AchtergrondNina Derwael
Beste Belgische gymnaste ooit, eerste turngoud ooit? Zo goed is Nina Derwael
Europees kampioen, wereldkampioen... olympisch kampioen? Ze is amper 21 jaar en staat volgende week voor de zwaarste opdracht in haar jonge leven. Een geprikkelde Nina Derwael en haar getergde coaches zullen alleen met goud tevreden zijn.
Twee Belgische olympiërs hebben tot nog toe de gouden trilogie volbracht. Zwemmer Fred Deburghgraeve was de eerste, toen hij in Perth in januari 1998 wereldkampioen werd op de 100 meter schoolslag, na eerst Europees (1995 Wenen) en olympisch goud (Atlanta 1996) te hebben gewonnen.
Hij werd nageaapt, zij het dan in omgekeerde volgorde, door Nafi Thiam toen die na haar verrassende olympische titel in Rio in 2016 een jaar later ook wereldkampioene werd en nog een jaar later de Europese titel pakte. En daarmee stopt het lijstje van Belgen die in olympische sporten bovenaan op de drie grote podia hebben gestaan.
Nina Derwael kan de derde in dat selecte clubje worden en met olympisch goud in Tokio misschien over de hoofden van de twee anderen springen. Ze is dubbel Europees (2017, 2018) en dubbel wereldkampioene (2018, 2019), al hoort daar een asteriskje bij: gymnastiek is een van die sporten die elk jaar grote kampioenschappen organiseren. Deburghgraeve heeft dan weer een streepje voor omdat hij eerst een Europees en later een wereldrecord vestigde. Nafi Thiam kan op haar beurt als eerste vrouw ooit een olympische titel in de zevenkamp verlengen.
Bij het bezoek vorig weekend van de Belgische media aan het trainingsoord in Mito, 120 kilometer ten noordoosten van Tokio, kwam die historische afspraak in de babbels met Nina Derwael alvast niet aan bod. Het werd een potje smalltalk, over Japans dat ze hadden geleerd, samen met de straatbasketballers op de bus, en dat het helemaal geen gevangenis was. Ze was blij te vernemen dat in de lege zaal toch toeschouwers te horen zullen zijn.
Nina Derwael is een gymnaste en die staan doorgaans bekend om een wereldbeeld dat begint bij de mat en ophoudt bij de balk. Niet Derwael. Al bij een eerste gesprek met deze krant in mei 2015, buiten op een bankje in de zon op het terras van de Topsportschool, vertelde ze honderduit over haar passie voor sport. Derwael: “Zelf weet ik het niet meer, maar mijn mama heeft het vaak genoeg gezegd dat ik als kleuter naar de artistieke gymnastiek op de Olympische Spelen op tv keek en zei: dat wil ik ook, ik wil ook naar de Olympische Spelen. Het zal wel kloppen dat ik dat al heel vroeg wilde.”
Omdat ze zich de laatste tijd niet vaak uitgebreid liet interviewen, peilden journalisten in recente verhalen vaak bij anderen naar de roots van Derwael. Zo kwamen ze ook bij haar kleuterjuffrouw terecht. Die herinnert zich Nina nog als een bazinnetje in de klas: “Altijd weer zorgen voor anderen, altijd weer de regelaar van de klas. Ruzies werden door haar beslecht.”
Zo ook op de Topsportschool, waar ze al snel de leading lady in het internaat aan de Gentse Blaarmeersen werd. De ‘kleintjes’ – amper een paar jaar jonger – kregen een bemoedigende opmerking en een collega-turner die bij het voetballen zijn voet had verstuikt, kreeg een vermaning.
“Ze kijken een beetje naar mij op”, zei ze verontschuldigend. Tegen het einde van het gesprek vroeg ik of ze wist dat ze internationaal en ook hier in België speculeerden dat zij wel eens de eerste Belgische gymnaste zou kunnen worden die een medaille zou winnen op een groot toernooi? “Nina Derwael kan the next best thing worden aan de uneven bars”, had een Amerikaanse gymsite die haar als junior aan het werk had gezien in 2014 al voorspeld.
