Vrijdag 09/06/2023

InterviewSlachtoffers aanslagen

Twee slachtoffers over het terreurproces: ‘In 2019 begaf mijn lichaam het. Ik krijg nu dagelijks met een infuus vocht en voeding ’

null Beeld Franky Verdickt
Beeld Franky Verdickt

Debbie Huyghe verloor haar zoon Bart bij de aanslagen. Katrijn Janssens stond in zijn buurt in de vertrekhal in Zaventem, maar bleef fysiek wel ongeschonden. Op het proces ontmoetten de vrouwen elkaar voor het eerst. ‘Ik zou blij moeten zijn dat ik er nog ben, maar dat ben ik niet.’

Eline Bergmans

“Ik beefde. Ik voelde de tranen over mijn wangen lopen toen ik maandag de rechtszaal binnenstapte. Ik ben pas om 9.45 uur binnengegaan, in de hoop dat ik na de massa zou zijn. Sinds de aanslagen van 22/3 maken grote groepen me bang. Altijd siddert in mij de gedachte: zou het opnieuw kunnen gebeuren? Dat dacht ik dus ook toen ik na al die controles de zittingszaal binnenkwam.”

Katrijn Janssens (46) uit Meise zou op 22 maart 2016 met haar echtgenoot Chris De Backer (48) naar New York vertrekken om hun tiende huwelijksverjaardag te vieren. “We hadden bij het inchecken een discussie in verband met een omboeking”, vertelt ze. “Als we daarmee hadden ingestemd, dan hadden we op het moment van de ontploffing vlak naast de bom gestaan. Het is door toeval dat wij de aanslag overleefd hebben.”

Fysiek raakte het stel niet gewond, maar hun leven zou na de aanslag niet meer hetzelfde worden. “Ik word al jaren overmand door een schuldgevoel”, vertelt Janssens. “Nadat de bommen waren ontploft, ben ik op een bankje gaan zitten om mijn boterhammen op te eten, als popcorn bij een film. Ik weet nog altijd niet waarom ik dat deed, in plaats van recht te springen om te helpen, zoals mijn man deed. Als ik vandaag andere slachtoffers zie, heb ik het daar zo moeilijk mee. Had ik voor hen misschien een verschil kunnen maken?”

Haar man is maandag niet meegekomen naar het assisenproces. “We verwerken dit elk op onze manier”, zegt Janssens. “Als hij meekomt, zal hij dat voor mij doen. Maar zelf voelt hij minder die drang. Chris heeft zijn leven weer opgepakt, en is deze week aan het werk als postbode. Bij mij is dat helaas niet gelukt.”

Maandagochtend begeleidt iemand van slachtofferhulp Janssens naar een plekje op de derde rij, naast de moeder van Bart Migom, een 21-jarige student die het leven liet in de vertrekhal van Zaventem.

Allicht hebben Katrijn Janssens en Bart Migom elkaar zes en een half jaar geleden gekruist in de vertrekhal van de luchthaven. De student was onderweg naar Georgia, waar hij sinds enkele maanden een vriendin had.

Bart Migom groeide op in een deelgemeente van Diksmuide, maar koesterde een Amerikaanse droom. “Mijn zoon wilde ondernemen”, vertelt Debbie Huyghe (54). “Eerder dat jaar was hij een seminar gaan volgen in Georgia over management, waar hij Emily leerde kennen. Ze waren stapelverliefd. Bart was enorm gepassioneerd. Hij leefde heel graag, en het leven lag voor hem open.”

Euthanasieaanvraag

Pas een half jaar geleden besliste zijn moeder dat ze naar het proces zou komen. “Ik heb daar lang over getwijfeld. Maar voor mij is het vandaag belangrijk dat de terroristen weten wat ze hebben aangericht. Dat het niet zomaar een idee was, maar dat ze mensenlevens hebben weggenomen. Ik wil Bart ook tegenover de jury een gezicht geven. Ik wil niet dat hij alleen een naam is tussen de 32 slachtoffers.”

