Woensdag 29/03/2023

Autosport

De Grote Prijs Spa-Francorchamps: de bodemloze put die de Waalse overheid toedekt

null Beeld Photo News
Beeld Photo News

De Grote Prijs Spa-Francorchamps is een instituut, maar slaagt er niet in om financieel overeind te blijven zonder de hulp van het Waals gewest. Ook dit jaar zal de organisatie enkele miljoenen in het rood gaan. Maar wat is de economische zin van een race die enkel overleeft dankzij een overheid die het verlies telkens toedekt?

Stavros Kelepouris

Voor liefhebbers van de autosport staat 1 september 2019 met stip aangeduid in de agenda. Dan strijkt in Stavelot drie dagen lang het formule 1-circus neer op het circuit van Francorchamps. De Grote Prijs Spa-Francorchamps wordt internationaal geroemd als een van de meest beklijvende races. Het parcours, ingebed in de glooiingen van het omliggende landschap, is uniek in de formule 1. Bochten zoals Eau rouge en Raidillon zijn gemeengoed in het autosportjargon.

Ondanks de grandeur van de race is het financiële plaatje van Spa-Francorchamps een stuk minder rooskleurig. Een formule 1-race organiseren kost geld, meer dan het opbrengt. De voorbije vijf edities maakte Spa Grand Prix, de organisator van de Grote Prijs Spa-Francorchamps, bijna 40 miljoen euro verlies.

Vorig jaar liep het tekort op tot 7,5 miljoen, wat in lijn ligt met de rode cijfers in de voorgaande boekjaren. Telkens gaat het om 6 tot 9 miljoen euro verlies – bijkomend verlies om precies te zijn. Jaar na jaar wordt de volledige put immers gedicht door de Waalse beheers- en participatiemaatschappij Sogepa, de enige aandeelhouder van Spa Grand Prix. Met andere woorden: het Waals gewest pompt bij elke editie ettelijke miljoenen in het formule 1-circus. Of dat geld goed besteed is, is geen eenvoudige vraag.

Groot uithangbord

De grootste kost voor de organisator is de fee die ze betaalt aan Formula One Management (FOM), dat de formule 1 controleert. FOM beheert de uitzendrechten en de promotionele activiteiten, en beslist waar de races georganiseerd worden. Of beter: wie de races mag organiseren. Het is een kwestie van veel geld op tafel te leggen, al verschilt het bedrag per race. De exacte bedragen zijn niet bekend, maar voor de Belgische GP zou het om ongeveer 20 miljoen euro per jaar gaan. “Dat is redelijk juist”, zegt Stijn De Boever, commercieel manager bij Spa Grand Prix. De Waalse financiële impuls is dus goed voor amper de helft van het startbedrag.

Een idee: zou het in dat geval niet logischer zijn om bij FOM aan te dringen op een bijdrage die jaarlijks 6 tot 9 miljoen lager ligt, zodat de wedstrijd zelfbedruipend wordt? Zo simpel ligt het niet, zegt De Boever. “De formule 1 heeft heel goed begrepen dat zo’n wedstrijd een groot uithangbord is voor de regio. Je komt in miljoenen huiskamers tegelijk: dat is onbetaalbaar. Vergelijk het met de organisatie van een rit in de Tour de France. Ook dat is steengoeie reclame en kost een hoop geld. De juiste prijs moet dus betaald worden. Als we de helft minder betalen, zal er simpelweg geen GP meer zijn in ons land.”

Bahrein en Abu Dhabi

Opvallend is dat ons land naar verhouding vrij weinig betaalt om de race naar hier te halen. Volgens De Boever heeft dat deels te maken met de roemrijke geschiedenis van Spa-Francorchamps: het circuit is geliefd in het wereldje en daarom moet er minder betaald worden om de wedstrijdbeheerder te overtuigen. Elders in de wereld worden veel hogere bedragen neergeteld. Singapore en Azerbeidzjan betalen naar verluidt meer dan 40 miljoen. “Het landschap is bedorven door GP’s als Bahrein en Abu Dhabi, die lachend 50 tot 60 miljoen neerleggen. Daar kan Europa niet mee concurreren,” zegt Arjan Schouten, F1-watcher bij de Nederlandse krant Algemeen Dagblad.

