdrol. De centrumverdediger van Manchester City leidde het geduldige Engelse balbezit met de hoogste pass-zuiverheid: liefst 94 procent van zijn passes kwamen aan. Ook met zijn tackles was Stones accuraat: 86 procent van zijn tackles leverde balwinst op.
Linksback: Leonardo Spinazzola (Italië)
Door een zware achillespeesblessure op te lopen in de kwartfinale tegen België miste Spinazzola de halve finale en eindstrijd. Toch startte de linksback van AS Roma dusdanig goed dat hij alsnog de schifting overleeft.
Met zeven schoten en acht gecreëerde kansen voor ploeggenoten was ‘Spina’ bij vijftien Italiaanse doelpogingen betrokken. Ongekende aanvalscijfers voor een back in vier duels.
Als Spinazzola naar voren stoomde op de linkerflank, was er actie in de tent bij de Italianen. Geen verdediger liet dan ook in de eerste vier EK-speelrondes meer geslaagde dribbelacties noteren (7) dan de uitblinker die in een ver verleden nog zeven keer werd verhuurd door vroegere werkgever Juventus.
Verdedigende middenvelder: Jorginho (Italië)
Hoewel zijn partner op het middenveld Marco Verratti ook in aanmerking kwam, haalt Jorginho de selectie.
Met gemiddeld 74 aangekomen passes per duel (met een zuiverheid van ruim 93 procent) was de genaturaliseerde Braziliaan de metronoom in het tikkende passingsspel onder bondscoach Roberto Mancini.
Ook defensief was hij van grote waarde. Met een enorme voorsprong op de nummer twee (N’Golo Kanté, 14) liet Jorginho de meeste onderschepte passes van de tegenstander op dit EK noteren: liefst 25 keer. Ook was Jorginho na Pierre-Emile Hojbjerg de EK-speler met de meeste balveroveringen: 48 stuks in totaal.
Centrale middenvelder: Pierre-Emile Hojbjerg (Denemarken)
Vorig jaar nog een transferdoelwit van Ajax (het werd uiteindelijk Tottenham), deze zomer misschien wel de beste allrounder op het EK. Hojbjerg was de grote uitblinker bij het opgeleefde Denemarken.
De Deense midmid was de ultieme balafpakker op dit EK: in zes duels veroverde Hojbjerg 51 keer de bal, het meest van alle spelers.
Maar Hojbjerg was veel meer dan een ‘stofzuiger’ op het middenveld. Tot aan de finale was alleen Spaans wonderkind Pedri (37 keer) bij meer aanvallen betrokken waar uiteindelijk een kans uit voortkwam dan Hojbjerg (36). Ook bereidde hij elf doelpogingen van ploeggenoten voor met een beslissende pass, het meest van alle Denen. Alleen de Zwitserse wingback Steven Zuber (4) gaf meer assists dan Hojbjerg (3).
Centrale middenvelder: Pedri (Spanje)
Andrés Iniesta en Xavi hebben dan eindelijk hun troonopvolger. De achttienjarige Pedri schittert als passende maestro bij Barcelona en Spanje op het middenveld.
In de halve finale tegen Italië liet Pedri zien wat hem als tiener al tot de wereldtop laat behoren. Hij koppelt creativiteit aan gerichtheid. Hoewel hij de man van de ideeën was aan Spaanse zijde en daarom veel risico in zijn spel legde, moest Italië wachten tot diep in de verlenging van de halve finale op Pedri’s eerste pass die niet (!) aankwam. Uiteindelijk kwamen 65 van Pedri’s 67 passes tegen Italië aan bij een ploeggenoot, een indrukwekkende prestatie in de belangrijkste wedstrijd uit zijn jonge loopbaan.
Geen speler was op dit EK bij meer gevaarlijke aanvallen in de aanloop betrokken dan de piepjonge Pedri.
Rechtsbuiten: Raheem Sterling (Engeland)
De enige creatieve aanvaller in de Engelse selectie die wél het volledige vertrouwen van bondscoach Southgate genoot.
Hij was met de openingsgoals tegen Kroatië, Tsjechië en Duitsland goed voor de eerste drie Engelse treffers op dit EK, en speelde in de kwartfinale tegen Oekraïne met een betoverende assist, een steekbal op Harry Kane, ook een hoofdrol bij de vierde Engelse openingstreffer.
Sterling mag zich dribbelkoning van het toernooi noemen. Hij ging van alle EK-spelers de meeste dribbelacties aan (36) en bracht de meeste solo’s (20) tot een goed einde.
Spits: Cristiano Ronaldo (Portugal)
Ronaldo speelde 360 minuten op dit EK. Dat zijn er 360 minder dan kampioen Italië. Het gevolg van een tegenvallend toernooi van de titelverdediger.
Maar het Portugese falen valt moeilijk te wijten aan Ronaldo. Geen speler op het toernooi was bij meer goals betrokken dan ‘CR7’. In de spaarzame hoeveelheid speeltijd werd hij gedeeld topscorer (5 goals, evenals de Tsjech Patrik Schick) en gaf hij één assist.
Met 14 goals staat Ronaldo nu op eenzame hoogte als EK-topscorer aller tijden. De voorsprong op de nummer twee, Michel Platini, bedraagt al 5 goals, nummers drie Alan Shearer en Antoine Griezmann (beiden 7 EK-goals) heeft Ronaldo inmiddels verdubbeld.
Linksbuiten: Lorenzo Insigne (Italië)
De kleine creatieveling (1,63 meter) is op dertigjarige leeftijd plots ook buiten Napels een ster.
Insigne had in de Italiaanse nationale ploeg niet de sterrenstatus (noch de productie) die hij bij zijn club Napels wel genoot. Totdat Mancini bondscoach werd. In een vrije rol op links, met een linksback (Spinazzola) in zijn rug die de vuile meters op de flank maakt, kreeg hij de creatieve verantwoordelijkheid toegeschoven in het Italiaanse aanvalsspel.
Insigne bleek bestand tegen de druk. Met 19 schoten en 13 gecreëerde kansen voor ploeggenoten was hij zowel de schutter als aangever die het vaakst bij Italiaans doelgevaar op het EK betrokken was.