NieuwsISS
Vier astronauten zitten ‘vast’ in het ISS na lek in de transportcapsule
Een lek in een transportcapsule maakt het verblijf in het ruimtestation ISS voor de astronauten nog net een beetje spannender. De astronauten zouden in geval van nood niet kunnen terugkeren naar de aarde. Ten vroegste in februari zou het probleem worden opgelost.
Het was een spectaculair gezicht toen op 14 december een Sojoez-ruimtecapsule veranderde in een soort sneeuwkanon. Een wolk van witte deeltjes spoot uit de capsule. Voor de bemanning van het International Space Station (ISS), waaraan de capsule is gekoppeld, was het slecht nieuws.
Wat sneeuw leek, bleek een straal bevriezende druppels te zijn, afkomstig uit een minuscuul lek in het koelsysteem van het ruimtevaartuig. Dat is daardoor misschien niet meer geschikt om bemand naar aarde terug te keren en zo zitten in principe drie van de zeven bemanningsleden vast in het ruimtestation. Als daar iets misgaat, is er maar voor vier van de zeven een mogelijkheid zichzelf in veiligheid te brengen.
Het ruimtestation zelf is niet in gevaar, verzekert de NASA. Maar in de ruimte zit een ongeluk altijd in een klein hoekje, of in dit geval in een klein brokje. Vorige week moesten de stuurraketten even worden aangezet voor een kleine wijziging in de baan van het ruimtestation, om te voorkomen dat het te dicht bij een stuk van een oude Russische raket zou komen.
Zelfs een heel klein object kan bij een onderling snelheidsverschil van vele duizenden kilometers per uur hard aankomen. Mogelijk is de koeling van de Sojoez-capsule getroffen door een minimaal stukje puin dat aan de aandacht van de detector van ISS ontsnapte, maar dat is nog niet zeker. Hoe dan ook is het voor reparatie van het gat te laat: alle koelvloeistof is uit het systeem verdwenen.
Dat is een probleem, omdat bij de terugkeer naar de aarde de wrijving met de atmosfeer behoorlijk wat warmte op de capsule loslaat en het daarbinnen dus gevaarlijk warm kan worden – voor mensen, maar ook voor de computers aan boord. Hoe serieus dat gevaar is, wordt nu uitgezocht door de Russische ruimtevaartorganisatie Roskosmos. Gisteren meldde die dat het zelfs gewoon door zonneschijn al flink warm was geworden, met een binnentemperatuur van 30 graden.
De Sojoez arriveerde op 21 september aan het ISS, met aan boord twee Russen: commandant Sergej Prokopjev en Dmitry Petelin, en de Amerikaan Francisco Rubio. Op 6 oktober kwam er een Crew Dragon-capsule bij, die de Amerikanen Nicole Mann en Josh Cassada, Japanner Koichi Wakata en Rus Anna Kikina aan boord van het ISS bracht – en hen eventueel ook weer kan evacueren.
Internationale bemanning
Het is beleid dat bij wisseling van de bemanning altijd zowel Amerikanen als Russen meereizen, zodat er van beide nationaliteiten altijd iemand aan boord is. Dat is om politieke redenen belangrijk, maar garandeert ook dat de bemanning nooit verlegen zit om iemand die een Russisch of Amerikaans apparaat kan bedienen of repareren.
Het ISS is een gezamenlijk project van de VS, Rusland, Europa en Canada. De eerste onderdelen werden in 1998 in een baan om de aarde gebracht. De eerste bemanningsleden, die zich bezighouden met het onderhoud en de uitbouw van het ruimtestation en met allerlei wetenschappelijke experimenten, gingen er in 2000 aan het werk. Volgens de huidige plannen zal het station in 2031 worden opgegeven en neerstorten in de Stille Oceaan.
Mochten de Russen de Sojoez-capsule als reddingsvaartuig afkeuren, dan wordt die afgekoppeld en onbemand naar de aarde gestuurd. Een andere onbemande capsule zal dan zijn plaats innemen. Op zijn vroegst kan die echter pas in februari aankomen. Tot die tijd moet alles gewoon even goed blijven gaan.