InterviewDennis Tyfus
Dennis Tyfus: ‘Jij bepaalt waar de tattoo moet komen, ik bepaal de tekening. Jij hebt niks te kiezen’
Hij is de ongekroonde koning van de Antwerpse underground en staat met nieuw werk in een gerenommeerde, bovengrondse galerie. Welkom in het wondere universum van Dennis Tyfus (41) ‘Ik heb mijn kwaliteiten als aansteller, maar ik ben geen entertainer.’
Dennis Tyfus is de kunstwereld binnengekomen via de kelder. Zijn vroegste werken waren de flyers en affiches waarmee hij de punkconcerten aankondigde die hij zelf organiseerde in de Antwerpse ondergrond, in krakersholen als Scheld’Apen en het Noordkasteel, en de hoezen van de platen die hij uitbracht op zijn label Ultra Eczema.
Inmiddels leidt Tyfus ook een succesvol bovengronds bestaan. Met My Niece’s Pierced Knees, zijn geweldige solotentoonstelling in het Middelheimmuseum in 2018, lonkte hij zelfs naar het grote publiek. Zij het met een vette grijns. Maar hij blijft wel avant-gardistische feesten en partijen organiseren – tegenwoordig in De Nor, zijn eigen paviljoen in datzelfde Middelheimpark.
BIO • geboren in 1979 in Antwerpen • kunstenaar, radiomaker, muzikant, uitgever, organisator • werd op z’n 13de medewerker van de alternatieve lokale radio Radio Centraal • produceerde op de middelbare school al flyers en affiches • 2018: solo-expo in het Middelheim • organiseert deze zomer weer optredens in zijn openluchtpaviljoen De Nor in het Middelheimpark
Aan de gevel van het pand in de Wolstraat, waar Tyfus woont, werkt en over zijn reusachtig archief waakt, heeft hij alvast een gedenkplaat voor zichzelf laten aanbrengen: ‘Hier rust Dennis Tyfus’. Maar met zijn eerste expo in Tim Van Laere Gallery in het vooruitzicht, is rust wel het laatste wat hij zich kan permitteren. Over goed een week gaat ze open, en een aantal cruciale werken is nog niet helemaal klaar. Over hun opstelling in de galerie heeft hij vage ideeën, maar er is nog geen uitgetekende choreografie. “Een maquette?”, lacht hij boven een kop dampende thee. “Heb ik nog nooit gemaakt. Ik zou niet weten hoe ik eraan moet beginnen.”
Is dat nog steeds uw basisattitude: improviseren tot de laatste minuut? Verrassende plotwendingen kunnen niet worden uitgesloten?
“Steeds minder. Mijn improvisatiedrang leef ik tegenwoordig uit in mijn No Choice-tattoos. Sinds ik daarmee begonnen ben, doe ik het veel minder in mijn tekeningen. Dat zijn nu vaak uitgepuurde, op zichzelf staande werken rond een vooropgesteld idee, waar ik – tegen mijn natuur in – vaak dagenlang mee bezig ben.
“Vroeger werkte ik razendsnel en impulsief, nu zit ik eindeloos te priegelen met mijn kleurpotloodjes. En ik geniet er nog van ook. De tekeningen worden ook steeds groter. Bij Tim Van Laere zullen galetten van bijna drie meter bij tweeënhalf hangen. De kleinste werken zijn 70 x 100 centimeter, wat ook al fors is voor een tekening in kleurpotlood. Louter ambachtelijk was dat een enorme klus. Maar door corona had ik toch niks anders te doen.”
Voor de lezers die niet zo vertrouwd zijn met uw universum, moet u nog eens uitleggen wat een No Choice Tattoo is.
“Simpel: jij bepaalt waar de tattoo moet komen op je lichaam en hoe groot hij ongeveer mag zijn, ik bepaal de tekening. Jij hebt niks te kiezen.”
Weet u zelfs niet bij benadering wat u gaat doen? Is er geen map met pasklare designs?
“Echt niet. Ik begin te bewegen met de naald en ontdek samen met mijn slachtoffer waar dat toe leidt. Die tattoo’s zijn doorgaans eenvoudige lijntekeningen, ik kan er alle richtingen mee uit. Ik vergelijk ze met freejazz.”
En de klant keert steevast tevreden huiswaarts?
“Van de meer dan 900 tattoo’s die ik tot nog toe heb gezet, heb ik er welgeteld twee naderhand een beetje aangepast. Omdat de klant er iets anders in zag dan ik, en daar niet mee opgezet was. In die twee gevallen had ik daar begrip voor.”
Veel van uw tekeningen van de jongste jaren zijn zelfrelativerende zelfportretten: Dennis Tyfus, het kalende mannetje met het hoge voorhoofd, die in allerlei gênante situaties terechtkomt...
