Donderdag 08/06/2023

InterviewAlexander Hendrickx

Alexander Hendrickx: ‘Hockey is niet de grootste sport, waarom zouden we als arrogante zakken naast onze schoenen gaan lopen?’

Alexander Hendrickx: ‘Veel landen zijn ons beginnen te kopiëren.’ Beeld Koen Bauters
Alexander Hendrickx: ‘Veel landen zijn ons beginnen te kopiëren.’Beeld Koen Bauters

Geen enkel Belgisch team is succesvoller dan de Red Lions: wereldkampioen in 2018, Europees kampioen in 2019, Olympisch kampioen in 2021. Eat that, Rode Duivels! Nu gaan onze nationale hockeymannen voor het eerste bisnummer: in India verdedigen ze hun wereldtitel. En ze rekenen opnieuw op Alexander Hendrickx (29): de verdediger is ’s werelds beste strafcornerspecialist, met dank aan de babysit.

Jan Hauspie

Vóór de Olympische Spelen in Tokio anderhalf jaar geleden bezorgde bondscoach Shane McLeod zijn spelers de kalender. Alle wedstrijden stonden erop aangeduid, tot en met de finale, alsof het al vaststond dat België die zou spelen. Bij de dag erna schreef hij: ‘Start of the rest of your life.’

Alexander Hendrickx: “Hij had gelijk. Ik denk er niet elke dag aan en ik ben nog altijd dezelfde jongen, maar er is wel wat veranderd: ik stap nu als Olympisch kampioen door het leven, het hockey staat op de kaart en – niet onbelangrijk – ik heb meer sponsordeals.”

Word je ook vaker herkend?

Hendrickx: “Ja, maar dat ligt meer aan De slimste mens. Op een fotoshoot in het centrum van Antwerpen kwamen heel wat mensen me feliciteren. Leuk, dacht ik, tot ze zeiden: ‘Ge hebt dat goed gedaan op tv!’ (lacht)

Ai.

Hendrickx: “En het kan nog erger! Op Twitter kreeg ik de vraag of ik mijn scheten verkocht (lacht). Via mijn OnlyFans-account verkopen mijn scheten nu als zoete broodjes (lacht luid). Néé, ik heb vriendelijk bedankt!”

Voor De slimste mens eind 2021 was je minder streng.

Hendrickx: “Als ik het hockey zichtbaarder kan maken, doe ik zoiets graag. Interviews geven was ik gewend, maar een tv-quiz voor een levend publiek, met al die camera’s, dat was nieuw. Ik wilde vooral niet al na één keer naar huis gespeeld worden. Ik was dus best gestrest. Uiteindelijk heb ik het vier afleveringen volgehouden en het tot de finaleweek geschopt.

“Ik heb me geamuseerd, mijn tegenstanders waren stuk voor stuk sympathieke mensen. In een van de afleveringen zat ik naast Heidi De Pauw, de CEO van Child Focus, en Acid. Tijdens de pauze stond ik naast hem in het toilet. Zegt hij: ‘Komaan, maat, we maken haar kapot, we spelen haar naar huis!’ Toen ik me omdraaide, zag ik net Heidi voorbijstappen: ze móést ons gehoord hebben. In die aflevering lag hij eruit: daar hebben we nog smakelijk om gelachen.”

Komt de winnaar in jou ook in zo’n quiz naar boven?

Hendrickx (knikt): “Maar ik ben slecht in films, acteurs en zangers herkennen. In de vierde aflevering moest ik het afleggen tegen Geert Meyfroidt, de latere winnaar. Hij kreeg een vraag over de personages uit Jungle Book. Had ik die vraag gekregen, dan had ik vast gewonnen. In de finaleweek heb ik het zelf verknald bij een vraag over Nijntje. Achteraf heeft mijn madam me een Nijntje-knuffel gegeven, en van een maat kreeg ik voor Kerstmis een boekje van Nijntje cadeau (lacht). Nu, mijn uitschakeling was nog een geluk bij een ongeluk: als ik was doorgegaan, had ik trainingen moeten missen.”

Hoe zijn de makers van De slimste mens bij jou terechtgekomen?

Hendrickx: “Erik Van Looy is net als ik een Antwerp-supporter, misschien heeft dat er iets mee te maken. In het stadion zit hij in de buurt van mijn vader, in de tribune boven de spelerstunnel – Tom Waes zit daar trouwens ook. Na de Spelen heb ik eens de aftrap van een wedstrijd gegeven, en toen hebben we even met elkaar gepraat.

