NieuwsWielrennen
Alaphilippe na winst in Waalse Pijl: ‘Soms ben ik te hard voor mezelf’
Er kwam een positie vacant. Van de ‘Grote Drie’ maakte Julian Alaphilippe (28) de voorbije weken zijn naam niet waar. Tom Pidcock dreigde de vrijgekomen plek naast Wout van Aert en Mathieu van der Poel in te nemen. Maar gisteren zette de wereldkampioen dan toch orde op zaken. Hij won de Waalse Pijl, voor de derde keer in zijn carrière, en is nu ook weer favoriet voor Luik-Bastenaken-Luik.
Het gaat snel in het wielrennen. Niet gewonnen is zijn plek verloren. Het dreigde Julian Alaphilippe te overkomen. Tweede in de Strade Bianche. Alaphilippe won rit twee in de Tirreno-Adriatico. De Italiaanse hemel was grauw, maar verder was er geen vuiltje aan de lucht. Van Aert, Van der Poel, Alaphilippe: zij vormden de onbetwiste G3 van het moderne wielrennen. Ze koersen met een groot hart en ze zijn niet bang om te verliezen. Ook Alaphilippe niet, in de superberekende, goed geoliede, winnende machine die zijn Wolfpack-ploeg is.
Pas daarna begon het wat te sputteren voor Alaphilippe. In het vervolg van de Tirreno zagen we hem niet meer. In Milaan-Sanremo, de koers die hij in 2019 won, kon hij zijn stempel niet drukken (16de).
Het heette dat Julian Alaphilippe alles inzette op de Ronde van Vlaanderen. Het woord revanche was niet van de lucht en u weet waarom. Vorig jaar, op zondag 18 oktober, reed Alaphilippe in volle finale van de Ronde tegen een motorrijder. Hij was onderweg met Van Aert en Van der Poel, een ‘Band of Brothers’ die dit jaar de naam G3 zou krijgen. Alaphilippe brak zijn hand, zijn seizoen was voorbij. Gelukkig voor hem was hij dan al wereldkampioen.
Maar in de nieuwe Ronde van Vlaanderen was er van revanche geen sprake. Het ging gewoon te snel voor de Franse wereldkampioen, die 42ste werd. Hij paste voor de Brabantse Pijl, die hij vorig jaar won. En waar Tom Pidcock Wout van Aert versloeg. En hij werd vorige zondag zesde in de Amstel Gold Race. Weer geklopt door Van Aert en Pidcock. “Ik kon niet beter”, zei Alaphilippe. Hij had de benen niet om mee te gaan met Van Aert, Pidcock en Schachmann. “En had ik dat toch gedaan, dan was ik ongetwijfeld ook zesde geworden.”
Ging Alaphilippe aan het twijfelen? Ja, bekende hij gisteren. “Twijfels heb ik altijd.” Twijfels zijn eigen aan de topsporter, maar het mocht wat minder zijn. “Ik had woensdagmorgen niet honderd procent vertrouwen voor de start. Niet zoveel als de vorige jaren bij de start van de Waalse Pijl. Eén overwinning dit voorjaar voor de start, ik geef toe dat dat niet geweldig is.”
Alaphilippe kent de Waalse Pijl als zijn broekzak. Niet zo goed als Alejandro Valverde, die hem vijf keer won en die gisteren warempel weer op het podium stond.
Alaphilippe won de Pijl in 2018 en in 2019. Het was een beetje van moeten dat hij gisteren voor de derde keer zou winnen. En misschien werd hij daarom wel nerveus.
Harde kop
Maar goed, het is hem dan toch weer gelukt. Net op tijd, dat wist Alaphilippe zelf ook wel. Hij had het goed gedaan. Hij liet zich niet gek maken toen Primoz Roglic op vijfhonderd meter voor de top van de Muur hard van de rest wegreed. “Timing is alles”, zei hij voorbij de streep. Roglic botste op zijn limiet en Alaphilippe won.
Hij draaide rondjes met zijn wijsvinger toen hij over de finishlijn reed. “Omdat ik een harde kop heb”, legde hij uit. “Sinds het begin van het seizoen wil men een beetje te graag dat ik elk weekend de koers win. Dat is niet altijd evident, hoe hard ik ook werk. Ik heb niets laten liggen.”
Was dat kritiek? Op zijn ploeg, misschien? Helemaal niet, haastte Alaphilippe zich om te zeggen: “Ik ben wereldkampioen en het is een trui die ik respecteer. Ik wil altijd het maximum doen om mij te tonen. Soms ben ik te hard voor mezelf. Ik moet ook plezier vinden in wat ik doe. Dat is er toch weer vandaag. Want het gaat natuurlijk om winnen. Dat wil ik zelf ook altijd. En dat is er toch weer bij vandaag.”
Wat Alaphilippe ook deed: hij klopte de jonge hemelbestormer Tom Pidcock, die gisteren zesde eindigde op de Muur. En zo is er toch nog geen plek vrij bij de G3.
“Sinds het begin van het seizoen wil men een beetje te graag dat ik elk weekend de koers win. Dat is niet altijd evident, hoe hard ik ook werk”