AchtergrondJuan Martin Del Potro
Aanhoudend blessureleed noopt Juan Martin Del Potro tot tennispensioen
Morgenavond in Buenos Aires of volgende week in Rio neemt Juan Martin Del Potro (ATP 755) afscheid van een profcarrière die hem één grandslamtitel en een wereldwijde aanhang, maar vooral enorm veel blessureleed opleverde. ‘Ik hou van deze sport maar het is moeilijk om te vechten tegen zoveel pijn’, snikte Del Potro zaterdag. Een emotioneel adios van de sympathieke reus.
Wat als? Wat als het lichaam van Juan Martin Del Potro even sterk was geweest als zijn forehand? Dan stond de Zuid-Amerikaanse teddybeer vandaag mogelijk samen met Rafael Nadal, Roger Federer en Novak Djokovic met vijftien grandslamtitels te blinken. De ‘Toren van Tandil’ leek zich in 2009 in die hiërarchie te wurmen nadat hij op de US Open als 21-jarige knaap de titel wegkaapte ondanks de aanwezigheid van Federer, Nadal en Djokovic in de halve finales. Hij was de enige die ooit een grandslamtoernooi kon winnen met de drie tenoren naast hem bij de laatste vier.
Met zijn formidabele forehand, zijn gevoelvolle slice, zijn meer dan degelijk benenspel voor een gigant van 1m98 en zijn doorzettingsvermogen, uitmondend in ettelijke comebacks, had hij alles in huis om een veelvuldig gelauwerde wereldster te worden. Zijn lange lijf besliste er evenwel anders. Wat hem rest is één grandslamzege, 22 ATP-titels, twee olympische medailles maar vooral veel liefde van de hele tennisfamilie.
In 2008 begon die relatie met toernooizeges in Stuttgart, Kitzbühel, Los Angeles en Washington. Een jaar later gevolgd door zijn gloriemoment in New York. In de daaropvolgende tien seizoenen ging Del Potro van nummer vier van de wereld naar plaats 1045 en terug naar een plekje in de top drie na een nieuwe finale op de US Open vier jaar geleden. Vier polsoperaties en vier knieoperaties hadden hem vaak teruggeslagen, maar niet kunnen tegenhouden. Tot dat vermaledijde toernooi van Sjanghai eind 2018. Een val in de derde ronde zorgde voor een opgave na één set maar vooral ook voor een gebroken knieschijf. Op zich niet de zwaarste blessure die ‘Delpo’ al te verwerken kreeg, maar uiteindelijk wel de zwanenzang van een lichaam dat niet gemaakt bleek voor topsport. In 2019 probeerde Del Potro nog wel terug te komen met vijf toernooideelnames, maar het kwaad was geschied.
“Ik heb nog wel de kracht om verder te doen, maar mijn knie is een nachtmerrie geworden”, zuchtte de 33-jarige gentleman afgelopen zaterdag in Buenos Aires, waar hij morgenavond tegen zijn goede vriend Federico Delbonis (ATP 41) uitkomt. “Daarom wordt dit meer een afscheid dan een terugkeer. Ik ben nu al een paar jaar bezig met alternatieve behandelingen via verschillende dokters om dit euvel aan te pakken, maar ik heb nog altijd geen oplossing gevonden. Ik heb altijd gezegd dat ik met deze blessure niet zou opgeven. Mijn vaarwel moest er komen op de baan en niet in een perszaal. Na deze paar weken (Del Potro heeft ook nog een wildcard in Rio volgende week, FDW) zullen we zien wat er gebeurt, maar ik zou graag leven als een man van 33 jaar, zonder pijn.”
Pijn is een rode draad gebleken in het profbestaan van de aimabele gaucho. “Ik slaap al twee en een half jaar met pijn”, slikte Del Potro. “Vroeger reed ik altijd drie uur en half met de wagen naar Tandil. Nu moet ik onderweg stoppen om mijn benen te strekken. Deze strijd gaat over mijn gezondheid en de kwaliteit van mijn leven. Ik hou van deze sport maar het is moeilijk om te vechten tegen zoveel pijn.”
Met tien overwinningen op een nummer een van de wereld heeft hij een recordje in zijn bezit dat veel zegt over zijn talent. Hij loopt nog altijd over van de passie voor zijn sport. “Ik heb altijd alles overleefd, maar dit keer moet ik eerlijk zijn: er gaat geen miraculeuze comeback komen, zoals de vorige keren”, snikte hij. “Naast de angst en het verdriet wil ik dat dinsdag ook een onvergetelijke dag wordt.”