“Als kind heb ik in Deurne gewoond, niet ver van de Bosuil. Mijn ouders waren fanatieke supporters: zij maakten alle Europese verplaatsingen mee, ook toen Antwerp de finale van de Europabeker voor Bekerwinnaars speelde op Wembley, tegen Parma. Ik was er trouwens bij: mijn moeder was hoogzwanger van mij (lacht). In die tijd dronken de spelers nog pinten met de supporters. Later gingen we met het hele gezin – ik ben de jongste van vier broers – naar de thuiswedstrijden kijken. Dat doet mijn vader nog altijd, en ik ga ook als ik kan. Maar meestal moet ik zelf spelen, met mijn hockeyclub Pinoké in Amsterdam.”

Heb je nooit voetbalambities gehad?

Hendrickx: “Nee. Van het voetbal kwam ik vroeger huilend thuis, en de scouts was ook niets voor mij. Hockey was het enige dat ik leuk vond. Ik speel hockey sinds mijn 4de. Bij de Eekhoorntjes was dat, toen we van Deurne naar Schilde zijn verhuisd. De club was een paar straten verder, dat was makkelijk. Bovendien speelden mijn neven al hockey. Maar ik heb niets tegen voetbal, integendeel: van het WK in Qatar heb ik bijna elke wedstrijd gezien – mijn vriendin werd gek (lacht). Toen we op stage vertrokken naar Spanje, slaakte ze een zucht van opluchting: eindelijk had ze de tv voor zich alleen. Ook in Spanje heb ik geen minuut gemist.”

Heb je je keuze voor het hockey nooit beklaagd?

Hendrickx: “Hard trainen om goed te worden in iets wat je niet graag doet? Dat hou je niet vol. Als voetballer zou ik meer geld verdiend hebben, maar straks sta ik toch ook op een WK. En als hockeyspeler kan ik ook op de Olympische Spelen uitblinken, dat kunnen voetballers niet. Ik vind het alleen jammer dat er niet meer hockeywedstrijden op tv worden uitgezonden: dan zou je net als bij het voetbal vrienden bij je thuis kunnen uitnodigen om samen te kijken.”

Sinds de Spelen van 2016 in Rio de Janeiro, waar jullie zilver hebben gewonnen, krijgt het hockey wel meer tv-aandacht. De Red Lions zijn een begrip geworden.

Hendrickx: “Als je niet op tv komt, besta je niet. Maar die aandacht kun je alleen afdwingen met goede resultaten. Elke journalist die bij ons thuis over de vloer kwam, heeft van mijn bomma te horen gekregen: ‘Zet maar wat meer hockey in de gazet!’ Waarschijnlijk denkt ze nu dat al die aandacht door haar komt (lacht).”

‘Ik word nu vaker herkend, maar dat ligt vooral aan ‘De slimste mens’. Op een fotoshoot in Antwerpen kwamen veel mensen me feliciteren: ‘Ge hebt dat goed gedaan op tv!’’ Beeld Play4
‘Ik word nu vaker herkend, maar dat ligt vooral aan ‘De slimste mens’. Op een fotoshoot in Antwerpen kwamen veel mensen me feliciteren: ‘Ge hebt dat goed gedaan op tv!’’Beeld Play4

HARRY POTTER-FAN

Vier jaar geleden werden jullie wereldkampioen in India, de bakermat van het hockey. Nu verdedigen jullie er de titel.

Hendrickx: “India en Pakistan zijn lang wereldtop geweest. Hockey is er nog altijd veruit de populairste sport: mensen staan in lange rijen aan te schuiven om tickets voor het WK te kopen. Maar de sterkste competitie is de Nederlandse. En Europa is, net als in het voetbal, het best vertegenwoordigde continent in de wereldtop. Op de Spelen vormden België, Australië, India en Duitsland de top vier, en op het vorige WK waren dat België, Nederland, Engeland en Australië. Australië wordt wellicht onze grootste concurrent voor de wereldtitel.”

De Red Lions zijn Europees, wereld- én Olympisch kampioen. Hoe voelt het om als topfavoriet naar een groot toernooi te gaan?

Hendrickx: “Ook op de Spelen in Tokio waren we de grote favoriet. Onder Michel van den Heuvel (de nieuwe bondscoach, red.) zijn we nog harder beginnen te trainen. Sessies van tweeënhalf uur zijn er van drie uur geworden. Hij is ervan overtuigd dat je, als je aan de top staat, harder moet werken dan je achtervolgers. Maar druk voel ik niet. Ik leef van wedstrijd naar wedstrijd.

