WK Vrouwenvoetbal
Amerikaanse vrouwenvoetbal floreert: ‘Meisjes zijn anders, ze stoppen niet tot ze het onder de knie hebben’
Waarom is het Amerikaanse vrouwenvoetbal zo goed? Dat komt door de academische beurzen die talenten kunnen verdienen, en de sportcultuur. ‘De meisjes zijn nog serieuzer dan de jongens.’
Op de rug van Farrah Banzima (9) staat de naam van de ster die ze wil worden: Alex Morgan, de veel scorende spits van de Verenigde Staten. Zelf heeft Banzima dit seizoen haar eerste hattrick gemaakt en dat zou ze over een jaar of twaalf weer willen doen, in het nationale team. Al wil ze natuurlijk ook andere dingen worden. “Historicus. Of schrijver. Of wiskundige.” Daar ben je 9 voor.
Het is de vrijdagochtend voor de vrouwenvoetbalfinale tussen de Verenigde Staten en Nederland, en natuurlijk hebben de meisjes van Park Slope United in Brooklyn daar ideeën over. Het zal een uitdaging worden voor Amerika, zegt Banzima. Lieke Martens, die is goed, zegt Bowen Todd (9). Maar het wordt 3-1, zeggen ze allebei.
Ze staan op een klaverveld met het gravel voor de honkballers in de hoeken – op de honkbalvelden van Amerika rollen tegenwoordig ook andere ballen. Het is zomer, het is kamp, en ook de spelers van de zogeheten ‘travelteams’ van Park Slope United, die door het jaar heen twee, drie, vier keer in de week trainen en in het weekend een wedstrijd spelen, spelen en trainen hier een paar weken om nóg beter te worden.
De meisjes zijn nog serieuzer dan de jongens, zegt Kempy Johnson (30), algemeen directeur van de club. “De jongens doen een oefening en denken dat ze het al kunnen, en nemen dan een pauze. De meisjes zijn anders. Die stoppen niet totdat ze het onder de knie hebben.”
Vandaag is het rustig op het veld, want het is de dag na Independence Day en veel Amerikanen hebben er een lang weekend van gemaakt. Bovendien zijn een paar teamgenoten van Banzima en Todd op vakantie naar Frankrijk: die zitten zondag in Lyon bij de finale. “De ouders van de meisjes doen ook buiten de wedstrijden veel dingen samen, dat is opvallend”, zegt Johnson. “Ze vinden het leuk om met elkaar op te trekken, ze zijn heel toegewijd. Dus komen ze ook naar de extra trainingen, en gaan ze daarna barbecueën in het park. En nu dus samen naar het WK.”
Fenomeen
De vrouwen van Amerika zijn een fenomeen. Sinds 1991 zijn ze drie van de zeven keer wereldkampioen geworden, en ook komende zondag zijn ze favoriet. Technisch sterk, snel en creatief: ook deze vrijdag wordt positiespel tussen pionnen afgewisseld met balletjes hooghouden en schoten op het doel. “We proberen ze te leren zelfstandig beslissingen te nemen en ze bewust te maken van de situatie op het veld”, zegt Johnson. “Als team, niet als individu.”
Het succes is niet alleen een kwestie van training, inzet en talent. Het heeft ook te maken met de Amerikaanse cultuur van academische sportprogramma’s, en uiteindelijk met een essentiële aanpassing van de burgerrechtenwet in 1972, de zogeheten Title IX. Die bepaalde dat overheidsgeld in dezelfde mate in vrouwen- als in mannensporten moest worden gestoken, en er evenveel sportbeurzen aan vrouwen als mannen moesten worden gegeven. En omdat vrouwen nu eenmaal geen American Football spelen, de populairste sport bij de mannen, vloeide dat geld sindsdien dus naar vrouwelijke alternatieven. Voetbal en volleybal waren de grote winnaars.
Aanzuigende werking
Dat had een grote aanzuigende werking. Sportbeurzen zijn belangrijke entreetickets voor Amerikaanse universiteiten. Ouders die hopen dat hun kinderen later aan een universiteit gaan studeren, hopen ook dat ze tijdig een talent kunnen aanboren en ontwikkelen waardoor ze voor een beurs in aanmerking komen – dat scheelt toch gauw tienduizenden dollars per jaar. Voor meisjes werd voetbal een belangrijke route.
Die dynamiek heeft ertoe geleid dat er nu zo’n 1,5 miljoen jeugdvoetbalspeelsters zijn. Op middelbare scholen is voetbal, net achter basketbal en volleybal, een van de populairste teamsporten. Zo ongeveer de helft van alle jeugdvoetbalspelers zijn meisjes. De jongens zijn de laatste paar jaar wel bezig met een inhaalslag, mede onder invloed van Latijns-Amerikaanse immigranten, maar bij hen gaan de Amerikaanse klassiekers van American football en honkbal nog steeds voor.
Waarbij het wel zo is dat de populariteit het tegenwoordig iets lastiger maakt om de zo gewenste beurs te bemachtigen. Minder breed beoefende sporten, zoals tennis, cheerleading en gewichtheffen, zijn voor meisjes nu even goede routes naar een academisch entreekaartje, bleek uit een studie van de Women’s Sports Foundation vorig jaar.
Todd en Banzima willen gewoon voetballen. Banzima probeert een paar passeertrucs uit. “Daar wil ik beter in worden”, zegt Todd, een verdedigster. “Maar ik durf het tijdens de wedstrijd niet vaak, het risico is te groot als het mislukt.” Ze passt daarentegen als een volleerde spelmaker, strak en hard.
Banzima: “Als ik een tip mag geven: daar moet Nederland nog wat beter in worden.”