NieuwsAanloop wegseizoen
De perfecte winter van Wout van Aert: ‘Vorig jaar was het een gevecht tegen de tijd. Nu niet’
Niet ziek geworden, niet gevallen, geen zorgen aan het hoofd. Maar wel veel en hard kunnen trainen. Wout van Aert (27) heeft een uitstekende winter achter de rug. De voorbode van een straf voorjaar?
1. Geen gevecht tegen de tijd
Wout van Aert vertelde het dit weekend nog: deze winter is niet te vergelijken met die van 2021. Na het zien van zijn trainingscijfers op Strava valt inderdaad op hoe veel hij meer getraind heeft dan een jaar geleden. Omdat hij veel meer tijd had. “Vorig jaar was het een gevecht tegen de tijd. Nu niet.”
Dat komt omdat hij zijn programma drastisch omgooide. Op 9 januari, na het BK, zette hij een punt achter zijn crossseizoen, drie weken vroeger dan twaalf maanden geleden – toen probeerde hij ook nog wereldkampioen te worden. Al die vrijgekomen tijd ging naar zijn voorbereiding op zijn wegseizoen. Dat was nodig, aldus Van Aert. Vorig voorjaar merkte hij dat zijn benen in april niet meer dezelfde waren als in maart. “Mijn basis was niet breed genoeg.”
Vorig jaar moest Van Aert zich reppen om zichzelf klaar te stomen voor de klassiekers. Het lukte net wel/net niet. Qua pure uithouding, qua volume was het nipt. In de finale van de Ronde van Vlaanderen zakte hij erdoor: hij miste frisheid, de glans was eraf na een zware wedstrijd. Dat zal dit jaar anders zijn.
Van Aert in winter 2021 vs winter 2022
Voorbereidingsdagen: 29 voorbereidingsdagen vs 42 voorbereidingsdagen
Trainingskilometers: 2.623 km vs 4.213 km
Trainingsuren: 90 uur vs 144 uur
Hoogtemeters: 59.537 hoogtemeters vs 79.682 hoogtemeters
Gemiddelde snelheid: 29,2 km/u vs 29,8 km/u
Hoogtestage: 21 dagen vs 19 dagen
Dagen zonder fiets: 4 dagen vs 5 dagen
Dagen thuis in België: 8 dagen vs 12 dagen
2. Hoogtestage als cruciaal element
Van Aert houdt het al jaren bij een beproefd recept: in februari trekt hij de bergen in, nog meer om er te slapen dan om er te trainen. De ijlere lucht stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Dat bevordert de zuurstofopname en dat doet de benen draaien. In vergelijking met 2021 vertrok Van Aert een week vroeger en keerde hij ook een week vroeger terug van de Teide. Reden: dit jaar wil hij opnieuw de Omloop rijden. Het effect van zijn stage zal zaterdag nog niet maximaal te zien zijn, maar Van Aert heeft alle vertrouwen in zijn aanpak. “Ik reageer altijd goed op hoogte.”
Als je de twee stages tegen mekaar afzet, zie je vooral parallellen: het werk dat hij de voorbije weken verzette, komt opnieuw in de buurt van een grote ronde. Minder kilometers dan de Tour, maar wel evenveel hoogtemeters. Wie in detail kijkt, ziet ook kleine verschillen: 2.250 kilometer getraind dit jaar tegenover 2.412 vorig jaar, 55.031 hoogtemeters nu versus 58.404 vorig jaar. Vorig jaar zat hij ook iets meer uren op de fiets: 84 uur tegenover 80 dit jaar. Het is niet toevallig dat hij in 2021 net iets meer werk verzette. Het zit hem opnieuw in die opgejaagdheid. Vorige winter had hij gewoon te weinig tijd en moest hij zich reppen. “Het is een moeilijke oefening als je met een achterstand moet beginnen”, aldus Van Aert.
Dit jaar zat de balans net iets beter, maar ook nu was de stage op Tenerife lastig en zwaar, daar viel niet aan te ontsnappen. Van Aert: “Op sommige dagen leek het alsof we even hard bezig zijn als in een koers.”
3. Concurrentie doet het (enigszins) anders
Van Aert trainde op Tenerife samen met zijn ploegmaats die er straks ook bij zullen zijn in de klassiekers. Tiesj Benoot en co. hebben een haast identieke maand achter de rug. Maar wat deden zijn belangrijkste concurrenten? Jasper Stuyven (Milaan-Sanremo), Kasper Asgreen (Ronde van Vlaanderen) en Sonny Colbrelli (Parijs-Roubaix) wonnen vorig jaar de drie monumenten waarop Van Aert zijn zinnen heeft gezet.
De voorbereiding van Stuyven lijkt het meest op die van Van Aert. Hij zit nog steeds op de Teide, maar deed er voorlopig iets minder kilometers en 10 procent minder hoogtemeters. Nog een verschil: Van Aert kiest op zijn recuperatiedagen vaak voor actief herstel: korte fietstochtjes van 40 à 50 kilometer. Stuyven en Colbrelli nemen vaker een echte rustdag. Colbrelli zat trouwens maar een goeie twee weken op hoogte. Misschien vindt hij dat minder nodig. Bij hem thuis in Italië kan hij alvast makkelijker de bergen in voor klimkilometers. Dat lukt Van Aert niet in de Kempen.
Het grootste verschil is met Asgreen. De Deen koos voor een heel andere laatste aanloop: zonder hoogtestage maar wel met wedstrijden. Hij reed de Ronde van de Algarve, maar nadien volgde een coronabesmetting. Hij heeft het voordeel dat hij al wat koersritme in de benen heeft, maar tempert de verwachtingen voor de Omloop. “Ik ben nog in opbouw. Je mag geen wonderen verwachten.”
Zijn winter was niet perfect, die van Van Aert wel.