“Ook de andere spelers kunnen er goed mee om. In Rio konden de meesten vóór de finale de slaap niet vatten: ze hebben toen een slaappil moeten nemen om toch een paar uurtjes te kunnen pitten. In Tokio was dat niet nodig. Ik heb zelfs als een roos geslapen – misschien wel door die slag tegen mijn hoofd (lacht).”

In de laatste groepswedstrijd tegen Engeland had een tegenstander je geraakt met zijn stick. In een Instagram-post vergeleek je de wonde met het bliksemvormige litteken van Harry Potter.

Hendrickx: “Ik ben een Harry Potter-fan: ik heb alle films meer dan één keer gezien. En het zijn de enige boeken die ik heb gelezen, samen met die van Dan Brown. Onlangs zijn we met de hele familie zelfs naar de Harry Potter Forbidden Forest Experience in Brussel geweest.

“Ik had nooit gedacht dat mijn grapje opgepikt zou worden. Ik had het eerst ook niet door, tijdens een toernooi raak ik mijn telefoon amper aan. Na het WK had ik al iets soortgelijks meegemaakt. Ik had een story gemaakt terwijl ik voor de spiegel danste met mijn gouden medaille. Ineens stond dat filmpje op hln.be! Misschien moet ik eerst eens nadenken voor ik iets online zet (lacht).”

Het litteken is nog altijd te zien.

Hendrickx: “Ik zou het kunnen laten weglaseren, maar het zal zo ook wel weggaan. In de tussentijd koester ik het.”

De nieuwe bondscoach Michel van den Heuvel was de assistent van Shane McLeod, die na de Spelen een sabbatjaar heeft ingelast en nu is teruggekeerd als assistent van zijn vroegere assistent.

Hendrickx: “De rollen zijn omgedraaid, maar veel is er niet veranderd: ze blijven wie ze zijn. Michel legt er de pees op, Shane is zachtaardiger. Dat maakt hen complementair. Het grootste verschil is dat Michel nu de laatste wedstrijdbespreking voor zijn rekening neemt en dat in het Nederlands doet. Shane had altijd een verhaaltje klaar in zijn coole Nieuw-Zeelandse accent. Daarna kon je maar één ding meer denken: ten oorlog! Hij is een echte peoplemanager, een vaderfiguur zelfs. Maar altijd met de fluwelen handschoen te werk gaan is ook niet goed. Dat is de kunst van het coachen: wanneer vlieg je erin, en wanneer ga je voor een zachte aanpak? Die balans wist hij perfect te vinden.”

Als je alles al gewonnen hebt, loert niet zelden gemakzucht om de hoek. Hadden jullie die wissel nodig om bij de les te blijven?

Hendrickx: “Nee. Deze groep weet wanneer ze er moet staan. Maar in een jaar na de Spelen staat de boog vanzelf minder strak gespannen: niets moest in 2022. Antoine Kina heeft zijn voet laten opereren en is drie maanden out geweest, Loïck Luypaert had rugklachten en heeft twee maanden niet gespeeld in de Pro League. Maar zodra het WK begint, zullen we er allemaal staan.”

Met Vincent Vanasch, Arthur Van Doren en jou hebben jullie ’s werelds beste keeper, speler en strafcornerspecialist in de rangen. Bestaat het gevaar dat individuele ambities opspelen?

Hendrickx (schudt het hoofd): “Dat zit niet in ons team. Hockey is ook niet de grootste sport, waarom zouden we als arrogante zakken naast onze schoenen gaan lopen? Ik wil graag gezien worden als een goede hockeyspeler die zich nederig opstelt. Ik spiegel me aan de wielrenners: die blijven toegankelijk, ook als ze alles gewonnen hebben. Neem nu Remco Evenepoel, met wie ik af en toe praat op Instagram. Na zijn overwinning in Luik-Bastenaken-Luik heeft hij me een truitje en een petje opgestuurd.”

LELIJK WINNEN

Wat is het geheim achter het succes van de Red Lions?

Hendrickx: “Hard trainen! We wilden in een Olympisch jaar en een WK-jaar maar één keer per week trainen bij onze clubs en van maandag tot donderdag ter beschikking staan van het nationale team. Enkele spelers hebben samen een presentatie bij de clubs gegeven om dat te verdedigen. Ze zijn er toen allemaal mee akkoord gegaan, omdat het van de spelers uitging en niet van bovenaf werd opgelegd.”

