ReportageWielrennen
Bij Team DSM is de mecanicien minstens net zo belangrijk als de renner
Wielerploeg Team DSM heeft in de Giro eindelijk naar behoren gepresteerd, maar ‘het team van de protocollen’ krijgt ook veel kritiek. ‘Beslissingen nemen moet niet altijd een gevecht zijn.’
Het is niet eens een heel grote televisie die op de tweede verdieping van het kantoor van Team DSM in Deventer in de hoek hangt. Toch verzamelen elke dag alle werknemers zich daar, bij het keukentje, als er in een wedstrijd nog een kilometer of tien te rijden is. Dan is het uitkijken naar de finish en zoeken naar de zwart-blauwe tenues van de ploeg. En hopen op succes.
Half mei kon men er de koelkast openen, op zoek naar een fles champagne. Spurter Alberto Dainese won de 11de rit van de Giro in de massasprint. Er werd een kleine toost uitgebracht. Ook door Lieke Dommerholt, al moest de voedingsdeskundige van de ploeg daarna snel aan de slag om ervoor te zorgen dat de renners ook bubbels mochten drinken. Razendsnel moest ze het menu aanpassen. Want te veel calorieën is ook niet goed. “Dat hoort bij het werk binnen een profploeg.”
Niet alleen in Italië, ook in Deventer wordt dagelijks over de Giro nagedacht. Dommerholt moet elke dag bepalen hoeveel een renner op zijn bord krijgt. Iedere renner stuurt dagelijks een bestand waarin precies staat hoeveel calorieën er zijn verbruikt. Ieder teamlid speelt een belangrijke rol, van waar ook ter wereld. Precies hoe de ploeg het graag wil.
Wielrenners vertrekken
Team DSM kwam het afgelopen jaar vooral negatief in het nieuws. Het ging voornamelijk over de lijst met renners die de afgelopen maanden en jaren de ploeg verlieten. Dumoulin, Barguil, Matthews, Theuns, Hirschi, Van Wilder, Gall, Hindley, Kelderman, Benoot. Bij veel van hen ging het mis op de “samenwerking”, zei hoofdcoach Rudi Kemna in oktober.
Dit jaar leek die samenwerking in de Giro juist beter dan ooit. Romain Bardet leek op weg naar een goed klassement, tot hij met ziekte moest opgeven. Enkele renners moesten een dag later nog huilen toen het over die opgave ging. Er was het gevoel dat er echt iets mogelijk was.
Als dat binnen een ploeg gebeurt, waarom was er dan kritiek? Wat is dan de werkwijze van Team DSM? Trouw sprak met stafleden uit alle lagen van de organisatie. Hoe spreken zij over de filosofie binnen de ploeg?
Alles samen doen
Dat ‘samenwerken’ is een woord dat overal doorklinkt. Opereren als team. Dommerholt noemt het expliciet als een van haar belangrijkste drijfveren. “Het is prettig dat wij bij alles ‘het samen doen’. Ik heb nooit het idee dat ik alleen voor een heel lastige beslissing sta. Ook de renners helpen. Die hiërarchische structuur is fijn en relaxed.”
Binnen het team zijn drie aparte ploegen actief: het profteam bij mannen, het profteam bij vrouwen en de opleidingsploeg. In de organisatie is de structuur gelaagd. Het performance team bestaat uit vier mensen: teambaas Iwan Spekenbrink, Rudi Kemna voor de sportieve tak, Marloes Poelman voor de logistiek en Narelle Neumann voor de wetenschapstak. Zij sturen allen een groep mensen aan. Neumann heeft bijvoorbeeld vijftien werknemers onder zich.
Neumann, een Australische, werkt nu drie jaar bij Team DSM. Aan de muur in een kamer op het kantoor van de ploeg hangen foto’s van alle aspecten waar zij en haar team zich mee bezighouden. Aerodynamica, kleding, materiaal, training, voeding, noem maar op. “We willen een milieu creëren waarin iedereen invloed kan hebben, op het juiste moment. Iedereen die op een fiets zit, maar ook iedereen die daar niet op rijdt.”
Het is het team dat belangrijk is. Besluitvorming over een onderwerp ligt bij de desbetreffende expert. De renner racet, de ploegleider bepaalt hoe er kan worden gewonnen, een mecanicien gaat over de fiets en de voedingsdeskundige bepaalt welk eten op tafel komt. “Waarom denk je anders dat ik hier zit”, vraagt Dommerholt retorisch als zij over het onderwerp praat. “Ik wil mijn waarde toevoegen en dat kan alleen als iedereen daarvoor openstaat, ook renners. ‘Samen’ kan elkaar alleen maar versterken.”
Veel renners gedijen bij de aanpak. Nils Eekhoff prees vorig jaar de structuur en de houvast die hij had richting zijn wedstrijden. Kopman Romain Bardet verlengde in de Giro zijn contract, omdat hij zich fijn voelt bij de ploeg, vertelde hij. “Het is een professionele omgeving, waar ik mezelf kan zijn.”
Invloed op het eigen plan
Maar soms zijn die afspraken juist een aanleiding tot frictie. Wilco Kelderman, die vorig jaar de ploeg verliet, vertelde waarom: “Goede renners weten wat ze willen en hebben graag invloed op hun eigen plan. Dat was bij Sunweb (de sponsor voordat DSM instapte) gewoon iets lastiger dan bij andere ploegen.”
