AchtergrondVoetbal
De vrije val van Standard: ‘Als het niet oplet, kan het de eerste grote club zijn die failliet gaat’
Standard lijkt een club in vrije val. In de jaarrekening van het voorbije boekjaar, die de RTBF kon inkijken, staat te lezen dat de Rouches bijna twintig miljoen verlies boekten. ‘Er is veel geld ‘verdampt’, en er is al geruime tijd sprake van mismanagement.’
Op het veld gaat het niet goed met Standard: de tienvoudige landskampioen staat slechts twaalfde in 1A. Maar naast het veld oogt de toestand nog penibeler.
Uit de jaarrekening van het boekjaar 2020-2021 blijkt dat Standard 19,7 miljoen euro verlies boekte. Op die manier ging het eigen vermogen van 8,5 miljoen naar -11,2 miljoen.
Opvallend is dat de inkomsten daalden van 81 naar 41 miljoen euro. Ongetwijfeld had corona daarmee te maken, maar er viel ook maar één noemenswaardige uitgaande transfer te noteren: Mergim Vojvoda trok voor 5,5 miljoen naar het Italiaanse Torino. Een jaar eerder hadden jongens als Moussa Djenepo, Razvan Marin, Christian Luyindama, Renaud Emond, Paul-José Mpoku en Guillermo Ochoa nog 41 miljoen in het laatje gebracht.
De sportieve en financiële terugval van Standard werd enkele jaren geleden al ingezet. Dat is opvallend, want in 2008 en 2009 pakte de club onder Michel Preud’homme en Laszlo Bölöni nog twee opeenvolgende landstitels en was Luik de voetbalhoofdstad van België.
In dezelfde periode leverden de transfers van Maroune Fellaini (voor 18,5 miljoen naar Everton), Axel Witsel (voor 8 miljoen naar Benfica), Steven Defour (voor 6 miljoen naar Porto) en Dieumerci Mbokani (voor 7 miljoen naar Monaco) een berg geld op. Nu, iets meer dan een decennium later, is Standard een middenmoter bij wie het water stilaan aan de lippen staat.
Verkeerde spelers
“De kampioenenploeg van toen was de beste ploeg die ik ooit heb gezien in België”, vertelt sporteconoom Trudo Dejonghe. “Door de verkoop van al die topspelers en de deelname aan de Champions League kreeg Standard op dat moment dé kans om een gigantische financiële en structurele voorsprong te nemen op de andere Belgische clubs. Alleen stel ik vast dat doorheen de jaren veel geld is ‘verdampt’ en dat er al geruime tijd sprake is van mismanagement.”
“Het lijkt Standard te ontbreken aan een moderne structuur”, gaat Dejonghe verder. “En het investeerde de jongste jaren te vaak in de verkeerde spelers. Het rendement en de doorverkoopwaarde van veel van die jongens liggen te laag. Verder is het missen van Play-off 1 en Europees voetbal een aderlating. Ten slotte kan ik me goed inbeelden dat sponsors afknappen op het negatieve imago dat tegenwoordig aan de club kleeft. Ook op dat vlak is er werk aan de winkel.”
Standard lijkt zijn enorm potentieel de jongste jaren onvoldoende te benutten, terwijl het wel nog steeds met een hoge kostenstructuur zit. De verkoop van Zinho Vanheusden, Michel-Ange Balikwisha en Hugo Siquet (samen goed voor 25 miljoen) zal de cijfers van het huidige boekjaar opsmukken, maar een meer structurele oplossing dringt zich toch op. Je hebt op de duur geen interessante spelers meer over om te gelde te maken. Bovendien werd het stadion verkocht (aan de door voorzitter Bruno Venanzi geleide bvba Immobilière du Standard). Die boekhoudkundige truc werd in 2020 toegepast om uit de rode cijfers te blijven.
“Ik vermoed dat Standard door de recente verkoop van Siquet de liquide middelen heeft willen aanvullen, zodat het de komende maanden de lonen kan blijven betalen”, merkt Dejonghe op. “Maar op termijn denk ik dat Standard de weg van Anderlecht op moet: een nieuwe, rijke eigenaar vinden die een kapitaalsverhoging wil doorvoeren. Vervolgens dient een moderne structuur te worden geïnstalleerd. En als dat niet gebeurt… Tja, in het verleden zijn al heel wat kleinere clubs in ons land failliet gegaan. Als Standard niet oplet, kan het zomaar de eerste grote zijn die valt.”
Venanzi schermde in de Waalse pers met interesse van een drietal kandidaat-investeerders, maar het is afwachten of het effectief tot een deal komt.