Naast de jaarlijkse enveloppe van Sogepa zijn er natuurlijk ook indirecte kosten die de regio moet maken. Denk aan uitgaven voor de veiligheid, of slijtage aan de weginfrastructuur. De bijdrage van het Waalse gewest moet niet gezien worden als een subsidie, zegt organisator Spa Grand Prix: noem het in plaats daarvan een investering van de Waalse regio. Een jaarlijkse studie naar de economische meerwaarde van de GP schat de terugverdieneffecten op 20 tot 30 miljoen euro. Het grootste deel daarvan is voor Wallonië, maar ook de federale staat profiteert mee. De hotels, restaurants en café’s in de omgeving krijgen gasten over de vloer, de consumpties van de toeschouwers zorgen voor extra btw-inkomsten, en er wordt tijdelijk bijkomende werkgelegenheid gecreëerd. De Boever ziet alleen maar voordelen: “Welke firma zou geen 6 miljoen betalen voor ongeveer 30 miljoen euro return?”

Charles Leclerc, vorig jaar tijdens Spa-Francorchamps. Beeld Getty Images
Charles Leclerc, vorig jaar tijdens Spa-Francorchamps.Beeld Getty Images

Een staat of gewest is natuurlijk geen firma, en publieke middelen zijn geen privévermogen. In Nederland is het ondenkbaar dat de overheid zou tussenkomen. Na een afwezigheid van 35 jaar keren onze noorderburen in 2020 weer terug naar de hoogste klasse in de autosport. Die GP zal gereden worden op het circuit van Zandvoort. Prijskaartje: 20 miljoen per jaar. Volgens Schouten zal het niet makkelijk worden om daar uit de kosten te komen, al is het ook niet onmogelijk. In ieder geval zal Zandvoort het moeten doen zonder subsidies van de Nederlandse overheid. Er is wel een aanvraag geweest, maar de Nederlandse Tweede Kamer heeft die snel van tafel geveegd en ook premier Mark Rutte gaf aan dat de wedstrijd haar eigen boontjes moet doppen. “Wij willen altijd de braafste jongen van de klas zijn, en dan zouden wij zo’n vervuilend circus subsidiëren?”, aldus Schouten.

Professor bestuurskunde Filip De Rynck (UGent) vindt het niet onlogisch dat Wallonië de constructie puur financieel als een goede investering ziet maar wijst er net als Schouten op dat er andere overwegingen zijn. “Als je de milieu-impact afweegt tegenover het bredere beleid, kan je je afvragen of de overheid hier niet compleet inconsequent handelt. Dat is natuurlijk een politieke overweging. Ik denk niet dat dit in Vlaanderen nog mogelijk zou zijn. In Wallonië is er blijkbaar nog steeds een parlementaire meerderheid, al zullen daarbij heel uiteenlopende particuliere belangen meespelen.”

“Uit studies weten we dat de meerwaarde van dergelijke sportevenementen altijd sterk overschat worden. Het is maar de vraag wat er wel en niet in rekening wordt gebracht. Als je bijvoorbeeld de schade aan het milieu meerekent, zal het verschil tussen gecommuniceerde en werkelijke return nogal groot zijn”, stipt De Rynck nog aan.