Een renner staat in deze organisatie misschien minder centraal dan in andere teams, denkt Neumann. Met andere woorden: het gaat er ook om dat bijvoorbeeld de mecanicien met een goed gevoel de dag afsluit. Toen Soren Kragh Andersen vlak voor de Ronde van Vlaanderen zijn zadel iets hoger wilde zetten, ging hij daarmee in tegen de experts die meerdere malen in de windtunnel de ideale fietspositie hadden bepaald en zette hij de mecanicien onder druk om naast de koersfiets ook alle andere fietsen te veranderen. Kragh Andersen verontschuldigde zich overigens na het incident intern voor zijn uitbarsting. Hij was in de stress geschoten.
Dajo Sanders geeft vanuit zijn kamer in Maastricht nog een voorbeeld. Hij is een van de vier trainers bij de ploeg en zorgde er de afgelopen maanden voor dat Bardet in goede vorm in Italië verscheen. “Soms hebben grote renners in een ploeg veel te zeggen. Maar als hun idee niet overeenkomt met hoe wij vanuit de wetenschap kijken, dan wordt onze expertise niet gerespecteerd. Stel, een renner meent vanuit zijn ervaring dat twee weken hoogtestage goed voor hem is, maar wij als trainers hebben wetenschappelijk bewijs dat drie weken beter is. Dan kiezen wij liever voor het optimale plan vanuit de wetenschap en vragen de renner om daar samen met ons aan te werken.”
Die benadering wordt vooraf met elke renner die bij de ploeg komt besproken. Sanders: “Er zijn veel mensen die uiteindelijk met die renner werken. Die moeten verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dat moet duidelijk zijn, en daar moet een renner voor openstaan. Beslissingen nemen moet niet altijd een gevecht zijn.”
Het team van de protocollen
Maar als een renner niet meer past in die filosofie, trekt ploegbaas Iwan Spekenbrink “een harde lijn”, vertelde hij vorig jaar. Hij beschermt de samenwerking, het team. Ook als dat betekent dat veel renners vertrekken. “Een renner denkt soms dat wij niet naar hem of haar luisteren. Terwijl dat echt wel zo is”, zegt Dommerholt. Ook Sanders zegt dat feedback juist “meer dan welkom” is. Samen met de renner wordt het grote jaarplan in de winter besproken. Waar gaat hij of zij rijden, en hoe werkt die persoon daarnaartoe.
Als alles duidelijk is, moet het gaan over racen. De ploeg was dan ook niet blij toen het tijdens de afgelopen Tour de France in de teambus ging over de vraag of de sportdrank in de bidonnen naar limoen of sinaasappel moest smaken. Dat moet allang bepaald zijn. In de wedstrijd gaat het om het rijden.
Naar de buitenwereld toe werd Team DSM het team van protocollen genoemd. Voor alles zijn regels, was de kritiek van renners die de ploeg verlieten. Van wat je aandoet op een presentatiepodium voor de start tot de manier waarop je je training vastlegt. Dat verhaal behoeft nuancering, vindt Sanders. “Testen willen we op een bepaalde manier doen. Dat wordt opgeschreven. Dat geeft ons houvast. Als je naar dokters in een ziekenhuis kijkt, die hebben ook een checklist. Wij schrijven het dan op en noemen dat een protocol.”
We zijn allemaal het team, zegt Neumann in een van de vergaderzalen in Deventer. “Kijk, voor mij is het langetermijnsucces van de staf even belangrijk als dat van de renners. Ook voor stafleden is dit een carrière.” Het team – renners, staf – is relatief jong. Het gevolg van de werkwijze is vooral dat jonge renners kunnen groeien. Zie bijvoorbeeld een Arensman nu, of een Dumoulin voorheen.
Successen nog niet talrijk
Als alles bij Team DSM samenvalt, leidt dat tot een team zoals in de Giro zichtbaar was, klinkt het bij de ploeg. Saamhorigheid, teamgevoel, elkaar beter maken. Alleen zijn de successen nog niet talrijk. Ook dit seizoen is het zoeken naar zeges. De overwinning van Dainese was pas de eerste dit jaar op World Tour-niveau.
Tot nervositeit leidt dat niet. “In het wielrennen is zoveel niet te controleren. De focus moet niet liggen op succes”, zegt Neumann. “Succes is een validatie van het proces. Wie goed bezig is, behaalt vanzelf overwinningen. En met dat proces is helemaal niets mis.”
De opgave van Bardet bewees dat er in de wedstrijd van alles kan gebeuren. Van kansrijk op de eindzege in de Giro tot ziek en bevangen door de hitte op het asfalt liggend. Thymen Arensman kwam net tekort in de zestiende etappe. Valt of staat het seizoen daarmee? Volgens Team DSM niet. Neumann: “Het is nooit perfect”.
Sanders wil per se nog wat toevoegen. “Als je kijkt naar de zege van Dainese in de Giro: die had het alleen maar over het team. Ze vlogen elkaar in de armen. Het belangrijkste is: dit is echt een ploeg waar gevoel in zit.”