AchtergrondConference League
De Conference League is voor Belgische en Nederlandse clubs meer dan een zoethoudertje
Feyenoord-Marseille en Leicester-AS Roma spelen vanavond de halve finales van de Conference League. Sterke ploegen, dus doet niemand nog lacherig over de derde Europese competitie.
“Het zou mooi zijn als Feyenoord de Conference League wint. Maar het is alsof je eerst gedegradeerd bent.” Ex-international Pierre van Hooijdonk doet minnetjes over de Conference League. Maar buiten Ajax speelden de Nederlandse clubs dit seizoen geen rol van betekenis in de Champions of Europa League. Ze lijken gedoemd om, net als de Belgische clubs, hun pijlen te richten op het jongste geesteskind van de UEFA om nog prijzen te winnen.
AA Gent haalt zijn neus alvast niet op voor de Conference League. Hun achtste finale leerde manager Michel Louwagie dat de derde Europese competitie meer kan opbrengen dan een korte passage in de sterker bezette Europa League: met 8,3 miljoen euro haalden ze, na Club Brugge, het meeste prijzengeld op onder de Belgische clubs.
“In de voorronde waren er matchen tegen mindere goden, maar Anderlecht ging eruit tegen Vitesse. Zo eenvoudig is het toch niet", zegt Louwagie. “Ik vond de Intertoto vroeger minderwaardig, maar het is nu wel duidelijk dat het voor Belgische clubs lastig wordt om nog wat te betekenen in de Champions of Europa League. In 22 jaar konden alleen Anderlecht en Gent overwinteren in de Champions League, dan weet je het wel.”
Geen B-elftallen
Het is een tendens waar sporteconoom Trudo Dejonghe (KU Leuven) niet van opkijkt. “Enkele jaren terug droomden Belgische clubs nog van de Champions League, intussen is zelfs de Europa League al hoog gegrepen en moeten we genoegen nemen met de derde Europese competitie. Dat zegt veel over de krachtverhoudingen.”
De Conference League zal steeds meer het speelterrein voor de Belgische clubs worden, voorspelt hij. “AA Gent haalde de achtste finales, met wat geluk zit er in de toekomst eens een kwart- of halve finale in. Al zal dat niet makkelijk zijn, want je merkt dat het nummer zes uit Engeland of Italië de Conference League ook serieus neemt en geen B-elftal opstelt. Bovendien is ons zware competitieformat nadelig: als het in Europa om de knikkers gaat, staan bij ons de play-offs op de agenda.”
Het verschil in prijzengeld tussen de Conference en Europa League is niet uitzonderlijk groot, het zijn vooral de inkomsten uit de market pool (op basis van tv-contract) die maken dat de Europa League lucratiever is. “De UEFA moest natuurlijk financieel wat doen voor de kleinere clubs, want de Champions League lijkt voorbehouden voor drie, vier landen. Het voordeel van de Conference League is dat de Belgische clubs in de poules kunnen uitkomen tegen clubs uit kleinere landen en zo meer kans maken om een ronde verder te raken.”
Louwagie besluit dat de Conference League voor de Buffalo’s een meevaller was, sportief en financieel. “Je speelt tegen clubs die je aankunt. En wanneer je in je eigen middelen voorziet, dan is het prijzengeld een levensader. Ik kan er niets negatiefs over zeggen, behalve dat er geen videoref was.”