Boosterprik tegen corona beschermt kankerpatiënten ‘opvallend beter dan gedacht’

Kankerpatiënten hebben door hun verlaagde immuniteit meer kans om ernstig ziek te worden door Covid-19. Ook bleek al dat hun immuunsysteem minder goed reageert op de eerste twee coronavaccins in vergelijking met gezonde mensen.

Of dat ook zou gelden na een ‘booster’ was niet duidelijk. Wetenschappers aan de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde onderzochten dat nu bij 422 patiënten.

De resultaten, gepubliceerd in vakblad Clinical Cancer Research, zijn positief. “We zien dat de boosterprik wél een groot verschil maakt”, zegt oncoloog Timon Vandamme (UZA). “De bescherming na de booster is verrassend hoog bij bijna alle kankerpatiënten.”

Bovendien maken bijna alle patiënten naast antilichamen ook T-cellen aan na de booster. “Die zorgen voor een extra laag bescherming”, aldus Vandamme. “We zijn dan ook heel blij dat die cellen ook bij kankerpatiënten in staat zijn om bij te dragen aan bescherming tegen Covid-19.”

Ook maakt het niet uit of je eerst vaccins kreeg van AstraZeneca of van Pfizer. “Dat is belangrijk omdat patiënten die in eerste instantie gevaccineerd waren met AstraZeneca een beetje minder antilichamen aanmaakten dan wie twee keer Pfizer gekregen had”, zegt Vandamme. “Dat verschil trekt de booster gelijk.”

De bevindingen gelden voor alle kankers. Aan de studie namen bijvoorbeeld ook patiënten deel met bloedkanker. Zij hebben vaak een sterker onderdrukt immuunsysteem en zij reageerden amper op de eerste twee coronavaccins. Maar de derde dosis veroorzaakte zelfs bij hen verhoogde immuniteit.