NieuwsOnderwijs
Eén op tien scholen krijgt negatief advies van onderwijsinspectie: ‘Voeren van sterk onderwijskundig beleid blijft moeilijk’
Eén op de tien scholen die de onderwijsinspectie het afgelopen jaar doorlichtte, kreeg een negatief advies met de mogelijkheid dat de erkenning wordt ingetrokken. Dat staat in het nieuwe jaarverslag van de onderwijsinspectie.
Van de 249 doorlichtingen die de onderwijsinspectie vorig jaar deed, hadden 134 (57,5 procent) een gunstig advies als gevolg. Bij één op de drie scholen volgde een ongunstig advies, maar moeten nog kleine tekorten weggewerkt worden.
25 scholen (10 procent) kregen een ongunstig advies met de mogelijkheid tot intrekking van de erkenning van scholen. Het leidt er de onderwijsinspectie zelf toe om in haar jaarverslag op te merken dat “het voeren van een sterk onderwijskundig beleid en het doelmatig uitbouwen van de kwaliteitszorg moeilijk blijven voor heel wat scholen.”.
Eén en ander heeft ook te maken met de relatief nieuwe manier van werken bij de inspectie. Controleerde die vroeger de kwaliteit van specifieke leerkrachten en lessen, dan buigt ze zich nu over de vraag: slagen scholen erin om goede kwaliteit na te streven?
Achterstand
De onderwijsinspectie voerde vorig jaar 249 doorlichtingen uit. Het merendeel daarvan (159) vond plaats in het basisonderwijs. Ter referentie: er zijn ruwweg 4.000 scholen in Vlaanderen.
Het aantal doorlichtingen staat al enkele jaren op een lager pitje dan de inspectie wil. Ze stelt zichzelf tot doel om elke zes jaar op een school langs te kunnen komen. Maar dat haalt ze dus niet. Zoals De Standaard begin maart schreef, is het op een kleine 500 scholen al tien jaar geleden dat inspecteurs langskwamen. Bij nog eens bijna duizend is het acht jaar geleden.
Een van de oorzaken voor het lage aantal inspecties ligt in de coronapandemie. Om scholen wat ademruimte te geven, werden doorlichtingen dan opgeschort. De inspectie zelf werd gevraagd om scholen meer te ondersteunen als ze hulp nodig hadden dan om ze te controleren.