In totaal hebben 947 mensen zich burgerlijke partij gesteld. In september kregen ze een rondleiding in de zittingszaal om hen voor te bereiden op het proces waar ze voor het eerst oog in oog zouden komen met de terreurverdachten. “Ik had daar veel van verwacht”, zegt Katrijn Janssens. “Ik had ergens de hoop dat ik op hun gezicht zou kunnen lezen waarom ze gedaan hebben wat ze hebben gedaan.”

Katrijn Janssens breekt zich ook al zes jaar het hoofd of ze Mohamed Abrini − in het onderzoek naar de aanslagen ook wel ‘de man met het hoedje’ genoemd − die ochtend heeft gekruist. “Ik heb al uren naar zijn foto gekeken. Maar toen ik hem dan maandag zag staan, vond ik hem er helemaal anders uitzien. Het zijn zulke doodgewone jongens, die je iedere dag op straat zou kunnen voorbijlopen.”

De afgelopen jaren loopt Janssens niet meer zo vaak gewoon op straat. Systematisch ging de angst voor een aanslag haar leven beheersen. “Aanvankelijk heb ik geprobeerd mijn leven gewoon weer op te pikken. Ik ging weer aan het werk als bediende en deed alsof er niets was gebeurd. Maar ik ben me meer en meer gaan isoleren. Ik werk in Brussel. Joggen tijdens de middag durfde ik niet meer. Ik stond liever anderhalf uur in de file dan door Schaarbeek − de kortste weg − naar huis te rijden. Vroeger gingen wij regelmatig naar concerten, maar daar beleef ik geen enkel plezier meer aan. Altijd is er het idee: je weet maar nooit. Alsof de onbezorgdheid voorgoed weg is.”

Katrijn Janssens: ‘Dat ik er vandaag toch nog ben, is uit liefde voor mijn gezin. Ik probeer mij recht te houden voor mijn familie.’
 Beeld Franky Verdickt
Katrijn Janssens: ‘Dat ik er vandaag toch nog ben, is uit liefde voor mijn gezin. Ik probeer mij recht te houden voor mijn familie.’Beeld Franky Verdickt

Op 1 september 2019 ging bij haar het licht helemaal uit. “Mijn lichaam begaf het volledig. Eten kon ik amper nog. Bij iedere hap zag ik mezelf weer zitten in de vertrekhal. Sindsdien ben ik steeds minder beginnen eten en drinken, tot er een moment kwam dat ik alles wat ik at weer uitbraakte. Omdat mijn lichaam intussen onvoldoende voedingsstoffen opneemt, moet ik dagelijks via een infuus vocht en voeding toegediend krijgen.”

“Ik ging er helemaal onderdoor, zowel mentaal als fysiek. Ik was zo uitgeput dat ik toen ook een euthanasieaanvraag heb gedaan”, vervolgt ze. Die werd afgewezen, en dat was voor Katrijn Janssens opnieuw een zware klap. “Dat ik er vandaag toch nog ben, is uit liefde voor mijn gezin. Ik probeer mij recht te houden voor mijn familie. Het is nog altijd heel zwaar. Ik zou blij moeten zijn dat ik er nog ben, maar dat ben ik niet. Ik zie steeds weer die gruwelijke beelden voor me van zwaargewonde mensen. Daarbij blijven de vreemdste details me bij: zoals welke schoenen de slachtoffers droegen.”

In 2020 leerde ze via een kennis van haar man de slachtoffervereniging Life4Brussels kennen, die hen sindsdien bijstaat. “Ik heb het heel lang moeilijk gevonden om mezelf als slachtoffer te zien”, zegt Katrijn Janssens. “Wij hebben destijds ook geen claim ingediend bij de verzekeringen. Ik dacht: ik leef nog, ik raakte niet gewond, dus ik ben geen slachtoffer.”

Pas twee jaar geleden ging ze dat anders bekijken. “Het is eigenlijk dankzij Life4Brussels dat ik hier ben en mezelf burgerlijke partij heb gesteld. Dat ik in 2019 ben ingestort, is een reactie op die aanslagen van 22 maart 2016. Het is wat ze in verzekeringsjargon gevolgschade noemen. Maar het gaat niet om geld. Ik doe dit niet voor een schadevergoeding − dat is alleen bloedgeld − maar wel om erkend te worden in mijn leed als slachtoffer.”

