Doorgeefschenking al meer dan 1.900 keer gebruikt
De doorgeefschenking, waarbij mensen een deel van wat ze erven onder bepaalde voorwaarden vrij van belastingen kunnen doorschuiven naar hun kinderen of kleinkinderen, is sinds 2018 al 1.909 keer gebruikt. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (CD&V) opvroeg.
Sinds 1 september 2018 is het voor erfgenamen mogelijk om hun erfenis of een deel ervan kosteloos door te schenken aan hun kinderen of kleinkinderen. De voorwaarden daarvoor zijn onder meer dat de erfenis belast werd aan het tarief voor verkrijgingen in rechte lijn of tussen partners, en dat de schenking bij notariële akte gebeurt binnen het jaar na het openvallen van de nalatenschap.
Steeds meer gebruikt
Uit cijfers die Schryvers opvroeg blijkt dat de doorgeefschenking steeds meer wordt gebruikt. Zo werd die in 2019, het eerste jaar na de invoering, 265 keer toegepast. In 2021 was dat al 1.013 keer. In totaal werd de doorgeefschenking in de periode september 2018 tot en met december 2021 1.909 keer gebruikt. Daarbij werden 3.689 (klein)kinderen begunstigd.
Het totale vermogen dat op die manier werd doorgegeven aan de (klein)kinderen steeg de voorbije jaren ook sterk, van 60 miljoen euro in 2019 tot 160 miljoen euro in 2020 en bijna 300 miljoen in 2021, zo blijkt verder uit de cijfers die Schryvers opvroeg. Niet zelden worden via de doorgeefschenking onroerende goederen overgedragen, zo blijkt nog uit de cijfers.
Gemiddeld wordt er per doorgeefschenking aan bijna twee afstammelingen geschonken, zo blijkt nog. De gemiddelde leeftijd van de schenkers is jaar na jaar 70 tot 72 jaar, terwijl de begiftigden gemiddeld 40 of 41 jaar oud zijn.