WielrennenTour de France
Arme boerenzoon Martínez biedt Colombia wat troost
Daniel Felipe Martínez Poveda, een pluimpje van 59 kilogram uit Colombia, toonde zijn krachtenarsenaal in rit 13 van de Tour. In de achtergrond incasseerde zijn landgenoot Egan Bernal een tikje.
De 24-jarige Martínez startte met klassementsambities in deze Tour. “Maar toen ik viel in Nice mocht ik ze meteen opbergen. Ik beleefde een slechte eerste week. Maar ik heb me erover gezet, omdat ik wist dat er kansen op dagwinst zouden komen”, sprak hij na afloop.
Martínez, geboren in Soacha ten zuidwesten van Bogota op 2.500 meter hoogte, beleefde geen makkelijke jeugd. Zijn ouders kwamen als suikerriet- en maisboeren amper rond. In die mate dat hij zelf op school snoep verkocht aan medeleerlingen en leerkrachten om wat geld binnen te halen.
Steun van Bartoli
In 2015 werd hij prof, aanvankelijk op een lager niveau. Sinds 2018, dankzij de steun van coach Michele Bartoli, komt hij uit in de WorldTour bij EF. Dat jaar kwam hij vooral in het nieuws door een handgemeen op training met een wilde chauffeur, waardoor hij met een hersenschudding in het ziekenhuis belandde. Daarna kwamen de sportieve prestaties, met twee Colombiaanse titels tijdrijden, ritwinst in Parijs-Nice 2019, de eindzege dit jaar in de Dauphiné en nu dus eeuwige Tour-roem.
Het is een opsteker voor Colombia, dat Bernal 38 seconden zag prijsgeven op zijn Sloveense concurrenten voor de eindzege. Bernal begreep het niet heel goed. “Als ik naar mijn cijfers kijk, dan zitten die bij de beste waarden die ik al heb neergezet”, zei hij. “Het was een zware rit en een explosieve finale, maar ik voelde me goed, echt waar, ook bergop.”
Toch verloor hij tijd. “Ik heb mijn best gedaan. In deze omstandigheden moet ik accepteren dat anderen beter zijn.” (JDK/MG/BA)