Het is uniek dat het nationale team voorrang krijgt.

Hendrickx (knikt): “Nederland heeft die aanpak nu overgenomen, maar wij zijn de pioniers geweest. De Belgische competitiekalender wordt afgestemd op die van de nationale ploeg, zo hoeven we geen competitiewedstrijden te missen. Stel dat de Rode Duivels vier dagen per week met elkaar zouden trainen, dan zou hen dat ook een onmiskenbaar voordeel opleveren op de andere landen. Misschien hadden ze dan wel al een titel gewonnen.

“Hoe meer je samen traint, hoe beter je wordt, maar ook hoe beter je elkaar naast het veld leert kennen. Zo ontstaan vanzelf vriendschapsbanden en ga je voor elkaar door het vuur. Wij zijn een hechte familie. We trainen niet alleen samen, we volgen ook workshops over psychologische onderwerpen. Shane heeft ons vertrouwd gemaakt met de circle of trust. Hij zette ons in een kring en we moesten eerlijk zeggen wat we van elkaar dachten. In het begin slikte ik wel even, want ik was het niet overal mee eens. Maar dat me een spiegel werd voorgehouden, zette me wel aan het denken en dat hielp om mezelf te verbeteren.

“Sindsdien is het een automatisme. Op stage in Spanje hebben we die circle of trust herhaald, maar we hebben ’m niet meer echt nodig: we praten altijd vrijuit met elkaar.”

Dat kan alleen maar als er wederzijds vertrouwen is.

Hendrickx (knikt): “We hebben wel iets nieuws uitgeprobeerd: de people change scan. Iedere speler moest een vragenlijst invullen en op basis van de antwoorden beland je in een categorie: oranje staat voor een resultaatgerichte persoon, rood voor een strijder, geel voor een creatieve persoon, groen voor iemand die verbindt. Daarna moesten we een voor een op een stoel gaan zitten en werden we door de anderen geshowerd met liefde, met wat goed aan je gevonden werd en wat je nog kunt verbeteren om het team te helpen. We zijn daar drie dagen mee bezig geweest.

“Twee jaar geleden kleurde ik rood. Bij mijn club was ik ook altijd de man die voorop ging in de strijd. Té gretig zelfs, waardoor ik makkelijk kaarten pakte. Sindsdien ben ik rustiger geworden. Nu kleur ik oranje: het resultaat – winnen – staat altijd voorop, het maakt niet uit op welke manier.”

Het spel hoeft niet per se mooi te zijn?

Hendrickx (lacht): “Een lelijke overwinning is ook een overwinning. Over twintig jaar weet niemand nog hoe we Olympisch kampioen zijn geworden, wel dát we het zijn geworden. Ik haat het om te verliezen, en daar wil ik diep voor gaan. Volgens de coach zie je dat aan mijn strafcorners. Van de vier verdedigers loopt er altijd één in de baan van het schot. ‘Bij jou maakt het niet uit of hij pijn heeft, jij denkt maar één ding: ze moeten maar niet in mijn weg lopen!’ Die keer dat ik een Nederlander zijn voet brak, heb ik hem achteraf wel een berichtje gestuurd. Maar op het moment zelf voelde ik geen medelijden.”

‘Hockey is niet de grootste sport, waarom zouden we als arrogante zakken naast onze schoenen gaan lopen? Ik spiegel me aan de wielrenners: die blijven toegankelijk, ook als ze alles gewonnen hebben.’ Beeld BELGA
‘Hockey is niet de grootste sport, waarom zouden we als arrogante zakken naast onze schoenen gaan lopen? Ik spiegel me aan de wielrenners: die blijven toegankelijk, ook als ze alles gewonnen hebben.’Beeld BELGA

Je bent de strafcornerspecialist van de ploeg. ’s Werelds beste, wordt gezegd.

Hendrickx: “Ik zeg dat niet graag over mezelf, maar ik sta er wel om bekend, ja. Niet zo lang geleden waren we in Argentinië, een waanzinnig hockeyland met volle stadions en gillende menigtes. Daar word ik sneller herkend.”

Je werd gedeeld topschutter op het WK en het EK, maar op de Spelen scoorde je dubbel zoveel als je dichtste achtervolger. Hoe word je strafcornerspecialist?

