NieuwsPolitiek
Burgerplatform richt pijlen op oorlogskas politieke partijen: ‘In plaats van beleid te voeren, voeren ze permanent campagne’
Een jaarlijkse subsidie van 75 miljoen euro, medewerkers die door de schatkist worden betaald, monsterbudgetten voor reclame op sociale media: de dotaties van politieke partijen roepen steeds meer vragen op. Enkele organisaties, waaronder burgerplatform G1000, organiseren nu een groot burgerdebat.
Al jaren beloven politici om de financiering van politieke partijen onder de loep te nemen. De regering-De Croo zette de belofte zelfs in haar regeerakkoord. Tot nu toe beweegt er echter weinig. Zo besloot de bevoegde Kamercommissie woensdag nog maar eens om een beslissing voor zich uit te schuiven.
Vandaar dat een aantal organisaties nu uitpakken met ‘We Need To Talk’, een groot burgerdebat over de herziening van de partijfinanciering. Ze hopen hiermee de politieke impasse te doorbreken.
Dat onze partijen gul zijn voor zichzelf, is geen geheim. Elk jaar krijgen ze voor 75 miljoen euro aan subsidies, ofwel 200.000 euro per dag, grotendeels via belastinggeld. Tel je de parlementaire medewerkers mee, die vaak worden ingeschakeld om partijbelangen te dienen, dan komt de jaarlijkse subsidie op 160 miljoen euro. De vetpot die ze hiermee opbouwen, door onder andere te investeren in vastgoed, is in dertig jaar vijf keer groter geworden.
Permanente kieskoorts
Belgische partijen zitten er niet alleen warmpjes in tegenover die in andere landen, ze kunnen ook gigantische bedragen spenderen aan reclame op sociale media. Een onderzoek door AdLens, een collectief dat politieke advertenties onderzoekt, bracht vorige maand aan het licht dat ze vorig jaar 5 miljoen euro uitgaven op Facebook en Instagram. Koplopers waren N-VA (1,7 miljoen euro), Vlaams Belang (1,2 miljoen euro) en PVDA (450.000 euro).
“Al dat geld beïnvloedt natuurlijk het doen en laten van partijen”, zegt schrijfster en filosofe Alicja Gescinska, die optreedt als woordvoerster van het project. “In plaats van beleid te voeren, voeren ze permanent campagne. Het belang van een verkiezingsuitslag is dan ook een pak groter geworden. Hij bepaalt niet alleen hoeveel zitjes je binnenhaalt, maar ook hoeveel geld je kan verdienen.”
Grote namen
Achter ‘We Need To Talk’ zitten onder meer burgerplatform G1000, denktank Itinera en de Vrijdaggroep. In het externe toezichtscomité zetelen enkele grote namen, onder wie voormalig Europees president Herman Van Rompuy en politicoloog Dave Sinardet. Zij moeten de kwaliteit van het proces in de gaten houden. De deelnemers krijgen begeleiding van een expertencomité met politicoloog Bart Maddens (KU Leuven).
De komende weken kan iedereen online zijn of haar mening spuien over de kwestie. Vervolgens krijgen 16.200 uitgelote Belgen een brief in de bus. Uit deze groep wordt een representatief panel van 60 burgers geselecteerd. Hun aanbevelingen worden vervolgens aan de politieke partijen voorgelegd.
Of er daarmee beweging komt in het systeem, is natuurlijk de vraag. Tot nu toe is de Belgische particratie erg terughoudend om in haar eigen vel te snijden. “Dit initiatief is een uitgestoken hand naar de partijen. Het zou mooi zijn als ze die zouden grijpen”, zegt Gescinska.