Janssens ziet het proces ook als een kans om haar leven weer een stukje in handen te nemen. “Na de eerste dag was ik heel emotioneel, maar ik voelde me tegelijk ook heel sterk. Dat ik de trein heb genomen naar ginder, dat ik ben gaan zitten in de zaal en ben rechtgestaan toen ze mijn naam afriepen: dat is voor mij een enorme overwinning.”

Kille boosheid

Ook Debbie Huyghe had erg toegeleefd naar de start van het proces. “Het is alsof zich in je lichaam een soort spanning opbouwt. Ik had het er daardoor heel moeilijk mee dat het proces werd uitgesteld. Dat lijkt misschien niet zo heel belangrijk, maar sinds de dood van Bart ben ik veel sneller uit balans. Ik ben veel kwetsbaarder geworden, waardoor iets kleins me kan omverblazen.”

De eerste jaren na de aanslag in Brussel verwerkte Huyghe alles in haar cocon van familie, vrienden en collega’s. Het duurde vier jaar voor ze haar werk als administratief bediende in de gehandicaptenzorg weer volledig kon opnemen. Vandaag gebruikt ze haar vakantiedagen op om naar het proces te komen. “Ik zal er op selectieve momenten zijn die voor mij belangrijk zijn. Negen maanden hier zijn, zou ik fysiek en mentaal niet aankunnen.”

Net als Katrijn Janssens had ze de eerste jaren geen behoefte aan contact met andere slachtoffers. “Ik wilde hun verhalen niet horen: als de overlevenden vertellen wat ze gezien hebben, zie ik alleen Bart. Maar de laatste maanden is dat veranderd. Lotgenoten helpen me: zij weten zonder woorden wat ik voel en nodig heb.”

De confrontatie met de beschuldigden was voor de twee vrouwen, en allicht voor alle andere slachtoffers, de grootste drempel die ze deze week moesten nemen. “Ik had verwacht dat ik zou huilen of woedend zou worden”, zegt Debbie Huyghe. “Maar ik voelde alleen een soort kille boosheid. Het was een heel bizar gevoel: zijn ze dat nu, zulke gewone mensen? Pas ’s avonds in het appartementje vlak bij het assisenhof dat ik gehuurd had, werd ik opnieuw erg boos om wat ze gedaan hebben.”

“Wat mij het kwaadst maakte, was de houding van de beschuldigden”, zegt Katrijn Janssens. “Terwijl wij op het puntje van onze stoel zaten, zaten Salah Abdeslam en Sofien Ayari een beetje te keuvelen. Ik had de hele tijd het gevoel dat ze dingen zaten te bekokstoven. Dat maakt me bang, maar het was vooral ook bijzonder respectloos.”

Debby Huyghe verloor haar zoon Bart. ‘Ik wil mijn zoon ook tegenover de jury een gezicht geven. Ik wil niet dat hij alleen een naam is tussen de 32 slachtoffers.’ Beeld Franky Verdickt
Debby Huyghe verloor haar zoon Bart. ‘Ik wil mijn zoon ook tegenover de jury een gezicht geven. Ik wil niet dat hij alleen een naam is tussen de 32 slachtoffers.’Beeld Franky Verdickt

“Ik had me erop voorbereid dat het die eerste dagen opnieuw over de rechten van verdediging zou gaan”, zegt Debbie Huyghe. “Maar toen het ineens ging over de satanische muziek tijdens de overbrenging, was dat toch een shock. Ik begrijp dat die zaken correct moeten verlopen, maar dat ze zichzelf de rol van slachtoffer toemeten − Abrini noemt zich al zeven jaar het slachtoffer van wraak − dat doet toch pijn.”

Tijdens de eerste procesweek werden drie dagen uitgetrokken voor het voorlezen van de 469 pagina’s lange akte van beschuldiging, de samenvatting van het gerechtelijk onderzoek. “Ik heb het document vooraf gelezen”, vertelt Debbie Huyghe. “Toch was het erg aangrijpend om ernaar te luisteren. Ik moet mezelf daartegen beschermen. Beelden en audiofragmenten vind ik sowieso te confronterend.”

