NieuwsOnderwijs
Belgische universiteiten grijpen naast buitenlands talent door te lange wachttijden
Niet-Europese onderzoekers worden met te lange wachttijden geconfronteerd voor ze in ons land aan de slag kunnen. Dat zeggen de elf Belgische universiteiten na een gezamenlijke top.
Volgens de universiteiten verliest ons land door de lange wachttijden veel talent. “Buitenlandse onderzoekers zullen daardoor sneller voor bijvoorbeeld Frankrijk of Nederland kiezen”, zegt Koen Verlaeckt, secretaris-generaal van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). “Dat kunnen we ons niet permitteren, want we zitten al met een groot tekort aan hoog geschoolde arbeidskrachten.”
Universiteiten kaarten al langer de wachttijden aan voor gecombineerde werk- en verblijfsvergunningen voor onderzoekers. Sinds 2016 kunnen onderzoekers die hier aan de slag willen, gebruikmaken van een vereenvoudigde en snellere administratieve procedure. Maar op vraag van Europa wordt die zogenaamde gastovereenkomst geïntegreerd in één single permit. De universiteiten vrezen dat de wachttijden daardoor nog meer zullen oplopen.
“Minister van Werk Jo Brouns (cd&v) heeft beloofd te zullen kijken naar een fast track voor onderzoekers binnen die nieuwe regeling”, zegt Verlaeckt. “Maar zolang er niet genoeg mankracht is op de dienst Economische Migratie van de Vlaamse overheid, blijft het probleem bestaan.” Ook de federale overheid zou volgens de universiteiten voor vlottere visumaanvragen kunnen zorgen. Vooral op haar buitenlandse ambassades liggen nog mogelijkheden, luidt het.
Op de tweede editie van het VLIR-CRef forum, een gemeenschappelijke academische top van de Belgische universiteiten, vragen ze daarom zelf meer verantwoordelijkheid in het visumproces. “De rechtszekerheid voor onze buitenlandse onderzoekers kan beter. Onze universiteiten hebben al lang bewezen dat ze als onthaalinstellingen meer responsabilisering aankunnen”, zegt Rik Van de Walle, voorzitter van de VLIR.