Verstappen-effect

De komst van de GP Zandvoort betekent mogelijk hoofdbrekens voor Spa-Francorchamps. 50 procent van de toeschouwers van de Waalse race komt uit een straal van 500 kilometer. Dat zijn met andere woorden vooral Nederlanders, Fransen en Duitsers. De formule 1 is in onze buurlanden bijzonder populair. Duitsland had met Schumacher, die zijn hoogdagen beleefde rond de eeuwwisseling, een van de grootste namen in de geschiedenis van de sport. Tegenwoordig is Sebastian Vettel dan weer een van de absolute vedettes. Bij de Fransen is alle hoop gevestigd op de jonge Monegask Charles Leclerc, een toptalent waar waarnemers bijzonder veel van verwachten.

In Nederland is er het fenomeen Max Verstappen. Het belang en de populariteit van de jonge coureur vallen moeilijk te onderschatten. Op 15 mei 2016 werd de toen 18-jarige Verstappen de jongste winnaar ooit van een Grote Prijs – het vorige record stond op naam van Sebastian Vettel. “Die datum betekende een echte omslag in Nederland. Er was een formule 1 voor die dag, en er was een formule 1 na die dag”, blikt Schouten terug. “Ieder artikel over hem bij het AD wordt als een gek gelezen. Enkel voetbal is nog groter hier. Maar wat Max Verstappen als individuele sporter losmaakt, is ongezien in Nederland.”

De afwezigheid van een Grote Prijs in eigen land lokte de voorbije jaren grote drommen Nederlanders naar Stavelot, die daar hun idool aan het werk wilden zien. Jo Bossuyt, F1-journalist bij Het Laatste Nieuws, spreekt van het effect-Verstappen. “Zeker vorig jaar werd Francorchamps overspoeld door Nederlanders. Maar er zijn wel geruchten dat de organisatie zich zorgen maakt voor 2020.”

Tickets

Belangrijk om te weten is dat tickets de enige serieuze inkomstenbron zijn voor de organisator. Het exacte bedrag wil De Boever niet geven – “maar als je onze financiën bekijkt, is het blijkbaar 7 miljoen te weinig”, lacht hij. Wat de invloed van Zandvoort wordt, is ook voor hem koffiedik kijken. De kans bestaat natuurlijk dat sommige Nederlanders Francorchamps nu links laten liggen. Anderzijds is het niet denkbeeldig dat de autosport in de Lage Landen net populairder wordt door de nieuwe race, en dat Francorchamps daar mee van profiteert. Bovendien verdwijnt de GP op de Duitse Hockenheimring, wat opnieuw goed kan zijn voor Wallonië.

Wel zijn er geruchten dat Spa Grand Prix de overeenkomst met FOM, die nog loopt tot 2021, wil heronderhandelen nu er zo dichtbij een nieuwe wedstrijd komt. Dat kan eigenlijk alleen maar betekenen dat ze een lagere prijs willen betalen. De Boever drukt de geruchten de kop in. “Ieder jaar maken we een financiële oefening, en bekijken we wat haalbaar is. Dat is niet nieuw.”

Zenuwachtig afwachten

Ook in Oostenrijk wordt zenuwachtig afgewacht welk effect Zandvoort zal hebben, weet Schouten. “Twee maanden terug waren er officieel 25.000 Nederlanders op de Grote Prijs daar – bizar veel eigenlijk.” De ongerustheid is volgens hem grotendeels onterecht, zeker in het geval van Spa-Francorchamps. Veel mensen hebben immers achter het net gevist bij de ticketverkoop in Zandvoort. En het ontzag voor de Waalse GP is groot. “Max Verstappen inspireert nu een nieuwe generatie fans en die willen allemaal wel een keertje naar Francorchamps.”

Problematischer is de achterstand die Francorchamps lijkt op te lopen tegenover moderne circuits. De racebaan mag dan wel overlopen van geschiedenis, ook paleizen kunnen af en toe een likje verf gebruiken. De aanrijroute zorgt bij bezoekers voor veel frustratie, en ook de voorzieningen zijn aan een flinke update toe. Schouten: “Voor de gemiddelde toeschouwer is het alsof de tijd stil is blijven staan in 1992. Maar het blijft een magische baan.” En magie mag blijkbaar wat kosten.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234