AchtergrondChampions League
Belgiës nalatenschap in de Champions League oogt pover
Van het recordaantal Belgen in de kwartfinales van de Champions League ligt de helft er volgende week alweer uit. Weinig spelers van de ‘gouden generatie’ hebben hun voetafdruk nagelaten in Europa’s belangrijkste clubcompetitie.
Zijn strafste stoot in de Champions League bewaarde Vincent Kompany voor de middencirkel van het Estadio Santiago Bernabéu, op 4 mei 2016. Uitgestrekt lag hij in het gras. De ene hand in de lucht, de andere in de rechterliesstreek. Zijn halve finale tegen Real Madrid eindigde na acht minuten met een zoveelste blessure. Een waarvan de schade pas achteraf duidelijk zou worden. Dokters trokken de vergelijking tussen zijn spierscheur en een schotwonde. “Na de operatie vroegen ze zich af hoe ik nog op eigen kracht van het veld was gewandeld”, zei Kompany daar destijds over. “Het was alsof mijn been was geëxplodeerd.”
Het is het ultieme doel van iedere jonge profvoetballer: ooit schitteren in Europa’s meest prestigieuze competitie. In de ogen van miljoenen voetbalsupporters is een Champions League een van de meest bepalende trofeeën voor de nalatenschap van een topspeler.
De geluksfactor
Er bestaan geen objectieve parameters om die nalatenschap te omlijnen, maar grote bekers, sprekende statistieken en de x-factor zijn vaak doorslaggevend. Eén landgenoot is het alvast niet eens met die definitie. “Zouden mijn verdiensten straffer zijn geweest als ik bijvoorbeeld vorig jaar de Champions League had gewonnen? Voor mij als speler alvast niet”, stelt Kevin De Bruyne. “Ik weet wat ik heb gedaan.”
Voorlopig staat De Bruyne in dat rijtje van topspelers die nooit triomfeerden in de Champions League, net als Gianluigi Buffon, Lothar Matthäus, Roberto Baggio, Francesco Totti, Zlatan Ibrahimovic of de Braziliaanse Ronaldo. Bij Manchester City heeft hij zich sowieso al in de harten gespeeld, jagend op een vierde titel in de Premier League.
“Op het eind van mijn carrière ga ik niet terugblikken op wat ik niet heb gewonnen”, zegt De Bruyne. “Natuurlijk wil je alles winnen, maar die ene trofee is niet doorslaggevend voor een loopbaan. In de Champions League moet je top zijn. Maar op sommige momenten is het meer een lotterij. Geluk speelt er een grotere rol dan in de nationale competitie, waar er meer matchen zijn en regelmaat wordt beloond.”
Vermaelen en Mignolet
Hijzelf zal het bagatelliseren, maar net als vorig jaar – toen zijn finale eindigde op de schouder van Antonio Rüdiger – kan De Bruyne de eerste basisspeler van de ‘gouden generatie’ worden die écht zijn voetafdruk nalaat in de Champions League. Echt Belgisch is die de laatste tien jaar niet gekleurd.
Divock Origi heeft zich bij Liverpool onsterfelijk gemaakt met zijn doelpunten in de halve finale tegen Barcelona en de geruststellende tweede in de finale tegen Tottenham in 2019. Thomas Vermaelen (Barcelona, 2015) en Simon Mignolet (Liverpool, 2019) hebben ook een medaille in hun kast, maar zij speelden geen seconde in de campagne. Volgens de strikte richtlijnen van de Europese voetbalbond UEFA staan zij niet eens in de geschiedenis als oud-winnaars; in hun hoofd zijn ze dat wel.
Mignolet verloor een finale als bankzitter en won er dus een. Toby Alderweireld is de enige andere landgenoot die twee keer op het wedstrijdblad in de finale stond. Twee keer maakte hij deel uit van het verliezende kamp, als basisspeler met Tottenham en als invaller met Atlético. Samen met Thibaut Courtois waande hij zich toen 93 minuten lang triomfator, tot Sergio Ramos in blessuretijd de gelijkmaker binnenbuffelde.
Yannick Carrasco was in 2016 de eerste Belg om in een finale te scoren. De beelden van de kus aan zijn vriendin op San Siro ging toen de wereld rond, maar ze eindigden zonder klank. In de strafschoppenreeks liet ene Cristiano Ronaldo de spierballen rollen. Een ander beeld dat viraal ging.
Van het recordaantal Belgen dat vanaf vandaag in de kwartfinales staat, ligt gezien de onderlinge duels de helft er volgende week dus alweer uit. Carrasco zit in Manchester een laatste schorsingsdag uit. Van de overige Duivels zijn enkel Courtois, De Bruyne en Jan Vertonghen (Benfica) zeker van een basisplaats. De geblesseerde Eden Hazard haalde met Chelsea één keer een halve finale, en vorig jaar ook met Real tegen oude liefde Chelsea. Romelu Lukaku overleefde in vijf campagnes twee keer de groepsfase niet. Met Man United raakte hij in 2018 in de kwartfinales, maar zat hij in een gelijkaardige situatie als nu bij Chelsea: die van dure aanwinst gedegradeerd tot invaller. Origi mag vandaag al blij zijn dat hij de kern haalt. Eenzelfde lot is youngster Romeo Lavia beschoren bij City.
Afgekeurd doelpunt
Eindigen doen we zoals we begonnen: met Kompany en zijn gebroken droom. Op 17 april 2019 zwaaide hij de Champions League voorgoed vaarwel, na een spectaculaire terugmatch tegen Tottenham (4-3). Een door de VAR afgekeurd doelpunt in de slotminuut bezegelde het lot van City in de kwartfinales.
Kompany na zijn afscheid: “Ik wist vooraf dat het mijn laatste kans zou zijn om met City de Champions League te winnen. Ik had toen al beslist dat mijn toekomst elders zou liggen. Die beslissing nam ik niet mee in die match. Mijn instelling is altijd: als ik de Champions League niet win als speler, dan doe ik dat later wel als trainer. Daar heb ik nu veertig jaar de tijd voor.”