Benoot beste Belg in Luik: ‘In een superdag kan ik mee’

Achtste in 2020 en zevende in 2021: Benoot is pas de tweede Belg in twintig jaar die erin slaagt om twee keer in de top tien te eindigen in Luik-Bastenaken-Luik, Philippe Gilbert is de andere. “Er zijn schonere statistieken”, vindt Benoot, maar dat wil niet zeggen dat hij niet tevreden is met zijn resultaat. “Ik koers niet om zevende te worden, maar als ik zie tussen welke namen ik eindig, dan sta ik op mijn plaats.”

Benoot spreekt van ‘een deftige uitslag’, maar vooral van ‘een goed gevoel’. Hij noemt de wedstrijd zijn beste koers sinds Parijs-Nice. Half maart werd hij ziek: hij kreeg koorts en moest de fiets vijf dagen aan de kant laten, iets wat hij het hele voorjaar met zich meegesleept heeft. “Twee procent maakt op dit niveau een groot verschil.”

Pas In Luik vond hij zijn goede gevoel terug. “Ik zeg niet dat ik top was, maar ik had wel het gevoel dat er kracht op zat.” Meer dan in de E3 (15de), de Ronde (12de) of de Amstel (15de), koersen waar hij meer van verwacht had. “Maar ik kan mezelf niets verwijten. Als je vijfde wordt in Parijs-Nice ben je conditioneel klaar. Ziek worden heb je niet in de hand. Dat is iets dat gewoon gebeurt.”

Het kantelpunt was la Roche-aux-Faucons. “In een superdag kan ik mee, nu ontplofte ik op 200, 300 meter van de top.” Samen met onder andere Schachmann hing hij vijftig meter achter Pogacar en co. “Even dacht ik dat we nog konden terugkomen, maar het lukte niet.”

Maar zijn conclusie blijft: van alle klassiekers is Luik-Bastenaken-Luik degene die qua profiel het best bij zijn mogelijkheden past. “Als ik hier frisser aan de start kom, kan het nog iets beter”, is hij overtuigd. De reden waarom hij wil terugkeren, ook al krijgt zijn carrière in 2022 een nieuwe wending. De komende jaren wil Benoot ontdekken wat hij waard is als ronderenner. Dat zal beginnen met rittenkoersen van een week, later volgt misschien meer. “De focus zal niet meer op de klassiekers liggen, maar dat wil niet zeggen dat ik deze koers niet meer ga rijden. Veel renners die op de Giro mikken, starten hier ook. Pogacar en Roglic doen ook mee.” Dus waarom zou dat bij hem niet lukken?

Benoot wil niet spreken over een afscheid van de klassiekers. Zelfs de Ronde van Vlaanderen sluit hij niet uit. “Ik ken de wegen goed. Als het past tussen mijn stages en wedstrijden denk ik dat ik de Ronde nog wel een keer zal rijden.”

Graag naar Tokio

Maar de eerste ambitie zal in de toekomst dus richting rittenwedstrijden schuiven. Hoe groot is die omslag? “Ik zal een beetje aan mijn lichaam moeten werken”, zegt Benoot. “Maar niet heel veel. Ik zal een klein beetje moeten afvallen, maar veel kan er niet meer af. Het verschil zal vooral zitten in het soort training: dat wordt langer werk, meer bergop en meer hoogtemeters.”

Een beetje wat de komende maanden al op het programma staat. Deze week neemt hij rust. Na een weekje trainen in eigen streek, trekt hij dan naar de Sierra Nevada voor een hoogtestage met de ploeg. Zijn volgende wedstrijden zijn de Ronde van Zwitserland, het BK en de Tour. “De ambitie daar is dezelfde als vorig jaar: proberen ritten te winnen met de ploeg.”

Om meteen daarna naar Japan te vertrekken voor de Olympische Spelen? Benoot wil graag. “Ik hoop dat ik erbij ben. Ik denk dat ik op dit soort parcours laten zien heb dat ik bij de vijf renners ben die erbij kan of moet horen. Ik denk dat ik vorig jaar in Imola ook bewezen heb dat ik in dienst kan rijden. Het is aan de bondscoach.”