Abdi aangekomen in Zaventem: ‘Hopelijk ben ik in Parijs tot nog meer in staat’

Aan boord van de vlucht uit Tokio zaten vier bronzenmedaillewinnaars: de ruiters Pieter Devos, Jérôme Guery en Grégory Wathelet, en marathonloper Abdi. Ook de atleten Koen Naert, Dieter Kersten, Mieke Gorissen, Hanne Verbruggen, de Belgian Tornados en de Cheetahs, en de baanwielrenners zaten op hetzelfde toestel.

Luide aanmoedigingen waren er van familie en vrienden toen de springruiters en Abdi in de aankomsthal verschenen. Een twintigtal mensen stonden de atleten op te wachten, onder wie de ruiters van de Spelen van Montreal, die in 1976 de tot voor kort laatste medaille in de jumping voor ons land hadden binnengehaald.

Ook Vlaams minister van Sport Ben Weyts (N-VA) was aanwezig. Hij had Japanse bonsaiboompjes mee als geschenk voor de olympiërs.

Abdi, die uitgerust was na een luxueuze vlucht in businessclass (“dat ben ik niet gewoon als marathonloper”), kreeg de meeste aandacht. “Het was indrukwekkend om de medaille in ontvangst te nemen op de sluitingsceremonie”, zei Abdi. “Als jong kind zag ik dat op tv, nu mocht ik dat zelf meemaken. Ik was echt emotioneel.”

In Japan had Abdi veel last van de jetlag. De nacht voor de wedstrijd sliep hij niet meer dan twee uur en na 40 kilometer had hij krampen. “Met frissere benen was er misschien nog meer mogelijk geweest”, dacht hij. “Als mens wil je altijd meer en meer. Hopelijk ben ik in Parijs tot nog meer in staat.”

Abdi had tot slot een boodschap voor jonge atleten die nu naar hem opkijken: “Erin geloven, hard werken en groots dromen. Dat is het geheim.”