Hendrickx: “Mijn babysit speelde destijds in de eerste ploeg van Antwerp en hij was er best goed in. Hij heeft het me aangeleerd toen ik een jaar of 10 was. Het is niet de makkelijkste manier om te scoren, maar wel een belangrijke. Vrijwel alle strafcornerspecialisten staan in de topschutterslijsten, zelfs als ze verdedigers zijn, zoals ik. Dat geeft aan hoe groot het aandeel van de strafcorners is ten opzichte van de veldgoals. Als een op de vier strafcorners erin gaat, is dat een goed gemiddelde, maar ik streef naar een op de twee. De laatste jaren lukt dat erg goed, maar dat is niet alleen mijn verdienste: je traint er met het hele team op. De ene speler geeft de bal aan, de volgende stopt hem, en de derde moet slaan. Je hebt ook varianten met inlopende spelers. Kortom, het is erg tactisch.

“Van specialisten wordt gezegd dat ze heel precies mikken, in de kruising of zo. Maar ik vind kracht en snelheid belangrijker dan precisie. En wat weleens wordt onderschat: je moet mentaal sterk zijn. Ik ben tamelijk ongevoelig voor stress.”

Toen jullie in de EK-finale met 5-0 leidden en een strafcorner kregen, liet je die aan een ploegmaat. Je had nochtans alleen topschutter van het toernooi kunnen worden.

Hendrickx: “Dat houdt me niet zo bezig. Ik heb me er niet op toegelegd om in de picture te kunnen staan, wel omdat we dan een grotere kans hadden om prijzen te pakken.

“Op dat EK hadden vier spelers vijf doelpunten gescoord: een Nederlander, een Spanjaard, Tom Boon en ikzelf. Wat is er fijner dan met een teamgenoot gedeeld topschutter worden?”

De Red Lions domineren nu zes jaar het hockey. Wat is voor jou het hoogtepunt?

Hendrickx: “De Olympische Spelen in Tokio, zonder twijfel. Dat er geen publiek was door corona, was jammer. Maar telkens als het volkslied weerklonk, stond ik daar met een brede smile: ‘Ik sta op de Spelen!’ Ik heb van elk moment genoten.

“Vroeger verloren we finales, nu winnen we alles. Veel landen zijn ons beginnen te kopiëren. Daarom zou het mooi zijn als we onze titel met succes kunnen verdedigen, net omdat het moeilijker is geworden.”

In Rio was je nog reservespeler.

Hendrickx: “Dat was de grootste teleurstelling uit mijn carrière. Ik was er zo dichtbij, maar ik moest toekijken en wachten tot een ploegmaat geblesseerd raakte, iets wat je niemand toewenst. Mijn eerste grote toernooi was het WK, twee jaar later. Toen ik hoorde dat ik in de selectie zat, was ik de gelukkigste man op aarde. Zeker toen de coach eraan toevoegde dat ik eerste cornernemer zou zijn.”

De wereldtitel van 2018 in India was jullie eerste goud na vier verloren finales.

Hendrickx: “Ze zeggen vaak dat je eerst finales moet verliezen voor je er één kunt winnen. We hadden al een hele zilverwinkel verzameld, het was tijd voor méér.”

In die zomer van 2018 veroverden de Rode Duivels brons op het WK voetbal in Rusland. In 2021 strandden ze in de kwartfinales van het EK, terwijl jullie Olympisch kampioen werden. Jullie wonnen telkens goud, maar de Rode Duivels worden wel de gouden generatie genoemd.

Hendrickx: “Qua talent waren ze dat ook, maar ze hebben jammer genoeg geen prijzen gewonnen. Mag je ze daarom geen gouden generatie noemen? Dat weet ik niet. Trouwens, wanneer stopt een generatie en staat een nieuwe op?”

Het WK-brons van de Duivels wordt hoger ingeschat dan jullie WK-goud: de wereldtop in het voetbal is breder.

Hendrickx: “Dat klopt, maar ik vergelijk niet graag. Een wereldtitel blijft een wereldtitel: het is het hoogste wat je kunt bereiken in je sport, of het nu voetbal, hockey of darts is. Wij proberen elke keer het hoogste te bereiken. Zelfs met een smalle top is dat niet vanzelfsprekend.”

‘We moeten realistisch zijn: we zijn maar België’, zei Kevin De Bruyne in 2021 na de uitschakeling van de Rode Duivels op het EK.