Voor het eerst stopte haar geratel, want babbelen kan ze als geen ander. “Euh... Wordt dat gezegd? Euh ja, dat zou mooi zijn.” Ze was zestien, het was 2015 en niemand die Nina Derwael toen kende, tenzij gyminsiders die haar hadden getipt. En die ene Amerikaanse site.
Gouden Emilie
Exact een maand eerder had ik haar op een training een hele dag in actie gezien. Ze waren begonnen om 8 uur, na een opwarming die een doorsneesporter op de spoedopname doet belanden. Om 11 uur waren ze gestopt. In de namiddag was er een interne wedstrijd om uit te maken wie mee mocht naar het olympisch kwalificatietoernooi en daarom was het maar een lichte training, had hoofdcoach Yves Kieffer gezegd. De reputatie was deze Fransman vooruitgesneld: hij kon een slavendrijver zijn, maar hij zou onze nieuwe trots – het gymmodel – voor Rio klaarstomen.
Jazeker, af en toe gaf hij een schreeuw, die ene met faalangst op het paard sprak hij zelfs hard toe – later zou die gymnaste in belastende getuigenissen opduiken. Maar dit is nu eenmaal de hardste onder de sporten, artistieke gymnastiek: vanaf zestien jaar dertig uur training per week en maar één weekend op twee naar huis.
Yves Kieffer wist het toen al. “Nina Derwael a le potentiel d’Emilie.” Emilie was Emilie Le Pennec, namens Frankrijk gouden medaille op dezelfde brug met ongelijke leggers op de Spelen in Athene in 2004. Haar coach lachte het ongeloof weg. “Stop met de Vlaming uit te hangen. Waarom zouden meisjes van hier geen medailles kunnen winnen?”
Op de Olympische Spelen in Rio was het nog te vroeg. Derwael had haar olympisch kwalificatietoernooi in extremis zelfs gemist door een handblessure en niemand wint een medaille op het eerste mondiale gymtoernooi als senior, maar haar negentiende plaats in de allroundfinale werd onthaald als veelbelovend. Een toestelfinale haalde ze niet, in het licht van wat ze daarna presteerde op de brug is dat nu ondenkbaar.
Rio was een leerschool en er was die ene foto na haar laatste oefening die alles zegde: ze had net de beste Belgische prestatie ooit neergezet op de Spelen, maar trok een sip gezicht. Dit had beter gekund, wist ze, en ook de coaches waren niet blij en vonden dat er meer had ingezeten.
Wat goed is, komt snel en dat is wat Derwael op het WK van 2017 toonde. Van negentiende allround ging ze naar de achtste plaats en van de twaalfde op de brug naar de derde. België stond op zijn kop. De sportwoestijn aan de Noordzee had een mondiale medaille in gymnastiek behaald, de zwaarste van alle vrouwensporten. Dat was ongezien. De laatste Belgische medaille op mondiaal niveau viel bij de Spelen van Antwerpen in 1920, toen een team van 24 mannen zilver en brons won.
Nina Derwael was op het punt beland dat ze de lat moest leggen waar de prijzen lagen. Aan de Blaarmeersen stelden ze zich voortaan maar één vraag, de gymnaste zelf ook: wat is nodig om goud te halen? De vraag werd met brio beantwoord.
In 2017 werd ze Europees kampioene en derde van de wereld. Het traject was uitgezet: speciaal voor het WK in 2018 hadden zij en haar trainers de moeilijkheidsgraad zwaar opgekrikt. Na vrijdag 2 november 2018 en het WK-goud van Derwael schenen volle schijnwerpers op de gymfabriek aan de Gentse Watersportbaan. Vier jaar na die Amerikaanse voorspelling werd de jonge vrouw uit Sint-Truiden de beste van de wereld op het meest tot de verbeelding sprekende turntoestel.
Tussen 2017 en 2019 domineerde ze haar sport zoals nooit eerder een Belgische sportvrouw een meer mondiale sport heeft gedomineerd. Nina Derwael deed het op de mythische brug met ongelijke leggers. Op het wereldkampioenschap in Doha in 2018 verpletterde de Limburgse haar tegenstanders. Na Justine Henin, Tia Hellebaut en Nafi Thiam had dit land een nieuwe sportkoningin die de wereld ons benijdde. In 2019 deed ze dat kunstje over op het WK in Stuttgart en Derwael werd daarmee Belgiës grootste kans op goud voor de Spelen van Tokio in 2020.
