Anderlecht betaalde bijna 1 miljoen euro per punt

Liefst 928.299 euro per gewonnen punt. Dat betaalde Anderlecht tussen 2015 en 2020 gemiddeld aan lonen in de reguliere competitie, zo blijkt uit onderzoek. Geen enkele club komt zelfs maar in de buurt.

Anderlecht-Club Brugge wordt dit weekend een topper op het scherp van de snede. De belangen zijn vooral groot voor paars-wit. Op sportief vlak zou play-off 1 namelijk een enorme boost betekenen voor ‘het proces’ van Vincent Kompany. Daarnaast rekent Anderlecht op Europees voetbal om de inkomsten op te krikken. Op die manier moet het de hoge uitgaven van de voorbije jaren counteren.

Het Laatste Nieuws maakte een diepgaande analyse van de vijf meest recente jaarrekeningen van alle huidige eersteklassers. Op die manier krijgen we een zicht op de brede tendensen in het Belgische profvoetbal.

Paars-wit betaalde de voorbije vijf seizoenen met voorsprong de hoogste lonen. Gemiddeld gaat dat om 48 miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: Club Brugge, dat sinds 2015 is uitgegroeid tot de autoritaire koploper van het Belgische voetbal, had in die periode een salarislast van 35,5 miljoen. Ook Standard (30,6 miljoen), AA Gent (25,8 miljoen) en Racing Genk (25,6) blijven ver onder de salarissen van de recordkampioen.

Rendement

Die absolute cijfers vertellen maar een deel van het verhaal. Het belangrijkste is het rendement: leveren hogere salarissen ook meer punten op? Om dat te berekenen, keken we hoeveel punten elke club tussen 2015 en 2020 heeft behaald in de reguliere competitie in 1A. Play-offs worden buiten beschouwing gelaten, aangezien niet elke ploeg evenveel matchen speelt en in play-off 2 vaak veredelde jeugdploegen worden opgesteld.

Daaruit blijkt dat Anderlecht tussen 2015 en 2020 gemiddelde loonkosten van 928.299 euro per punt had. In 2019-2020 liep dat zelfs op tot 1,35 miljoen. Een enorm bedrag. Volgens paars-wit liggen de bedragen in de boekhouding hoger dan in de realiteit; de contracten van de verhuurde spelers (samen goed voor een kleine 10 miljoen euro) moeten daar nog van worden afgetrokken, klinkt het.

Ook Standard (673.099 euro per punt) betaalde genereus vergeleken met de sportieve resultaten.

Sporteconoom Wim Lagae kijkt niet verrast op. “Anderlecht en Standard hebben de kar voor het paard gespannen. Ze hebben zwaar geïnvesteerd om kampioen te worden, Champions League te spelen. Maar als die investeringen niet opleveren, komen ze als een boemerang terug in je gezicht. In het geval van Anderlecht heb je zelfs een paar jaar geen Europese inkomsten. De transferwaarde van de spelers keldert, maar de kosten blijven torenhoog. Op die manier staan Anderlecht en Standard bijna onder curatele van de licentiecommissie. Gezond is anders.”

Club Brugge staat derde in het klassement (560.451 euro). Het kreeg daar wel drie titels en evenveel Champions League-deelnames voor terug.

Ter vergelijking: stadsgenoot Cercle Brugge betaalde bijna evenveel per punt. Ook Eupen investeert veel in lonen in vergelijking met de resultaten die daarmee gepaard gaan. Lagae: “Monaco investeert in mensen, niet in stenen. Dat betekent dat als de moederclub loslaat, er weinig tastbaars overblijft. Dat is toch een potentiële molensteen voor de club.”

Van de clubs die onafgebroken in 1A speelden, lijken Waasland-Beveren (232.359 euro per punt) en Charleroi (233.436 euro) op vlak van prijs-kwaliteit een goed beleid te voeren. De Waaslanders vechten wel elk jaar tegen de degradatie, maar anders dan hun concurrenten doen ze dat met een zuinig beleid. Het is geen toeval dat Waasland-Beveren consequent (bescheiden) groene cijfers boekt. “Ze zaaien naar de zak”, zegt Lagae.

Charleroi maakt ook zowat elk jaar winst. Het slaagde er bovendien in om aan te sluiten bij de traditionele topclubs. Lagae: “De evolutie van Charleroi is een voorbeeld van gezond beleid, van goed huisvaderschap. Duiventillen zijn nefast voor de leefbaarheid van een club. Kijk naar wat er in Anderlecht gebeurd is. Het aantal wissels aan de top kun je daar niet eens meer bijhouden. Dat geldt in mindere mate ook voor Standard.”

Legt de recordkampioen dit weekend de basis voor zijn terugkeer?