AnalyseClub Brugge
50 miljoen euro extra: wordt Club Brugge het Bayern van België?
Niet alleen sportief maar ook financieel doet Club Brugge alweer een geweldige zaak met de kwalificatie voor de achtste finales van de Champions League. Ontgroeit de club stilaan de rest van de Belgische competitie?
Met nog twee wedstrijden voor de boeg al zeker van de achtste finales van de Champions League. De enige club in het kampioenenbal die nog geen tegengoal moest slikken. De beste Europese campagne in de geschiedenis van het Belgische voetbal tot dusver. Met een 0-0-gelijkspel tegen Atlético Madrid bezegelde Club Brugge zijn nu al historisch Europees parcours.
Ook op financieel vlak geeft de 0-0 tegen Atlético de Bruggelingen alweer een stevig duwtje in de rug. Het gelijkspel zelf levert Club een premie van 930.000 euro op, het ticket voor de achtste finales komt neer op een bonus van 9,6 miljoen. Dat geld komt boven op de ongeveer 8,4 miljoen aan winstpremies die Club opstreek door de overwinningen tegen Leverkusen (1-0), Porto (0-4) en Atlético (2-0), de beginbonus van 15,64 miljoen én een coëfficiëntpremie van 5,69 miljoen. Reken er nog de ticketverkoop, de televisierechten en andere inkomsten bij, en Club komt voor deze campagne al aan 50 miljoen inkomsten.
En dat zijn dan nog alleen de rechtstreekse inkomsten. “Wat ook van enorme waarde is, is dat spelers als Tajon Buchanan zich laten zien in de Europese vitrine”, zegt sporteconoom Wim Lagae (KU Leuven). “Daardoor groeit de buitenlandse interesse en transferwaarde van die spelers, en kunnen ze op termijn voor een hogere prijs verkocht worden. Daarnaast vergroot dit natuurlijk de aantrekkingskracht van Club Brugge zelf, waardoor het ook weer makkelijker betere spelers kan aantrekken.”
Leren van Gent
Allemaal prachtig nieuws. Alleen: wordt Club Brugge niet stilaan het Bayern München van België, de sportieve en financiële alleenheerser? Daar lijkt het stilaan wel op.
Natuurlijk bouwt Club door alleen deze overwintering geen ononverbrugbare voorsprong op, leert ook de ervaring van KAA Gent uit 2015-2016. “Maar je kunt er natuurlijk moeilijk omheen dat Club Brugge al jaren structureel van de rest wegloopt”, zegt Geert De Vlieger, ex-doelman en voetbalanalist. Anderlecht en Standard, de concurrenten van weleer, moeten door financiële malaise met elke euro omzichtig omspringen. Gent en Genk wisselen goede en minder goede seizoenen af, terwijl Union en competitieleider Antwerp nog maar net bovenaan komen meedoen.
Vorig seizoen behaalde Club Brugge zijn vijfde landstitel in zeven jaar. In die zeven jaar behaalde het 464 punten in de reguliere competitie. Met 387 punten is Anderlecht de dichtste achtervolger. En met drie landstitels op rij kon Brugge de laatste jaren telkens rekenen op de vetpotten van de Champions League. Dat geeft Brugge in de transferperiodes een pak meer slagkracht dan de concurrentie. Deze zomer gaven ze 48,5 miljoen euro uit aan nieuwe spelers, evenveel als heel wat clubs uit grotere competities. Omgekeerd kwam er dankzij de transfers van Charles De Ketelaere, Stanley Nsoki en Loïs Openda bijna 60 miljoen in het laatje.
Goede scouting
Club Brugge maakt intussen internationaal naam als ideale springplank. Mede dankzij een goede scoutingcel én de reputatie van de club slaagt het erin om jonge talenten naar het Jan Breydelstadion te halen en op het juiste moment door te verkopen. Een voorbeeld: met de transfer van Odilon Kossounou naar Bayer Leverkusen streek blauw-zwart vorig jaar 30 miljoen euro op, het tienvoudige van het bedrag dat het voor de verdediger uit Ivoorkust betaald had.
Met die inkomsten durft Brugge ook diep in de buidel te tasten om grote namen te halen , zoals Simon Mignolet (7 miljoen euro). Anders dan bijvoorbeeld Anderlecht slaagt Brugge er bovendien in om sterkhouders langer aan zich te binden, net omdat het bijna een garantie op Champions League-voetbal geworden is.
“Club heeft een ideale mix aan ervaring en jonge talenten”, zegt De Vlieger. “Het is voor jeugdspelers ook makkelijker om zich te integreren bij een ploeg die al goed draait. Bij clubs als Anderlecht wordt van jonge spelers meteen verwacht dat ze de ploeg dragen en dat lukt niet.” Dat jeugdspelers onder 23 sinds het seizoen 2019-2020 met Club NXT in tweede klasse kunnen uitkomen, maakt die overstap ook makkelijker.
Het lijkt Brugge zo voor de wind te gaan dat zelfs serieuze tegenvallers als de vertraging in de bouw van het stadion en de mislukte beursgang de landskampioen niet lijken te deren. “Naar beursnormen was Brugge wellicht iets te klein, maar het heeft er wel toe geleid dat de Amerikaanse investeerdersgroep Ortila in Club Brugge geïnvesteerd heeft”, zegt Lagae. “En als je ondanks die tegenvallers blijft groeien, toont dat toch aan dat je je zaken goed op orde hebt.”
Als Club Brugge straks ook nog intrekt in een gloednieuw stadion met 40.000 zitjes lijkt het helemaal op weg om de rest te overschaduwen. Dat Brugge nog hoger mikt, blijkt ook uit het feit dat het bestuur al jaren de dans leidt in de gesprekken over een Beneliga met de beste Belgische en Nederlandse clubs.
“Het zal voor de anderen zeker niet eenvoudig zijn om Brugge nog bij te benen”, zegt De Vlieger. “Maar het is ook niet zo dat ze in België geen concurrentie meer hebben. Daarvoor hoef je maar te kijken naar de spannende strijd met Union vorig seizoen.”