“Zo is de reeks Up-And Downgrades in 2017 begonnen. Maar ondertussen ben ik veeleer een protagonist geworden, een soort afsplitsing van mezelf. Je herkent mij er nog wel in, maar autobiografisch zou ik die tekeningen niet meer noemen. Mijn personage is een eigen leven gaan leiden, haha.”
Is Tyfoni Cutugno, het personage dat u hebt ontwikkeld in uw radioprogramma op Radio Centraal (Tyfustijd, zaterdag van 14 tot 15u), en dat nu ook om de haverklap opduikt op uw Instagram-pagina, ook een afsplitsing van uzelf?
“Tyfoni is een Italiaanse restaurantuitbater met een snor, een toupet, een lachwekkende tongval en een crapuleuze inborst. Een heel pedante figuur ook, in zijn vrije tijd speelt hij tennis. Je gaat hem niet tegenkomen in mijn expo bij Tim Van Laere, maar hij zal wel een deel van de promo voor zijn rekening nemen.
“In mijn hoofd is hij de opvolger van het Keelmeisje, de figuur die ik twee jaar geleden heb bedacht om de optredens in De Nor te promoten; de bronstige vrouw met het irritant hoge stemmetje, die heel graag naar onze feestjes kwam. In de herfst- en wintermaanden, wanneer De Nor gesloten is, verblijft ze in een gesloten ontwenningskliniek. Deze zomer zal ze misschien vrijkomen.”
Tyfoni is hilarisch. U wordt almaar beter als acteur.
“Toch zie ik mezelf niet als een performer. Ik heb een grote mond, en ik heb mijn kwaliteiten als aansteller, maar ik zal het Keelmeisje of Tyfoni Cutugno nooit voor een publiek opvoeren. Want dan wordt het iets compleet anders. Voor mij horen die figuren thuis op de radio en op sociale media, nergens anders. Ik ben geen entertainer.
(denkt na) “Maar ik zou graag wel eens een tv-programma maken. Ik ben een grote fan van Jiskefet en van alles van Wim T. Schippers. En van de traagheid én het oog voor detail in het filmwerk van Rainer Werner Fassbinder.
“Voor een tentoonstelling in een Nederlandse galerie (Galerie Mieke van Schaijk in ’s Hertogenbosch, DI) heb ik een tijd geleden een video gemaakt: Oi in Eupen, met Luc Tuymans en Marcel De Cleer van mijn stamcafé De Kat als acteurs. Luc is een privédetective, Marcel een politieman. Hoewel er hooguit vijf zinnen in gedebiteerd worden, had ik het scenario vooraf uitgeschreven, beeld voor beeld. Ik wist perfect hoe het er moest uitzien. Ik improviseer graag, maar ik ben ook een controlefreak. Daarom denk ik dat tv iets voor mij is.”
Waar gaat de film over?
“De detective en de politieman onderzoeken de plotse afname van geweld onder skinheads. De film maakt deel uit van de installatie Skins, Brains & Guts. Je ziet twee skinheads vrolijk en ontspannen tegen een muurtje zitten. Aan hun voeten dragen ze sandalen. Hun Dr. Martens-schoenen en hun baseball bats hebben ze in een vuilbak gegooid. Dat is het.”
En wat is de boodschap?
“Ik doe niet aan boodschappen. Maar ik kan je wel vertellen wat de aanleiding was om dat werk te maken. Ik had voor het eerst sinds lang nog eens een paar Dr. Martens gekocht. Als tiener was ik er gek op, maar ik had ze lang niet meer gedragen. Wel, het was een verschrikking. Het duurde maanden om ze in te lopen. Als ik ergens naartoe wandelde, zag ik er meteen na vertrek al tegenop dat ik ook nog moest terugkeren. Mijn voeten lagen continu open. Ik vertelde dat op café tegen een vriend, en die zei: ‘Yeah man, that’s why these skinheads are always angry, because their Dr. Martens hurt so much!’ (lacht)
“Zo kom ik dus op ideeën: ik zit avondvullend op café tegen iemand aan te lullen, en wanneer ik thuiskom noteer ik die ene zin die ik uit het gesprek heb onthouden. (grijnst) De skinhead-installatie is een werk uit mijn reeks Strafstudies. Het idee daarachter is dat mensen op hun creatiefst zijn als ze anderen kunnen straffen. We doen niets liever, en niets béter, dan onze medemens een kloot afdraaien. Zet ’s avonds het tv-journaal aan, en het gaat vaak integraal dáárover. Ik doe niets liever dan rond dat gegeven tekeningen en installaties maken. Strafstudies is de reeks waar ik zelf het meeste plezier aan beleef. Het werkplezier dat ook regisseurs van horrorfilms, of kunstenaars die héél brutale taferelen schilderen, moeten ervaren.”
