Wielrennen
‘Bang dat ik weer in quarantaine moet’: Pieter Serry en Victor Campenaerts terug thuis van UAE Tour na corona-alarm
Pieter Serry (31) en Victor Campenaerts (28) zijn weer thuis van een bewogen UAE Tour. Drie dagen quarantaine in een luxueus hotel met uitzicht op het Yas Marina-autocircuit van Abu Dhabi waren geen pretje. ‘Het ergste was de onwetendheid’, zegt Serry, die straks weer naar Italië vertrekt voor de Strade Bianche. ‘Ik hoop dat ik daar niet weer in quarataine moet.’
Victor Campenaerts keerde zondag naar huis terug, Pieter Serry en zijn ploegmaats landden maandagmiddag op de luchthaven van Düsseldorf. En Serry is blij dat hij thuis is. "Het was geen aangename ervaring", zegt hij. Victor Campenaerts neemt het wat filosofischer op. "Het klinkt misschien raar als ik zeg dat het een verrijkende ervaring was, maar het is wel een leuk verhaal. Over enkele jaren spreken we hier allemaal nog over."
Op donderdag werd de rittenkoers in de Verenigde Arabische Emiraten stilgelegd voor twee vermeende gevallen van coronabesmetting. Het zou gaan om twee mechaniciens van het team UAE. In het hotel werd er meteen naar de noodmaatregelen gegrepen.
Serry: "Eerst kregen we te horen dat we het hotel niet mochten verlaten. We mochten ons wel vrij bewegen in het hotel. Onze ploegdokter Yvan Vanmol wilde geen enkel risico nemen en zei dat we de kamer niet meer uit mochten. Ons eten moesten we bij roomservice bestellen, uit veiligheid. Daarna kwam er ook een brief van de hoteldirectie, waarin stond dat niemand de kamer nog mocht verlaten."
De verwarring was compleet, bevestigt ook Victor Campenaerts. "Eerst mochten we vrij rondlopen in de lobby, de bar, we zaten samen aan het zwembad, we mochten samen eten. Vijf minuten later kwam er een telefoon dat we de kamer niet meer uit mochten en dat het eten in zakken voor onze deur zou worden gezet.”
Geruchten
Het gonsde al snel van de geruchten. Serry: "Renners stuurden berichten naar elkaar. Af en toe zei iemand dat we veertien dagen in quarantaine zouden moeten blijven." Campenaerts: "Tien minuten later waren we bij wijze van spreken onze koffers aan het pakken."
Maar zo snel ging het dus niet. Wat doen renners dan, als ze hun kamer niet uit mogen? "Het internet functioneerde niet optimaal", zegt Serry. "Naar huis bellen, dat ging niet zo makkelijk. Ik had twee boeken van Pieter Aspe mee, maar die had ik al uitgelezen voor we vast werden gezet in het hotel. We deden wat oefeningetjes, core stability en een beetje krachttraining. Onze kamer had uitzicht op het racecircuit. In het begin is dat wel chic, als je racewagens voorbij ziet komen. 's Morgens, 's middags, maar 's avonds heb je het toch wel gehad met dat onophoudelijke geronk van motoren."
Als enige van alle renners had Victor Campenaerts zijn fiets en rollen op zijn kamer. “We hadden heel luxueuze kamers. Ik had vijf dagen gekoerst. Het is niet dat ik veel op mijn rollen heb gezeten. Het grootste deel van de tijd heb ik op mijn bed en op de zetel gelegen. Het was saai, er was veel verveling. Cru gesteld was het een beetje als een hoogtestage, maar zonder de hoogte. Ik heb twee films gezien, heb mijn papierwerk in orde gebracht en ik heb wat vrienden gebeld die ik sinds ik begin januari naar Namibië vertrok, niet meer had gehoord. Het is verbazend hoe snel de dag voorbijgaat met een gsm."
Beste conditie
Veertien dagen quarantaine, die had Campenaerts wel kunnen vol maken. "Mocht het hele WorldTour-peloton daar hebben gezeten, dan mocht het wel van mij. Dan zou ik degene zijn geweest die na twee weken de beste conditie had."
“Het was paniek om niets", zegt Serry. "Een onaangename ervaring. Ik heb gehoord dat ook de twee mechaniciens van UAE, waar het allemaal mee begon, negatief hebben getest op corona. Wellicht hadden ze gewoon griep."
Pieter Serry start zaterdag in de Strade Bianche, Victor Campenaerts rijdt vanaf zondag Parijs-Nice. Hij is blij dat hij kan koersen. "Ik ben in goede vorm. Op de rollen heb ik nog nooit een prijs verdiend."
Serry vertrekt met een klein hartje naar Italië. "We zijn erg kwetsbaar. We bevinden ons voortdurend op luchthavens. Het risico om de ziekte over te dragen is daar het grootst. Ik ben gewoon bang dat ik in Italië weer in quarantaine moet. Mijn vrouw heeft voor de zekerheid nog een paar boeken van Pieter Aspe voor mij gekocht."