WedstrijdverslagAnderlecht - Antwerp
Anderlecht vergeet dat het moet scoren om te winnen
Voor 13,90 euro, op Bol.com. De bekendste citaten van Johan Cruijff, netjes gebundeld in boekvorm onder de titel: ‘Je moet schieten, anders kun je niet scoren.’ Nu bestellen, uiterlijk 1 februari in huis. Waar wacht u op, Royal Sporting Club Anderlecht?
Het Lotto Park liep haastig leeg. En apathisch. Zonder boegeroep, maar evenmin met veel handgeklap. Wat moet je er als fan op den duur ook mee? Weer niet gewonnen. De laatste zege in eigen huis dateert intussen al van een vorig trimester. Van 30 oktober om precies te zijn, toen Eupen langskwam (4-2).
Anderlecht presenteerde zich nochtans enthousiast en kwiek tegen Antwerp. In grote delen van de wedstrijd was het ook dominant. Dat kan je hen niet verwijten. De wil en de goesting waren er. Maar naar waar leidt het? Anderlecht had nog vijf uur langer mogen voetballen tegen Antwerp, het zou nog niet gescoord hebben. Amuzu, Raman, Verschaeren, Dreyer, Stroeykens... Veel van hetzelfde, niets van wat essentieel is. Anderlecht mist een killer. Iemand die zonder nadenken de trekker overhaalt. En als het even mogelijk is, ook groter is dan 1,85m. Dan kan je zo nu en dan eens een bal in het pak droppen, in plaats van steeds weer te blijven breien.
Want met wederom nul schoten binnen het kader - zoals eerder dit seizoen ook op Jan Breydel, zowel tegen Cercle als tegen Club Brugge - kan je gewoon niet winnen. Dat beseft ook de immer goedlachse Brian Riemer. Hij begrijpt het stilaan niet meer. “In al die jaren dat ik in het voetbal zit heb ik vaak tegen spelers moeten zeggen: ‘Niet schieten. Zoek de opening.’ Maar hier ga ik de jongens bijna moeten verplichten, want we komen regelmatig genoeg in een gunstige positie.”
Een blik op de resultaten tegen de topclubs dit seizoen maakt het manco van paars-wit nog duidelijker. Van die tien duels wist Anderlecht er niet alleen geen enkele te winnen, het scoorde ook amper vier keer. Eén ervan werd nadien dan nog geschrapt omwille van de ongeregeldheden in Luik. Eén kwam van een spits die het intussen voor bekeken heeft gehouden bij Anderlecht en nu bij PSV speelt. En Brandon Mechele gaf er op zijn beurt ook één cadeau. Het maakt dat van de huidige kern van RSCA alleen rechtsachter Murillo dit seizoen tegen een topclub kon scoren.
CEO Sports Jesper Fredberg weet wat hem te doen staat. Hij dient de komende uren ergens een nummer negen los te weken die relatief vlot scoort. De Deen zal daarbij creatief moeten zijn. En snel, want de wintermercato sluit dinsdagnacht al. Riemer mag dan in afwachting blijven beweren dat hij voorin veel kwaliteit heeft rondlopen, hun persoonlijke statistieken spreken voor zich. Alleen Fábio Silva (11 goals en 4 assists over alle competities heen) haalde de norm.
Nogal wat trainers maakten zich in het verleden bij een dip geen zorgen zolang hun elftal kansen kreeg. Philippe Clement liet zelfs meermaals de intussen gekende vergelijking optekenen: “Het is als knijpen in een ketchupfles. Ineens spuit het er wel uit.” Maar zelfs dat verhaal gaat niet eens op voor Anderlecht. Er is geen fles.
Antwerp heeft er wel één. Maar hun topschutter kon er deze keer niet op duwen want Vincent Janssen zat een schorsingsdag uit na vijf gele kaarten. Zijn landgenoot Calvin Stengs wacht straks eenzelfde lot. Domme rode kaart. Wat ook van die tweede gele van Raman kan gezegd worden. Er zijn voetballers die niet weten dat ze op vier gele kaarten staan, en er zijn er blijkbaar ook die geen kwartier kunnen onthouden dat ze al geel hebben gehad. Raman is er vrijdag aan de kust niet bij. Tegen dan zal Fredberg wel een completere spits gevonden hebben, zeker?
Brian Riemer baalde ervan dat zijn ploeg de drie punten niet kon thuishouden tegen Antwerp. “Ik ben teleurgesteld, want we hebben niet geprofiteerd dat we met een man meer konden spelen”, zuchtte de Deen. “Ik heb de fases herbekeken en ik vind dat die eerste gele kaart voor Benito heel streng was. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waarom hij daar geel kreeg. Die tweede kaart is wel heel dom van hem, hij wist niet dat hij al geel had gekregen. Dat kan gebeuren in het voetbal door de intensiteit en de adrenaline, maar dat moeten we uiteraard vermijden.”
De uitblinkers stonden dus achterin bij Anderlecht. Bart Verbruggen hield zijn netten schoon en Jan Vertonghen legde zijn beste prestatie in Brusselse loondienst op de mat. Sinds die horroravond tegen Zulte Waregem heeft Anderlecht zich defensief gezien goed herpakt. Geen zes op zes, maar wel twee clean sheets.
“En toch sta ik hier met gemengde gevoelens”, reageerde hij na afloop. “Ik had het gevoel dat we deze partij konden winnen. Maar om te scoren moet je naar doel trappen natuurlijk. Zelf had ik wel een goed gevoel, met enkele goede reddingen. We hebben vandaag met onze defensie weinig weggeven. We wisten dat ze vooral gevaarlijk konden zijn op de counter, maar we hebben hun sterkste kwaliteiten onschadelijk gemaakt. Ze hebben niets gecreëerd.”
Ook Jan Vertonghen behoorde tot de uitblinkers. “Ik voelde me goed vandaag”, zei de kapitein. “We speelden bij momenten goed, maar creëerden te weinig. Antwerp kreeg de beste kansen, maar qua spel waren wij de beteren. Dat we de nul kunnen houden is meegenomen. Vandaag hebben we echt verdedigd als ploeg. Tegen Zulte Waregem slikten we bijvoorbeeld goals door individuele fouten, zo hebben we te veel goals tegen gekregen.”
De hand van de coach? “Eigenlijk vraagt de coach nu niets anders als ervoor. Vanaf dag één heeft hij de nadruk gelegd op intensiteit en druk zetten. Ik denk dat dat werkt. Het is een samenwerking. De aanvallers zijn de eersten die druk zetten met hoge intensiteit, en de verdedigers moeten hun lijn hoog houden. We raken er steeds meer aan gewend. Het lukt nog niet altijd, maar het gaat wel steeds beter.” (NP/KDZ/NVE)