U kunt het ook niet laten om al wat naar extreemrechts zweemt, en al wie het vergoelijkt, stevig af te zeiken op uw sociale media.
“Inderdaad, ik volg dat allemaal op de voet. Het is bijna een verslaving. En ik erger me mateloos. Zo’n Siegfried Bracke, die elke dag wel ergens olie op een vuur gooit: woorden schieten tekort om mijn walging jegens die man uit te drukken. Of Bart De Wever, die vorige week de gelegenheid nog eens te baat nam om de haatzaaiers van Voorpost uit de wind te zetten (die in eerste aanleg veroordeeld werden wegens een actie tegen de ‘islamisering’, red.), terwijl hij Black Lives Matter- manifestanten in de bak laat gooien. Die eerst maandenlang met Vlaams Belang onderhandelt en dan beweert dat er een hoge muur staat tussen N-VA en het Belang. Wie gelooft die mensen nog?”
Komt die ergernis automatisch ook in uw werk terecht?
“Niet rechtstreeks. Ik heb Jeff Hoeyberghs eens gevraagd voor een ‘strafstudie’, nadat ik die opname had gezien van zijn walgelijke lezing (waarin hij vrouwonterende uitspraken deed, red.) voor KVHV-studenten aan de UGent, maar hij heeft nooit geantwoord.”
Waarom had u Hoeyberghs daar bij nodig?
“Omdat de ‘strafstudies’ opgebouwd zijn rond hyperrealistische sculpturen die idealiter naar levend model worden gemaakt. De gezichten, en desgevallend ook de lichamen, worden afgegoten in rubber, dus er moeten mallen worden gemaakt en zo.
“Weet je wat het grote probleem is? Dat wat er nu gebeurt in de werkelijkheid, niet alleen de fictie overtreft, maar ook de satire.
“Marc Van Ranst, een wetenschapper die for fuck’s sake vijftienduizend jaar heeft gestudeerd, en die nu met de dood wordt bedreigd omdat hij zijn kennis over een pandemie met de overheid en het publiek deelt. Dat is toch te zot voor woorden, akelig en hilarisch tegelijkertijd? Als het satire was, zouden we het schromelijk overdreven vinden.
“Pas op, ik hou van een stevige portie baldadigheid op z’n tijd. Ik hou van verbale brutaliteiten. En ik hou van figuren die de dingen op zo’n onbehouwen manier zeggen dat je bij jezelf denkt: ‘Goh, wat zegt die nu?’ Zulke figuren maken grote kans om in mijn werk terecht te komen. Ik hou ook van subculturen. Ik luister naar Oi!-muziek, de punk van de skinheads, die trouwens oorspronkelijk niet rechts waren, maar later wel door extreemrechts en door een radicaal deel van de homobeweging werden gerecupereerd. Er bestaat ook nog altijd linkse Oi!...”
Maar?
(denkt na) “Wat is tegenwoordig de grote klacht van extreemrechts? In plat Antwerps gezegd: ‘Waai meuge niks ni mier zegge!’ De vrijheid van meningsuiting komt in het gedrang. Terwijl het daar niet over gaat. Van mij mag iedereen alles zeggen; hoe plastischer uitgedrukt hoe liever. Nee, het gaat over bedreigingen en geweld. Heb jij weet van systematische doodsbedreigingen die worden geuit door mensen van de linkerzijde? Ik niet. Maar als diezelfde mensen die onophoudelijk lopen te janken dat ze niks meer mogen zeggen een béétje weerwoord krijgen, dreigen ze wel meteen met dood en verdelging. Dan komt er een verbale terreurcampagne op gang, dan rukken de trollenlegers uit! (grijnst) Het toppunt van ironie zou zijn dat ik door dit te zeggen zelf doodsbedreigingen krijg.”
Kortom: het is een moeilijke tijd voor kunstenaars die niet helemaal buiten de tijd staan?
“Absoluut. Je vraagt je de hele tijd af: wat moet ik nu doen? Moet ik spreken of moet ik zwijgen? Reageren, je erover opwinden, is in veel gevallen een slecht idee, want op die manier help je al die verbale diarree nog mee te verspreiden ook. Ik moet het mezelf dringend afleren.”
Gelukkig hoeft u zich niet al te veel professionele zorgen te maken, want u zit nu onder de pannen bij de succesvolle galerie van Tim Van Laere. Is dat een biotoop die natuurlijk aanvoelt voor een artiest die uit de krochten van het alternatieve circuit komt?
“Wonderwel! Ik ben Tim op straat tegengekomen tijdens een van die lange wandelingen die ik, zoals 11 miljoen andere Belgen, tijdens de eerste lockdown maakte. We zijn beginnen praten en we zijn er niet meer mee opgehouden. Het klikte zo goed tussen ons dat we ons nu afvragen waarom we niet al veel eerder zijn beginnen samenwerken.