Hendrickx: “Ik zou dat nooit zeggen. Ik ben trots dat ik mijn land kan vertegenwoordigen. En ook al is winnen nooit vanzelfsprekend, je moet je ambities durven uit te spreken. Je moet er natuurlijk wel de kwaliteiten voor hebben. Je zult mij nooit horen beweren dat ik dartskampioen zal worden.”

‘Nu kan ik van het hockey leven, maar als ik stop, zal ik wel een job moeten zoeken.’ Beeld Koen Bauters
‘Nu kan ik van het hockey leven, maar als ik stop, zal ik wel een job moeten zoeken.’Beeld Koen Bauters

AFWASSEN IN HOTEL

Op de diversiteitsladder scoren de Rode Duivels wel hoger dan de Red Lions. Hockey is nog altijd overwegend wit en elitair.

Hendrickx: “Stilaan zie je toch een en ander veranderen. Bij Pinoké is er een donkere jongen in de ploeg. Toen Amsterdam een hockeyveld inhuldigde voor kinderen in de Bijlmer, een wijk waar veel nationaliteiten samenwonen, hebben ze hem tot ambassadeur benoemd. Ook in het nationale team zitten jongens die niet uit een villawijk komen. En bij de jeugdselecties passen andere ouders bij als sommige kinderen niet mee op reis kunnen. Hockey is niet meer de elitesport van vroeger.”

Uit wat voor een nest kom jij?

Hendrickx: “Mijn ouders hebben een hotelketen, Cocoon Hotels. Ze zijn klein begonnen, met vijf kamers. Door de jaren heen zijn er hotels bij gekomen en verkocht. Nu hebben ze er nog één in Houffalize en twee in Bourscheid, in het Groothertogdom Luxemburg. Toen ik klein was en nog niet naar school moest, heb ik een tijdje in Houffalize gewoond. Een au pair zorgde voor mij en mijn broers, want mijn ouders deden alles zelf: de receptie bemannen, de kamers poetsen, koken... Toen mijn broers en ik schoolplichtig werden, zijn ze weer in het Antwerpse komen wonen. We gingen er wel op vakantie, en in mijn tienerjaren staken mijn broers en ik soms een handje toe – dan deden we de afwas of zo.”

Kun je leven van het hockey?

Hendrickx: “Nu wel, maar dat is lang niet zo geweest. Vóór we fulltime begonnen te trainen met het nationale team, hadden alle spelers nog een job of studeerden ze. Nu zijn we zes dagen per week met onze sport bezig. Maar als ik stop, zal ik wel een job moeten zoeken.

“Ik heb een diploma toegepaste economische wetenschappen. Later wil ik in het bedrijfsleven stappen. Misschien ga ik in de import en export, iets met meubels of zo. Maar goed, tegen dan ziet de markt er ongetwijfeld anders uit. De wereld is in volle verandering en de bevolking blijft maar groeien, in twintig jaar tijd zijn er twee miljard mensen bij gekomen.”

En hoe staat het in de liefde?

Hendrickx (lacht): “Nadia en ik wonen nu enkele maanden samen. Ik ben bezig aan mijn vijfde seizoen in Amsterdam, waar ik in een flat van de club woon. In de weekends ben ik daar. Als ik vroeger naar België kwam, verbleef ik bij mijn ouders. Maar ik was stilaan oud genoeg om op eigen benen te staan, dus hebben we een huis gebouwd. In Antwerpen, want hoe bruisend Amsterdam ook is, ik ben en blijf een Antwerpenaar. Mijn familie heeft er altijd gewoond en ik reis veel voor mijn sport, maar ik keer altijd terug. Ik zie mezelf niet gauw naar het buitenland verhuizen, ver weg van mijn familie en vrienden.”

Wat heeft al dat reizen je geleerd?

Hendrickx: “Vaak zien we niet meer dan het hotel en het hockeyveld, zeker tijdens de toernooien. Op de stages is er wel ruimte voor een uitstap. In Zuid-Afrika hebben we de townships bezocht, weliswaar onder begeleiding, omdat zoiets niet ongevaarlijk is. Ik heb er gezien dat de apartheid nog altijd bestaat, al is er voor de Zuid-Afrikaanse nationale ploeg wel een quotum voor gekleurde spelers. In Rio de Janeiro verbleven we dicht bij de favela’s, en de eerste keer dat we in India waren met de Red Lions, beleefde ik ook een cultuurschok. De echte ellende van de mensen zien wij natuurlijk niet, we zijn daar uiteindelijk voor onze sport.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234