Donkergroen
Nina Derwael is wat Amerikanen een next level-atleet noemen: geef haar een nieuwe uitdaging en ze traint tot ze het volgende niveau haalt. Plafonneren staat niet in haar woordenboek, hooguit zal ze even blijven op het level dat ze haar eigen heeft gemaakt om vervolgens weer hoger te mikken. Dat heeft ze tussen 2016 en 2019 elk kampioenschap gedaan: jaar na jaar, toernooi na toernooi turnde ze beter, moeilijker, mooier. In Tokio moet ze dat nog eens overdoen, want de concurrentie is een jaar ouder en sterker geworden.
Opvallend toch dat Nina Derwael bij de talentidentificatie één onvoldoende had gekregen: ze was te lang voor gymnastiek. Donkergroen (supergoed), groen (goed) of rood (niet goed), dat zijn de kleurtjes voor de talentidentificatieprofielen. De elfjarige Nina Derwael scoorde op alles donkergroen, maar kreeg rood voor haar lengte. In China was ze naar de circusschool gestuurd, maar in het kleine Vlaanderen verkozen zowel de Gymfed als de UGent ‘het oog van de meester’ boven de richttabellen: ze kreeg donkergroen, advies om haar in het topsportmodel mee op te nemen.
Het pleit voor haar trainers dat ze van haar lengte, haar ‘nadeel’, een voordeel hebben gemaakt. Zoals ze met haar hele 1m68 als een libel door het zwerk zwiert, is ze de gratie zelve. Simone Biles en de rest van de wereld konden alleen maar in bewondering toekijken. Omgekeerd kijkt Derwael ook in bewondering naar Biles, die op deze Spelen de show zal stelen.
Derwael werd het uithangbord van de Gymfed, de turnbond zeg maar. Die was lange tijd een voorbeeldbond die veel topsportgeld kreeg van Sport Vlaanderen, maar ook zelf met succes achter geld aanging. Met dat geld haalden ze in 2008 een in eigen land halvelings uitgerangeerd Frans trainersechtpaar naar België: Marjorie Heuls en Yves Kieffer zijn de onmiskenbare architecten, de adoptieouders van dit succes. Af en toe gaven die een gil: on en a marre, we zijn het beu, we worden tegengewerkt. Zoals goede trainers betaamt, waren ze nooit content en af en toe was hun ongenoegen terecht.
Ze waren gelukkig in Gent, hun kinderen gingen er al meer dan tien jaar naar school en spraken even goed Nederlands als Frans. Kortom, niets liet uitschijnen dat in 2020 de hemel op hun hoofd zou vallen. Waar in een olympisch jaar alle energie moet gaan naar trainen in functie van de Spelen, die eerst wel en dan niet zouden doorgaan, kwamen daar plots eindeloze vergaderingen en sessies crisiscommunicatie bij. Een tsunami was komen binnenrollen: getuigenissen over al of niet vermeende verbale agressie tegen gymnastes die ooit onder Kieffer, Heuls en hun acolieten hadden getraind en door hen keihard waren afgeserveerd.
De uitkomst is bekend: er kwam een rapport dat de verbale agressie bevestigde, maar ook kaderde. Na lang aandringen hebben Kieffer en Heuls zich – ferm tegen hun goesting – geëxcuseerd tegenover al wie ze ongewild onheus zouden hebben bejegend. Daarmee is de kous natuurlijk niet af. Het koppel voelt zich onheus bejegend, het team is door elkaar geschud, elke dag in 2020 en tot een stuk in 2021.
Een brief vanuit de olympische selectie – opgesteld door Maellyse Brassart, de enige Franstalige in de groep – nam even de druk van de ketel. Ook Derwael nam het vierkant op voor haar coaches, waarna zij en haar moeder door de klagers werden weggezet als egoïsten die alleen maar aan de eigen glorie dachten. De wonden in de Belgische gymwereld zijn diep.
