Corona of niet, afstandsonderwijs blijft mogelijk voor Vlaamse scholen

Scholen moesten de voorbije jaren vaak noodgedwongen overschakelen naar afstandsonderwijs. Voor veel leerlingen en leerkrachten kon dat niet snel genoeg voorbij zijn. Sommige scholen hebben echter de smaak te pakken en willen naast fysieke lessen ook online lesgeven.

Daarom vroegen Katholiek Onderwijs Vlaanderen en het Gemeenschapsonderwijs (GO!) aan Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) om een juridisch kader te creëren. Dat is er nu. De Vlaamse regering keurde het vrijdag goed.

Voor alle duidelijkheid: scholen zijn niet verplicht afstandsonderwijs te organiseren. Wel krijgen ze richtlijnen mee als ze dat wel willen doen. Dat de manier waarop scholen afstandsonderwijs willen organiseren in het schoolreglement geschreven wordt bijvoorbeeld. Of dat leerlingen die een online les niet van thuis kunnen volgen altijd de kans moeten hebben om dat op school te doen.

Het is expliciet niet de bedoeling dat scholen overstappen op een volledig online leservaring. Afstandsonderwijs moet altijd verbonden blijven met fysieke lessen. Meer zelfs, per graad is er een bovengrens voorzien van hoeveel lestijd naar afstandsonderwijs mag gaan. Voor de eerste graad is dat 20 procent, 30 procent voor de tweede graad en 40 procent voor de derde graad.

Dat is een compromis. Zoals de kranten van Mediahuis eerder deze maand schreven, stuurden Weyts en de koepels aan op afstandsonderwijs voor de helft van de lestijd mogelijk te maken. “Die opbouw richting de derde graad vind ik goed”, zegt onderwijstechnoloog Jo Tondeur (VUB).

Visie

Nog belangrijker dan die percentages is dat scholen een duidelijke visie moeten ontwikkelen over wat ze willen bereiken met hun online lessen. “Nog te vaak zien we dat wat online gebeurt niet goed gelinkt wordt aan wat in de klas gebeurt”, zegt Tondeur. “Als je kinderen gewoon thuis wilt laten leren zonder daar een visie op te hebben, doe het dan niet.” Goede redenen zijn: leerlingen meer autonomie geven, ze klaarstomen voor de vele zelfstudie in het hoger onderwijs. Of om bepaalde groepen leerlingen meer uit te dagen of net extra begeleiding te geven.

Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen) vindt afstandsonderwijs tot 40 procent erg veel. “Daarnaast vrees ik dat de minister in afstandsonderwijs een oplossing ziet voor het lerarentekort en de hoge energiefacturen”, zegt ze. De vakbonden uitten dezelfde bezorgdheden, en wijzen ook op het gevaar dat zwakkere leerlingen achterop geraken. Toch aanvaarden ze het compromis met lange tanden.

Volgens Tondeur is dat een terechte bezorgdheid. “We moeten daar niet onnozel over doen: bijvoorbeeld in het hoger onderwijs is online onderwijs soms doorgevoerd wegens economische redenen. Daar kan het efficiëntiewinst inhouden, als lesgevers en studenten zich niet moeten verplaatsen naar de campus. In het secundair onderwijs moet je daar voorzichtiger mee zijn: de kwaliteit van het onderwijs mag er niet onder lijden.”

Weyts wacht nu nog op een advies van de Raad van State. Nadien kan het decreet in het Vlaams Parlement gestemd worden.