De foto’s die de wetsdokter maakte van haar zoon heeft ze thuis op een usb-stick staan. “Ik heb ze nog niet bekeken en ik zal dat wellicht ook nooit doen. Bart was een van de laatste slachtoffers die geïdentificeerd werd. Ik heb heel lang geworsteld met het idee dat mijn zoon heeft moeten lijden. Voor mij was het heel belangrijk om te weten dat hij op slag dood was. De details vind ik nog steeds te pijnlijk.”

Geen antwoorden

Ook Katrijn Janssens werd bij het lezen van de akte terug naar de vertrekhal gekatapulteerd. “Het was heel moeilijk”, zegt ze. “Maar ik heb deze week wel een enorme steun ervaren in de rechtszaal. Dat Debbie haar hand even op mijn hand legde, dat is wat ik onthouden heb, wat ik heb meegenomen naar huis.”

“Misschien had ik eerder contact moeten zoeken met andere slachtoffers”, vervolgt ze. “Ik heb me zo lang alleen gevoeld, maar er zijn veel mensen die hetzelfde voelen. Dat heeft me erg gesterkt.”

De tweede procesdag begon voor haar met een tegenslag. “Dat er twee juryleden hadden afgehaakt, was een zware klap. Het moet zo zwaar zijn voor hen, maar ik hoop dat ze zullen volhouden. Dat ze dat voor ons zullen doen. Het idee dat we dit proces nog eens zouden moeten overdoen, vind ik ondraaglijk.”

Het is ook voor Debbie Huyghe de grootste bezorgdheid: dat het proces te zwaar zal zijn voor de leden van de jury. “Ik zal vaak thuisblijven. Ik wil de beelden van de aanslagen niet zien, maar zij zullen moeten blijven kijken. Ik maak me daar zorgen over. Over wat het voor hen zal betekenen op lange termijn.”

Dat de beschuldigdenbox op de derde dag halfleeg bleef, is voor de slachtoffers een doorn in het oog. “Het is tergend en frustrerend”, zegt Huyghe. “Voor mij als slachtoffer voelt het toch aan alsof ze spelletjes spelen. Dat werkt op mijn emoties. Ik kan het zo moeilijk begrijpen, maar ik probeer rustig te blijven, in de hoop dat het proces dan binnenkort echt volop van start kan gaan.”

Als er aktes van verdediging zijn, worden die volgende week voorgelezen. Maar pas op 19 december zullen de twee vrouwen teruggaan, om te luisteren naar de ondervraging van de beschuldigden. Huyghe: “Ik denk niet dat er een uitleg bestaat die voor mij zinvol zou kunnen zijn. Wellicht zeggen ze niets of komen ze niet opdagen, maar mochten ze toch iets meer vertellen, wil ik dat niet missen.

“Ik zal op het proces allicht geen antwoorden krijgen, maar ik wil wel weten wie dat vreselijke plan heeft beraamd en wie welke rol heeft gespeeld. Ik wil ook tonen dat ik niet bang ben voor hen. Het is voor mij heel belangrijk dat ik in januari het woord tot hen zal kunnen richten.”

Dat vindt ook Janssens. “Ik hoop dat ik emotioneel sterk genoeg zal zijn om zelf te getuigen. Ik wil niet dat ze mijn tranen zien. Dat gun ik hen niet. Maar ik wil ook zelf het woord nemen op dit proces. Dat, en de erkenning als slachtoffer, is waarom ik me hier burgerlijke partij heb gesteld.”

Wat verwachten ze van de uitspraak? “Ik vind het heel belangrijk dat er een gerechtelijke uitspraak komt over de terreurdaden”, zegt Huyghe. “Voor mezelf, maar ook voor de maatschappij. Als moeder verwacht ik voor de protagonisten een straf in verhouding tot het leed dat ze hebben aangericht. Dat kan dus niet anders zijn dan levenslang.”

Katrijn Janssens: “Voor mij is dat een bijzonder moeilijke vraag. Ik hoorde na de eerste procesdag een vrouw op het journaal zeggen dat ze de daders vergeven heeft. Ik bewonder dat, maar ik kan het niet. Ik zal hen nooit vergeven voor wat ze hebben kapotgemaakt. Wat mij betreft mogen ze hen opsluiten, en de sleutel van hun cel weggooien. En dan verwoord ik het nog mooi.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234