“Tim is iemand die perfect begrijpt dat je een kunstenaar in het licht van zijn totale oeuvre moet bekijken; dat beperkingen opleggen en hem of haar in deze of gene richting sturen geen enkele zin heeft. Trouwens, wie dat met mij zou proberen ziet mij niet meer terug. Dan ben ik weg.
“In tegenstelling tot wat velen lijken te denken, vind ik een lange, duurzame relatie met een galeriehouder heel belangrijk. In de beginjaren van deze eeuw had ik zo’n relatie met Stella Lohaus; die heeft geduurd tot zij met haar galerie gestopt is. Ik ben een loyale kunstenaar. Ik vond toen dat ik bij de beste galerie van Antwerpen zat. Stella organiseerde shows met Bjarne Melgaard en Erik van Lieshout. Ik weet nog dat Van Lieshout een wietwinkel ‘exposeerde’ bij Stella. Hij verkocht wiet in de galerie. Als jonge knaap vond ik dat natuurlijk geweldig. ‘Aha, zo kan het ook’, dacht ik.
“Nu kijk ik uit naar een lange samenwerking met Tim. Nu vind ik weer dat ik bij de beste galerie van Antwerpen zit. Dat ik straks mag tentoonstellen in een ruimte waar ook werk wordt getoond van mensen als Tal R, Franz West en mijn goeie vriendin Kati Heck, is een prettig vooruitzicht. Het voelt als een nieuwe episode die aanbreekt.”
Zullen we ook een nieuwe Dennis Tyfus te zien krijgen?
“Dat nu ook weer niet. Wel de eerste, beloftevolle sporen van wat een nieuwe reeks zou kunnen worden binnen mijn oeuvre: de No Choice Jukebox.”
Ah muziek, uw grootste obsessie!
“Het eerste werk uit de reeks heet The Seventh Beatle. Het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, met mijn vader in de hoofdrol. Toen hij een jaar of 18 was heeft mijn vader een lookalikewedstrijd gewonnen van een muziekmagazine genaamd Jukebox. Van alle inzendingen leek hij volgens de uitgevers van dat blad het meest op Paul McCartney. Zijn foto werd afgedrukt. Alleen: die foto is verloren gegaan.
“Ik hou alles bij, mijn ouders gooien alles weg. En het blad bestaat al lang niet meer. Ik heb overal gezocht, ik heb zelfs de toenmalige uitgever van Jukebox opgespoord, de man bleek nog te leven, maar tevergeefs: nergens is nog een exemplaar met de foto van mijn vader te vinden. Dat is ook de reden waarom dat verhaal binnen mijn familie mythische proporties heeft gekregen. In mijn kinderlijke verbeelding dacht ik dat mijn vader op de cover van Jukebox had gestaan, terwijl het waarschijnlijk een klein zwart-witfotootje binnenin was.
“Hoe dan ook: die legende is altijd door mijn hoofd blijven spoken. The Beatles, dat was ook de enige muziek uit de collectie van mijn vader waar ik enige connectie mee voelde. Die mannen hadden tenminste nog wat raakpunten met de tegencultuur. Ze hadden muziek gemaakt onder invloed van lsd! En Paul McCartney, met zijn imago van ideale schoonzoon, had verdorie een radicaal tijdschrift als International Times gesponsord.
“Dat komt nu allemaal samen in The Seventh Beatle. Het werk heet zo, omdat er altijd wordt gespeculeerd over wie de vijfde en de zesde Beatle was – Brian Epstein, hun manager, of George Martin, hun producer? – maar er met geen woord wordt gerept over de zevende Beatle: mijn vader, de stand-in van McCartney!
“De installatie bestaat uit een glazen kast met een drukknop erop. In de kast zit een hyperrealistische sculptuur van mijn vader. Als je op de knop drukt krijg je een nummer van The Beatles te horen. Ik heb al wie ik ken in de muziekbranche gevraagd een cover van een Beatles-nummer te maken. Er waren geen restricties, ook niet qua lengte van het nummer. Niks monumentenzorg, de muzikanten mochten met The Beatles doen wat ze wilden. Er staan 272 songs op de playlist.
“Om te voorkomen dat de toeschouwers altijd dezelfde nummers zouden kiezen – bij de vertolkers zitten bekende namen als Admiral Freebee en Laïs – heb ik er een No Choice Jukebox van gemaakt. Je drukt en er weerklinkt een random nummer, er valt niet te kiezen. Het enige wat je nog kunt kiezen, is of je naar mijn tentoonstelling komt of niet. Verscheurend dilemma, kan ik me inbeelden.”
Dennis Tyfus, Satellite of Lard, van 10 juni tot 15 juli in Tim Van Laere Gallery, Antwerpen Nieuw-Zuid, timvanlaeregallery.com