Groter risico op fouten
Als voor jonge atleten geldt dat het uitstel van Tokyo 2020 naar Tokyo 2020NE een goede zaak is, dan is Derwael een twijfelgeval. Haar voorbereiding is verstoord, zoveel is duidelijk. Bovendien is de jonge concurrentie sterker geworden. De Amerikaanse Sunisa Lee mag met een kanjer van een routine worden verwacht, hetzelfde voor enkele jonge Russinnen en voor de Chinese Fan Yilin.
Waar Derwael op eerdere WK’s won als ze niet van de brug viel, zal het er nu, met concurrentes die met even moeilijke of moeilijker oefeningen voor de dag komen, op aankomen de perfecte uitvoering neer te zetten. Inmiddels is haar oefening voor deze Spelen nog steeds onzeker en is het niet duidelijk of die onzekerheid gespeeld dan wel echt is.
Derwael werd in 2019 wereldkampioene met een oefening met moeilijkheidsgraad (D-score) 6,5, maar trainde ondertussen op 6,7. Heel even was er zelfs sprake van 6,9. Doordat een gescheurd voetkussentje haar dit jaar van het EK weghield, weet niemand welke richting het uitgaat. Een laatste test was geen meevaller, maar zelf zei ze op het juiste traject te zitten.
De ervaring van Kieffer en Heuls kan een cruciale rol spelen. De tegenstand weet niet waar Derwael mee bezig is en probeert steeds moeilijker elementen toe te voegen om haar te overvleugelen. Dat houdt een risico op fouten in. De brug is een oefening in het uitdagen van fysica, meer in het bijzonder de middelpuntvliedende krachten, en al te vaak eindigt veel risico in veel fouten. Bij die D-score wordt ook een uitvoeringsscore geteld en die kan de perfecte 10 opleveren, in de praktijk minder dan 10 door aftrek van foutjes. Samen is dat de E-score.
Volgens een insider zou Derwael haar bekende oefening nog hebben geperfectioneerd en het veelbesproken ene nieuwe element dat ze eerst had toegevoegd niet turnen omdat het te weinig opbrengt in de puntentelling. Wel zou ze hebben gewerkt aan een moeilijkere afsprong die meer punten oplevert en haar dichter bij de tien brengt. Niks van haar oefening of training van het laatste jaar is online te vinden. Een bewuste keuze?
Derwael: “Jawel, de anderen moeten niet weten waar ik mee bezig ben. Laat hen maar filmpjes posten. Ik leer daar veel uit. Zoals wat? Dat het best een pittig toernooi zal worden in Tokio.”
Teamfinale
Niet zeker of ze dat zelf ten volle beseft, maar alleen een complete olympische triomf kan de druk van de gymketel halen. Goud voor Nina Derwael zou het gelijk van haar trainers bewijzen: dat bij elk gymsucces ook nevenschade optreedt. Het zou ook haar eigen gelijk bewijzen: dat je een jonge vrouw kunt zijn, samenwonend met een lief, en niet noodzakelijk een kindvrouwtje om een prijs te winnen. Ten slotte zou het misschien ook een opsteker kunnen zijn voor al wie Covid-19 heeft gehad. Derwael kreeg er in december ook mee te maken, een geschenk van haar voetballer-vriend.
Haar eerste optreden is dit weekend, samen met de drie andere vrouwen van het gymteam, de meest getalenteerde selectie ooit. Zij gaan voor een plaats in de teamfinale met acht landen, wat voor een klein land als België een regelrechte sensatie zou betekenen. Nina Derwael, Maellyse Brassart, Jutta Verkest en Lisa Vaelen beginnen zondag om 13.20 uur Belgische tijd aan hun kwalificatieronde in subdivisie 5. Uit die kwalificatie zullen we al wijzer worden wat de kansen van Derwael betreft. Dezelfde kwalificatie telt ook om de finales van de allroundcompetitie en de individuele toestellen te halen.
Kwalificaties turnen, zondag om 13.20 uur.
Sporza: Tokio 2020, vanaf 13.45 uur op Eén.